Burkinafasoreis2011

gezondheid algemeen Burkina

1. Kindersterfte

2. vrouwenbesnijdenis

 

 1. Kindersterfte

Het gaat om 8,8 miljoen kinderen die sterven voor hun 5e verjaardag. Dat zijn 3 miljoen kinderen in 1 week en 25.000 kinderen op 1 dag.

 Om hoeveel kinderen gaat het? (cumulatieve cijfers)
-       2 miljoen kinderen sterven op hun geboortedag

-       3 miljoen kinderen sterven binnen één week

-       4 miljoen kinderen sterven binnen 28 dagen

-       8.8 miljoen kinderen sterven voor hun 5e verjaardag

Hoeveel kinderen sterven er dagelijks?
Per dag sterven er 25.000 kinderen. Elke 3 seconden sterft een kind.

 

Waardoor sterven de kinderen?
Een klein aantal ziektes die we kunnen voorkomen en genezen zijn verantwoordelijk voor bijna 90% van de sterftegevallen onder de 5 jaar. Dit zijn:

-Neonatale oorzaken (gerelateerd aan zwangerschap, bevallingen en de eerste levensdagen) zijn verantwoordelijk voor 37% van alle kindersterfte

-Longontsteking is verantwoordelijk voor 19% van alle kindersterfte

-Diarree is verantwoordelijk voor 17% van alle kindersterfte

-Malaria is verantwoordelijk voor 8% van alle kindersterfte

-Mazelen zijn verantwoordelijk voor 4% van alle kindersterfte

-HIV/AIDS is verantwoordelijk voor 3% van alle kindersterfte

In Burkina sterft er dan 19% van de kinderen van de bevolking.

 

Waarom sterven er kinderen?
Directe oorzaken: kinderen sterven door een klein aantal ziektes en aandoeningen zoals longontsteking, uitdroging bij diarree en malaria.

Indirecte oorzaken: Er zijn diverse, indirecte oorzaken waardoor kinderen ziek worden:

-       De afwezigheid van essentiële basisvoorzieningen op het gebied van gezondheidszorg voor moeders en kinderen

-       Ondervoeding is gerelateerd aan 35% van de kindersterfte

-       Gebrek aan schoon en veilig drinkwater

-       Gebrek aan toegang tot hygiënische voorzieningen

-       Gebrek aan goede informatie voor moeders

-       Beperkte mogelijkheden tot anticonceptiemiddelen   

Onderliggende oorzaken

De overlevingskansen van kinderen worden ook beïnvloed door onderliggende zaken:

-       Armoede, ongelijkheid en uitsluiting – het zijn de armste kinderen uit de armste gemeenschappen die het grootste risico lopen om te sterven voor hun vijfde levensjaar

-       Zwakke overheden, fragiele staten en gewelddadige conflicten

-       Klimaatveranderingen en natuurrampen

-       De internationale politieke economie, inclusief de internationale handelsafspraken.


Waar sterven de kinderen?
Bijna alle kinderen (97%) sterven in arme landen. Zes landen zijn verantwoordelijk voor meer dan 50% van alle kindersterfte onder de vijf jaar: India, Nigeria, de Democratisch Republiek Congo, Ethiopië, Pakistan en China.

Landen met hoge percentages kindersterfte onder de vijf jaar zijn over het algemeen heel arm of hebben te kampen gehad met gewelddadige conflicten, zoals Afghanistan, Siërra Leone, en Tsjaad.

De meeste gevallen van kindersterfte onder de vijf jaar zijn terug te vinden in Afrika.


Welke landen zijn verantwoordelijk voor het grootst aantal gevallen van kindersterfte?
1.     India: 1.953.000 kinderen sterven voor hun 5e verjaardag

2.     Nigeria: 1.126.000 kinderen

3.     DR Congo: 502.000 kinderen

4.     Pakistan: 400.000 kinderen

5.     China: 382.000 kinderen

6.     Ethiopië: 381.000 kinderen

7.     Afghanistan: 338.000 kinderen

8.     Bangladesh: 244.000 kinderen

9.     Oeganda: 188.000 kinderen

10.  Tanzania: 186.000 kinderen

 

Welke landen hebben het hoogste kindersterftecijfer (in percentage van de bevolking)?
1.     Siërra Leone: 26% van de kinderen in Siërra Leone sterven voor hun 5e verjaardag

2.     Afghanistan: 25.7 %

3.     Tsjaad: 20.9%

4.     Equatoriaal Guinea: 20.6%

5.     Guinee-Bissau: 19.8%

6.     Mali: 19.6%

7.     Burkina Faso: 19.1%

8.     Nigeria: 18.9%

9.     Rwanda: 18.1%

10.  Burundi: 18.0%

 

 

Wat kan tegen kindersterfte worden gedaan?

Betere verzorging van de moeders tijdens de zwangerschap en de bevalling

Betere voorlichting over Aids/HIV en medicatie voor de moeder die deze ziekte heeft, zodat de ziekte niet op het kind wordt doorgegeven

Ziektes zoals malaria en mazelen kunnen bestreden worden door artsen naar die gebieden sturen en vaccinaties geven.

 

 

Wat kan er gedaan worden om kindersterfte tegen te gaan?
Experts hebben bewezen, dat er simpele en goedkope oplossingen zijn om veel kindersterfte te kunnen voorkomen:

-       Neonatale oorzaken: kunnen voorkomen worden door effectieve hulp voor en tijdens de zwangerschap en bevalling

-       Diarree: kan behandeld worden door orale hydratie therapie (ORS)

-       Malaria: kan voorkomen worden door muskietennetten;

-       Mazelen: kan voorkomen worden door vaccinaties;

-       HIV/AIDS HIV kan worden voorkomen door voorlichting en AIDS kan voorkomen en behandeld worden door anti-retrovitale therapie. Hierdoor wordt het risico ook verminderd dat moeders het virus doorgeven aan hun kinderen; medicatie op het moment van de bevalling zorgt ervoor dat baby’s van besmette moeders de ziekte niet krijgen.

-       Ondervoeding kan voorkomen worden door moeders te adviseren op het gebied van borstvoeding (borstvoeding voorziet in alle energie en voeding die een kind nodig heeft in zijn of haar eerste zes maanden).

Hoe zullen we onze doelen bereiken?
Save the Children voert wereldwijd campagne om kindersterfte te stoppen:

-       Programma’s: we zullen het aantal programma’s gericht op medisch zorg drastisch verhogen. We willen wereldwijd in 2015 vijftig miljoen kinderen en vrouwen bereiken.

-       Politieke and beleidsveranderingen: we zullen wereldwijd overheden aanspreken op hun verantwoordelijkheid om kinderen een gezonde en veilige omgeving te bieden.

 

Hoe ziet de hulp er precies uit?
Onze meest voorkomende activiteiten:

-       We leiden mensen op tot gezondheidsmedewerkers, die diagnoses kunnen stellen en ziektes kunnen behandelen;

-       We zetten voorlichtingsprogramma’s over gezondheid in de gemeenschappen;

-       We maken mannen, vrouwen en kinderen bewust van hun recht op toegang tot basisgezondheidszorg;

 

Wat is het tijdsbestek van de campagne?
We zullen de campagne lanceren in maart 2010. De campagne zal vijf jaar duren.

 

 


 

Voorbeeld van een donatie

Save the Children ontvangt € 900.000 van de Postcode Loterij

Tijdens het Goed Geld Gala in het Singer Museum in Laren keerde De Nationale Postcode Loterij dit jaar een recordbedrag van 270 miljoen euro uit aan 83 goede doelenorganisaties. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden was als speciale gast aanwezig op het Goed Geld Gala en sprak de aanwezige goede doelen toe over het belang van hun werk.

Save the Children ontving tijdens het Goed Geld Gala een cheque van € 900.000. Met dit prachtige bedrag kan Save the Children projecten ondersteunen, die in het teken staan van de bestrijding van kindersterfte, de bevordering van onderwijs in conflictgebieden en de bescherming van kinderen tegen uitbuiting en misbruik. Marinke Ros en Sabine Copinga ontvingen de cheque uit handen van NPL directeur Marieke van Schaijk.

 

 

Save the Children is een organisatie die zich inzet tegen kindersterfte.

Zij proberen millenniumdoel 4, dat is dat in 2015 de kindersterfte met 2/3 moet teruggebracht zijn, te bereiken. Save the Children wil kindersterfte aanpakken door meer kinderen te bereiken met gezondheidszorg en voedingsprogramma’s.

 

Elke drie seconden..

Elke 3 seconden sterft een kind jonger dan 5 jaar. Dit houdt in dat er alleen al vandaag 25.000 kinderen zullen overlijden. 90% van deze sterfgevallen wordt veroorzaakt door ondervoeding of door ziektes als longontsteking, mazelen, diarree en malaria. Ziektes die we relatief gemakkelijk zouden kunnen voorkomen en waarvoor we de kennis en middelen hebben om ze te behandelen. In het jaar 2000 hebben de wereldleiders met elkaar afgesproken dat in 2015 de kindersterfte met twee derde moet zijn teruggebracht. Deze Millenniumdoelstelling - nummer vier op de lijst van acht Millenniumdoelen - kan alleen worden gehaald als de inspanningen om de sterfte onder kinderen terug te brengen flink worden verhoogd. Save the Children vindt dat ieder kind het recht heeft op leven! Met de wereldwijde campagne ‘Stop Kindersterfte' werken we daarom aan het redden van de levens van miljoenen kinderen.

Alleen al ondervoeding en diarree leiden tot 3,4 miljoen sterfgevallen per jaar. 17% van de sterfgevallen wordt veroorzaakt door problemen tijdens de zwangerschap, bevalling en/of gebrek aan zorg tijdens de eerste levensdagen. HIV en Aids zorgen voor 3% van alle sterfgevallen. Naast deze ‘directe’ redenen, het ontbreken van een goede basisgezondheidszorg, van schoon water en sanitaire voorzieningen, gebrekkig onderwijs aan vrouwen en geen toegang tot voorbehoedsmiddelen. Dit is weer een gevolg van armoede, ongelijke behandeling en uitsluiting, gewelddadige conflicten, de klimaatverandering of natuurrampen.

Save the Children wil dit probleem aanpakken door meer kinderen te bereiken met gezondheidszorg en voedingsprogramma’s; door overheden aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om kinderen een gezonde en veilige omgeving te bieden; door miljoenen mensen wereldwijd op te roepen om een bijdrage te leveren.

Wat doet Save the Children hieraan?
Save the Children voert wereldwijd campagne om kindersterfte te stoppen:
- Programma’s: we zullen het aantal programma’s gericht op medisch zorg drastisch verhogen. We willen wereldwijd in 2015 vijftig miljoen kinderen en vrouwen bereiken.
- Politieke en beleidsveranderingen: we zullen wereldwijd overheden aanspreken op hun verantwoordelijkheid kinderen te helpen overleven.

Onze meest voorkomende activiteiten:
- We leiden mensen op tot gezondheidsmedewerkers, die diagnoses kunnen stellen en ziektes kunnen behandelen;
- We zetten voorlichtingsprogramma’s op over gezondheid in de gemeenschappen;
- We maken mannen, vrouwen en kinderen bewust van hun recht op toegang tot basisgezondheidszorg;

 

 

Burkina Faso

Ongeveer 80 procent van de 14,3 miljoen mensen in Burkina Faso leeft rechtstreeks of onrechtstreeks van de landbouwopbrengst. Voor de landbouwers is het een strijd om voldoende voedsel voort te brengen voor hun families. Vooral kinderen kunnen daarvan het slachtoffer worden omdat zij, als ze niet de nodige voedingsbestanddelen en vitaminen krijgen, hun geestelijke en fysieke ontwikkeling kan aangetast worden.

Zij worden ook vatbaarder voor infecties en mogelijk dodelijke ziektes. Sinds 2007 werkt Artsen Zonder Grenzen in twee provincies in het noorden van Burkina Faso waar ondervoeding bij kinderen vaak voorkomt. Daarnaast verlenen de teams ook hulp bij mazelenepidemieën, natuurrampen en de behandeling van hiv/aids.

 

Ondervoeding

In 2009 werden 16.000 ondervoede kinderen behandeld in centra van Artsen Zonder Grenzen in de twee noordelijke districten Yako en Titao. Sinds de start van het project werden al 39.000 kinderen geholpen. Met een gedecentraliseerd en vereenvoudigd systeem van testen en behandelen zijn de teams van Artsen Zonder Grenzen in staat grote aantallen kinderen te bereiken.

Ernstig zieke kinderen worden kosteloos gehospitaliseerd door Artsen Zonder Grenzen in regionale gezondheidsinstellingen. Ongeveer 85 procent van de kinderen kan echter thuis verzorgd worden door hun ouders omdat het gebruiksklare eten eenvoudig toe te dienen is. Artsen Zonder Grenzen zag in de projecten ook patiënten met tuberculose, hiv/aids en malaria.

 


 

Slechte Gezondheidszorg

http://www.aivl.be/nieuws/moedersterfte-in-burkina-faso/19981

 

Elk jaar sterven vele Burkinese vrouwen onnodig in het kraambed of tijdens hun zwangerschap. Dat komt omdat vrouwen onvoldoende toegang hebben tot de gezondheidszorg. Discriminatie, financiële hindernissen, armoede en corruptie onder het gezondheidspersoneel werken die beperkte toegang sterk in de hand. Dit stelt Amnesty International in een nieuw rapport.

Volgens cijfers van de Burkinese overheid sterven elk jaar meer dan 2.000 vrouwen aan complicaties tijdens de zwangerschap en de bevalling. In haar rapport Giving Life, Risking Death geeft Amnesty echter aan dat veel van die slachtoffers te vermijden waren als men vrouwen tijdig toegang zou verlenen tot degelijke gezondheidszorg.

"Elke vrouw heeft het recht op leven en het recht op degelijke gezondheidzorg. De overheid zou haar inspanningen ter preventie van moedersterfte moeten verdubbelen," vindt Karen Moeskops, directeur van Amnesty International in Vlaanderen. "Vrouwen in Burkina Faso zijn het slachtoffer van zware discriminatie waardoor zwangerschap of bevalling voor hen een mogelijk dodelijke afloop kent."

 

Vrouwen in het gedrang

Ondanks de juridische gelijkheid tussen man en vrouw in het land worden de meeste Burkinese vrouwen onderdrukt. Ze hebben weinig of niets te zeggen over het aangewezen tijdstip om een dokter te raadplegen of over het moment waarop ze zich klaar voelen voor een nieuwe zwangerschap. Ook genitale verminking en gedwongen huwelijken blijven een dagelijkse realiteit voor de meisjes van Burkina Faso.

In samenwerking met donororganisaties ontwikkelde de Burkinese overheid ambitieuze plannen die het moedersterftecijfer in sommige delen van het land deed dalen. Toch schieten de plannen vaak tekort door gebrekkige implementatie en een gebrek aan aansprakelijkheid van medisch personeel dat ongestraft blijft voor wanpraktijken zoals het vragen van een onwettige vergoeding.

 

Armoede als basis

Sleutelfactor in het verhaal van moedersterfte is armoede. Zeker voor erg arme vrouwen op het platteland is gezondheidszorg vaak te duur en liggen gezondheidscentra te ver weg. In 2006 kondigde de Burkinese overheid aan om de zwangerschap- en geboortekosten voor 80 percent te vergoeden. Voor de allerarmste vrouwen is de overheid zelfs bereid de volledige kost te dragen. Jammer genoeg is die maatregel onder de bevolking weinig gekend, waardoor corrupt medisch personeel soms met de subsidies aan de haal gaat. Criteria die aangeven wie voor de subsidies in aanmerking komt, werden nog niet ontwikkeld.

Moeilijke toegang tot gezondheidsvoorzieningen op het platteland, gebrekkige voorraden en medisch materiaal, tekort aan opgeleid personeel en een negatieve of discriminerende houding van gezondheidswerkers vormen eveneens een barrière tot gezondheidzorg voor vrouwen.

"Moedersterfte treft jaarlijks duizenden families van vrouwen, moeders, zussen en dochters," aldus Karen Moeskops. "Zolang vrouwen geen controle hebben over hun eigen lichaam, zullen er elk jaar duizenden vrouwen blijven sterven."

De Burkinese overheid, die het rapport op voorhand kon inkijken, verwelkomt het ‘nauwgezette en belangrijke werk’ van Amnesty, maar benadrukt dat wangedrag bij medisch personeel een geïsoleerd probleem is. Ze herhaalde eveneens haar eerder genomen engagement om het probleem van moedersterfte in het land aan te pakken.

Amnesty International roept de Burkinese overheid op om gezinsplanningdiensten toegankelijker te maken. Gynaecologische zorg moet betaalbaar zijn voor iedereen en gezondheidsfaciliteiten en getraind personeel moeten over heel het Burkinese grondgebied beschikbaar zijn. Ten slotte spoort Amnesty de Burkinese regering aan een toegankelijk verantwoordingsmechanisme op te zetten dat corruptie en wanpraktijken aanpakt. De bevolking moet op de hoogte gebracht worden van het bestaan van dergelijk mechanisme.

Moeder- en kinderzorg

http://www.woordendaad.nl/Page/sp2022/ml1/Index.html

 

Voedingscentrum
In de uitgestrekte provincie Sissili in het zuiden van het land bevindt zich in Kayero het centrum voor moeder- en kindzorg. Gezondheidswerkers die de dorpen rond Kayero bezoeken, verwijzen moeders met ondervoede kinderen naar het voedingscentrum. De moeders verblijven daar zo’n zes weken, samen met hun ondervoede kind. Gezondheid, groei en gewicht van het kind worden voortdurend gecontroleerd.

De moeders krijgen voorlichting over gezond koken, hygiëne, het belang van borstvoeding en gekookt drinkwater. Daarbij is aandacht voor voorlichting over hiv/aids. Deze verschrikkelijke ziekte eist dagelijks slachtoffers. Omdat vrouwen kwetsbaar zijn voor seksuele uitbuiting, wil CREDO hen voorlichten en weerbaarder maken.

 

Artsen zonder grenzen

 

http://www.msf-azg.be/nl/main-menu/azg-aan-het-werk/azg-wereldwijd/landen-detail/table/16.html

 

Burkina Faso

Ongeveer 80 procent van de 14,3 miljoen mensen in Burkina Faso leeft rechtstreeks of onrechtstreeks van de landbouwopbrengst. Voor de landbouwers is het een strijd om voldoende voedsel voort te brengen voor hun families. Vooral kinderen kunnen daarvan het slachtoffer worden omdat zij, als ze niet de nodige voedingsbestanddelen en vitaminen krijgen, hun geestelijke en fysieke ontwikkeling kan aangetast worden.

Zij worden ook vatbaarder voor infecties en mogelijk dodelijke ziektes. Sinds 2007 werkt Artsen Zonder Grenzen in twee provincies in het noorden van Burkina Faso waar ondervoeding bij kinderen vaak voorkomt. Daarnaast verlenen de teams ook hulp bij mazelenepidemieën, natuurrampen en de behandeling van hiv/aids.

 

Ondervoeding

In 2009 werden 16.000 ondervoede kinderen behandeld in centra van Artsen Zonder Grenzen in de twee noordelijke districten Yako en Titao. Sinds de start van het project werden al 39.000 kinderen geholpen. Met een gedecentraliseerd en vereenvoudigd systeem van testen en behandelen zijn de teams van Artsen Zonder Grenzen in staat grote aantallen kinderen te bereiken.

Ernstig zieke kinderen worden kosteloos gehospitaliseerd door Artsen Zonder Grenzen in regionale gezondheidsinstellingen. Ongeveer 85 procent van de kinderen kan echter thuis verzorgd worden door hun ouders omdat het gebruiksklare eten eenvoudig toe te dienen is. Artsen Zonder Grenzen zag in de projecten ook patiënten met tuberculose, hiv/aids en malaria.

 

Mazelen

In 2009 brak de ergste mazelenepidemie uit in jaren in Burkina Faso. In arme gemeenschappen met weinig of geen toegang tot zorg, kan tot tien procent van de bevolking aan de ziekte sterven. Artsen Zonder Grenzen had voordien aan het Ministerie van Volksgezondheid aangeboden te helpen bij een vaccinatiecampagne, maar het aanbod was afgewezen.

Artsen Zonder Grenzen hielp dan het Ministerie van Volksgezondheid om mensen met mazelen te behandelen in de hoofdstad Ouagadougou, en in vier oostelijke districten in waar Artsen Zonder Grenzen bijna 4.000 kinderen behandelde.

 

 

 

 

Overstromingen

Op één dag in september 2009 viel er in de hoofdstad Ouagadougou evenveel regen als anders op een heel jaar. De overstromingen vernielden 24.000 huizen en maakten 150.000 mensen dakloos. Vijf teams van Artsen Zonder Grenzen verleenden gezondheidszorg aan diegenen die ontheemd waren door de overstromingen, en verschaften medische voorraden aan de regionale gezondheidsautoriteiten.

 

Overdracht van hiv/aidsproject

In 2009 droeg Artsen Zonder Grenzen een lange-termijn hiv/aidsprogramma over aan het Ministerie van Volksgezondheid. Het programma had de hoofdstad als basis en heeft aan ongeveer 4.480 mensen antiretrovirale therapie gegeven.

Artsen Zonder Grenzen werkt in Burkina Faso sinds 1995.

 

Linkis.nl

http://www.linkis.nl/nl-NL/Content.aspx?type=project&id=17794

 

Het project in het kort door Stichting Initiat

Verbetering reproductieve gezondheid in 14 dorpen in Burkina Faso Op het platteland van Burkina Faso zijn de dorpelingen grotendeels analfabeet en heeft men geen toegang tot kranten of radio/televisie. Kennis van HIV/AIDS, geslachtsziekten en voorbehoedsmiddelen heeft men nauwelijks. Praten over seksualiteit is een taboe. Mannen en vrouwen leven binnen de samenleving min of meer gescheiden. Dit begint al vroeg in het leven van kinderen; jongens en meisjes leven in aparte werelden. Het werk van de lokale organisatie IMAMES wil een bijdrage leveren aan de verbetering van de reproductieve gezondheid van de bevolking. IMAMES organiseert bijeenkomsten voor kleine groepen dorpsbewoners, mannen en vrouwen, waarin onder begeleiding over seksualiteit, familyplanning, geslachtszieken en het bezoek aan een kliniek wordt gesproken. Men hoopt hiermee de keuzevrijheid voor gezinnen om op basis van kennis het gewenste aantal kinderen te bepalen te vergroten, het aantal mensen met geslachtziekten terug te dringen en hiermee het algemene welzijn van de bevolking te verbeteren. Mannen en vrouwen leren over moeilijke thema"s met elkaar te spreken. Vrouwen leren beter voor zichzelf op te komen. In ieder dorp wordt een man en een vrouw aangesteld en getraind als aanspreekfiguur en mensen worden getraind om de dorpsbijeenkomsten te leiden. De fondsen die gevraagd worden zijn bestemd voor de kosten van de trainingen. Het programma vindt plaats in 12 maanden, verdeeld over 2 jaar. Tijdens de oogsttijd kun je geen trainingen of bijeenkomsten houden. IMAMES heeft eerder een soortgelijk programma in 5 andere dorpen gedaan en daar steeg het gebruik van condooms en andere voorbehoedsmiddelen aanzienlijk. De overheid wordt nadrukkelijk betrokken en uitgedaagd mee te doen zich meer in te spannen de reproductieve gezondheid van haar burgers te vergroten. De Nederlandse stichting Initiat was eerder betrokken bij het werk voor reproductieve gezondheidszorg in twee dorpen in Burkina Faso en heeft tot doel materiële en immateriële steun te verlenen aan initiatieven gericht op het opheffen van onrechtvaardige verhoudingen in Afrika. De stichting steunt IMAMES in hun werk in de 14 dorpen in Burkina Faso. Daarnaast is de stichting heel actief in het vergroten van draagvlak in Nederland door studenten te begeleiden (maatschappelijke en cultureel werk, sociaal pedagogische dienstverlening ) van verschillende Hogescholen in Nederland. De voorzitter is de helft van het jaar in Burkina Faso om deze studenten in een veelheid van stageplaatsen in Bukina Faso te begeleiden. De Stichting Initiat verkoopt producten uit Burkina Faso op allerlei festivals en markten, geeft lezingen, schrijft in allerlei lokale kranten en heeft een rondzendbrief voor haar vaste donateurs. Initiat is meermalen op regionale televisiezenders te zien geweest. Impulsis steunt deze aanvraag omdat het verhogen van reproductieve gezondheid belangrijk is in Burkina Faso en dit project daar een bijdrage aan levert.

 

 

 

Project

http://www-wds.worldbank.org/external/default/main?pagePK=64193027&piPK=64187937&theSitePK=523679&menuPK=64187510&searchMenuPK=64187283&siteName=WDS&entityID=000104615_20051102100456

Burkina Faso Gezondheidszorg

http://www.youtube.com/watch?v=EO_jRhATbM4

http://burkinafasoinfo.web-log.nl/achtergrondinformatie_bur/gezondheid-gezondheidszor.html

 

Moedersterfte
Elk jaar sterven 2000 Burkinese vrouwen onnodig in het kraambed of tijdens hun zwangerschap. Ze hebben onvoldoende toegang tot de gezondheidszorg en zijn slachtoffer van discriminatie. Maar alsnog had hun dood vermeden kunnen worden. Hoewel vrouwen in Burkina Faso voor de wet gelijk zijn, hebben ze vaak geen inspraak in zaken zoals het moment waarop ze medische hulp zoeken of zwanger worden. Vaak worden ze dan ook te vroeg of ongewenst zwanger, wat erg gevaarlijk is voor moeder en kind. Bovendien krijgen zwangere vrouwen te maken met ontoegankelijke of onvoldoende gezondheidsvoorzieningen. Ziekenhuizen zijn ver weg en transport is er niet of het is onbetrouwbaar. Eens in een ziekenhuis, worden de vrouwen soms enkel behandeld na het betalen van extra geld voor medicijnen, injectienaalden of een bed. Deze extra kosten zorgen voor vertraging in de behandeling en brengen hun leven in gevaar. Vaak kunnen de vrouwen dit niet eens betalen, omdat er veel armoede heerst. Maar gelukkig is de overheid bereid om 80% van de kosten te financieren, en voor de allerarmste vrouwen de gehele kosten te betalen.
De Burkinese overheid erkent het probleem en heeft, in samenwerking met donororganisaties, al plannen gemaakt die het moedersterftecijfer in sommige delen van het land deden dalen. Toch schieten de plannen vaak tekort omdat er weinig veranderingen in het beleid worden gebracht en een gebrek aan aansprakelijkheid van medisch personeel.
De gezondheidszorg wordt voor vrouwen vaak geblokkeerd door gebrekkige voorraden en medisch materiaal, een tekort aan opgeleid personeel, een negatieve of zelfs discriminerende houding van gezondheidswerkers tegenover vrouwen en het feit dat op het platteland erg moeilijk is om toegang te krijgen tot gezondheidsvoorzieningen.

Levensverwachting
De levensverwachting ligt in Burkina Faso op gemiddeld 48 jaar. Dit is erg laag vergeleken met Nederland, waarin de gemiddelde leeftijd van mannen ligt op 78 jaar en van vrouwen op 82,3 jaar. (cijfers dateren uit 2007).

Bron: http://i44.tinypic.com/9sgsif.gif:

Bron

 

Bron: http://i44.tinypic.com/157otty.gif

 

Het eerste grafiekje toont de levensverwachting per leeftijd aan voor mannen en vrouwen. De tweede grafiek toont de overlevingskans per leeftijd voor mannen en vrouwen aan.
Zuigelingensterfte

In Burkina Faso overlijdt 1 op de 10 pas geborenen. Van de kinderen die voor hun 5e levensjaar overlijden, is 1 op de 5 pasgeborene. Dit is een heel hoog aantal, als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Groot-Brittannië, waarin het aantal kinderen dan voor hun 5e levensjaar overlijd 6 op de 1000 is. Maar omdat er heel veel kinderen sterven pas na de geboorte, krijgen de vrouwen gemiddeld bij elkaar ook veel kinderen, namelijk 6 gemiddeld per gezin. Hierdoor lopen de vrouwen wel een grotere kans om te overlijden tijdens de bevalling, omdat ze vaker bevallen. De kans dat een vrouw sterft tijdens haar bevalling is in Burkina Faso 1 op 100. Dit komt vooral omdat er maar bij 40% van alle bevallingen medisch personeel aanwezig is. En dit ligt aan het feit, dat er een enorm gebrek is aan medisch personeel. Ook ziekenhuizen waar mensen echt goed worden geholpen, zijn moeilijk te vinden.

 

 

Ziektes
HIV en AIDS zijn ziektes die jaarlijks veel doden kosten, vooral jongere mensen. Er zijn schattingen die beweren dat 120.000 kinderen wees zijn geworden als gevolg van deze ziektes. Tuberculose komt de laatste tijd ook redelijk vaak voor in Burkina Faso. (ongeveer 223 op de 100.000 mensen hebben het). Een andere ziekte is malaria. Deze ziekte komt voornamelijk voor bij vrouwen die in verwachting zijn, en hun (ongeboren) kinderen. De ziekte zorgt ervoor dat de kinderen van deze vrouwen aandoeningen krijgen bij de geboorte. Bijvoorbeeld een laag gewicht en bloedarmoede, dat vaak leid tot de dood.

 

 

Vrouwenbesnijdenis

 

http://www.korps-politie-suriname.com/dossiers/vrouwenbesnijdenis/vrouwenbesnijdenis.htm

Vrouwenrechten, vrouwenbesnijdenis
Hannah Koroma uit Sierra Leone vertelt:
"Op tien jarige leeftijd werd ik besneden. Mijn grootmoeder vertelde mij toen dat ze me naar de rivier zouden brengen om een bepaalde ceremonie uit te voeren en daarna zou ik een heleboel eten krijgen. Ik was nog maar een onschuldig kind en ik werd als een schaap naar de slachtbank gebracht.

Eenmaal aangekomen in het geheime woud, werd ik meegenomen naar een donkere kamer en werd ik uitgekleed. Ze blinddoekten mij en van al mijn kleren ontdaan. Twee sterke vrouwen brachten mij naar de plek.

Ik werd door vier vrouwen gedwongen plat op mijn rug te gaan liggen, terwijl twee mijn benen vasthielden. Een andere vrouw zat boven op mijn borst om mijn bovenlichaam tegen te houden. Een stuk stof werd in mijn mond gedaan om mijn schreeuwen te stoppen.

Ik begon keihard te vechten, toen ik het mes voelde. De pijn was verschrikkelijk en ondragelijk. Tijdens het gevecht raakte ik ernstig gewond, waardoor ik veel bloed verloor. Ik werd besneden met een bot zakmes."


Wat is vrouwenbesnijdenis?

Welke vorm van besnijdenis, de leeftijd waarop het wordt uitgevoerd, en de manier waarop het gedaan wordt, verschilt naar de omstandigheden. De etnische achtergrond, het land of de regio, stedelijke of plattelandsgebied en de sociaal-economische omgeving. De operatie kan op verschillende leeftijden plaats vinden, variërend van net na de geboorte tot gedurende de eerste zwangerschap. Meestal gebeurt het bij meisjes tussen de vier en acht jaar. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie daalt de leeftijd, wat zou betekenen dat de praktijk steeds minder verbonden is met initiatieriten naar de volwassenheid. Met name in de stedelijke gebieden zou dit het geval zijn.

Sommige meisjes ondergaan de besnijdenis in hun eentje, maar meestal gaan meisjes, vaak zussen of buurmeisjes, gezamenlijk in een groep onder het mes. Daar waar vrouwenbesnijdenis onderdeel is van de initiatierite (naar de volwassenheid en volledig lidmaatschap van de clan), zoals in Afrika, worden meisjes van dezelfde leeftijdscategorie besneden. De verminking kan thuis uitgevoerd worden of in het huis van de buren, in een kliniek of bij een speciaal uitgekozen plek. Dat laatste is meestal bij de initiatierites het geval. Het gaat dan vaak om een heilige boom of rivier.

Degene die de besnijdenis uitvoert kan een oudere vrouw, een traditionele vroedvrouw of sjamaan, een kapper of een gekwalificeerde dokter of vroedvrouw zijn. De meisjes weten soms wel en soms niet wat er gaat gebeuren. Regelmatig is het ritueel omlijst met feestelijkheden en cadeautjes. In het geval van de initiatieriten is het een feestelijke gebeurtenis voor de gehele gemeenschap. Bij de feestelijke bijeenkomsten mogen meestal alleen vrouwen aanwezig zijn.

Meestal worden de meisjes niet verdoofd. Soms wordt hen gezegd in koud water te gaan zitten voordat de operatie begint. Allerlei instrumenten worden gebruikt, een stuk glas, een schaar, een deksel van een blikje of iets anders scherps. Na de besnijdenis worden de restanten van de lippen bij elkaar genaaid met draad of met doornen van een struik.

Soms worden de benen bij elkaar gebonden voor wel veertig dagen. Antisceptisch poeder wordt gebruikt, maar meestal traditionele zalfjes van kruiden, melk, eieren, as en mest. Bij initiatierites worden de meisjes naar een aparte plek gebracht om uit te rusten en om onderwijs te krijgen. Ziekenhuizen met gekwalificeerde dokters en narcose zijn alleen voor mensen met geld weggelegd.

"Vrouwenbesnijdenis" wordt het gebruik dikwijls genoemd, maar het is eigenlijk geen echte tegenhanger van de meer bekende mannenbesnijdenis. In dat laatste geval wordt de voorhuid van de penis weggesneden, wat niet helemaal als een "verminking" kan worden beschouwd: het seksueel functioneren van de man wordt er niet door aangetast.

Een echt vrouwelijk equivalent van de mannenbesnijdenis zou erin bestaan dat het voorhuidje van de clitoris wordt weggesneden, en dat gebeurt ook soms. Men noemt dat de "sunna-besnijdenis". In de meeste gevallen wordt echter veel meer weggesneden - soms onbedoeld, meestal intentioneel.
Vrouwenbesnijdenis kan verschillende verschijningsvormen aannemen. Het kan de gehele of de gedeeltelijke verwijdering van het vrouwelijke geslachtsorgaan inhouden. De meest extreme vorm is infibulatie, ook wel faraonische besnijdenis genoemd. Vijftien procent van alle besnijdenissen in Afrika behoren hiertoe. Het bestaat uit geheel of gedeeltelijk wegsnijden van de clitoris, geheel of gedeeltelijk wegsnijden van de kleine schaamlippen en het wegsnijden van de grote schaamlippen. Daarna worden de restanten van de grote schaamlippen aan elkaar genaaid tot een klein opening blijft voor de menstruatie en het plassen.
Het is duidelijk dat in deze laatste gevallen wel degelijk sprake is van een seksuele of genitale verminking die niet enkel het seksueel functioneren van de vrouw aantast, maar ook andere lichamelijke functies. "Vrouwenbesnijdenis" gaat dikwijls gepaard met schadelijke neveneffecten voor de gezondheid van de vrouw zoals bloedingen, infecties, uitgebreide littekenvorming of problemen bij zwangerschap of bevalling. In het geval van infibulatie kunnen infecties ontstaan doordat het menstruatiebloed niet tijdig uit het lichaam kan verwijderd worden, of vrouwen kunnen de grootste moeite hebben om te plassen.

Infibulatie kan overigens ook impliceren dat de ingreep voortdurend moet worden overgedaan. Bij het eerste seksueel contact moet een vrouw meestal letterlijk opengesneden worden. Bevallingen verlopen uiterst moeizaam en het kan gebeuren dat na een bevalling geëist wordt dat de vrouw terug "dichtgemaakt" wordt zolang zij haar kind zoogt en geen seksueel contact heeft met de man. Nadien herbegint de lijdensweg.

 

In Afrika vormt het wegsnijden van de clitoris en het wegsnijden van de kleine en grote schaamlippen 85 procent van de besnijdenissen. In sommige tradities wordt een rituele besnijdenis uitgevoerd, waarbij een mes tegen de vagina wordt gehouden, soms wat haar wordt weggeschoren of in de clitoris wordt geprikt. Activisten proberen een dergelijke rituele besnijdenis als alternatief aan te bieden.



Waar komt het voor?

In grote lijnen kan worden gesteld dat vrouwelijke genitale verminking een Afrikaans gebruik is. De verspreidingskaart maakt dat duidelijk. De meest extreme vorm -infibulatie dus - komt voor in een regio die vooral Sudan, Somalië en Ethiopië omvat, en in bepaalde streken van Mali. Excisie komt voor ten zuiden van de Sahara, van West- tot Oost-Afrika met het noorden van Kongo en Kenya als zuidelijke grens. Daarbuiten zijn er nog een paar uitzonderlijke gebieden in Noord-Tanzania, en sporadische meldingen, bv. van bij de Venda in Zuid-Afrika.

Buiten Afrika zijn er meldingen van het gebruik in Indonesië, Maleisië, Oman, Brazilië, Peru, maar in geen van die gebieden kan echter gesproken worden van een systematische praktijk.

Veel merkwaardiger is het gebruik van de clitoridectomie geweest in het Westen - West-Europa en Noord-Amerika - in de loop van de 19e en 20e eeuw. Tot in de jaren '50 werd "vrouwenbesnijdenis" er occasioneel uitgevoerd op vrouwen als "therapie" tegen allerlei "vrouwenziekten" die o.a. omvatten: hysterie, epilepsie, melancholie, geestesziekten, nymfomanie, masturbatie en... lesbianisme. Onnodig te zeggen dat de victoriaanse moraal van die tijd een grote rol speelde in het "diagnosticeren" van deze "ziekten".

 

Hoe oud is het gebruik?

Net zoals de mannenbesnijdenis is de vrouwenbesnijdenis een gebruik met een zo lange geschiedenis dat de oorsprong ervan niet meer valt te achterhalen. Mensen die het gebruik in verband willen brengen met één van de nu bestaande grote godsdiensten - zoals de islam bijvoorbeeld - zijn er dus aan voor hun moeite, want "vrouwenbesnijdenis" dateert van lang, lang vóór de islam.

Er zijn Egyptische mummies van de 16e eeuw vóór Christus gevonden die sporen vertoonden van genitale verminking. Het is dus bijna zeker dat wij het gebruik kunnen terugvoeren tot de prehistorie - en dat maakt het zeker niet gemakkelijker om de vraag naar het waarom ervan te beantwoorden.

Op welke leeftijd?

Op welke leeftijd wordt "vrouwenbesnijdenis" uitgevoerd? Dat hangt af van streek tot streek.

In zeer veel streken maakt de ingreep deel uit van zogenaamde initiatierituelen, rituelen die de overgang van kind-zijn naar volwassenheid begeleiden. Zeer veel volkeren kennen zo'n rituelen voor jongens en meisjes, bij sommigen zijn ze enkel gebruikelijk voor jongens, bij nog andere volkeren enkel voor meisjes.

In de regel worden initiatierituelen georganiseerd voor een groep jongeren die de puberteitsleeftijd bereikt hebben. Uiteraard zijn er aparte rituelen voor jongens en voor meisjes. Dikwijls gaan ze gepaard met een periode van afzondering. De jongens of de meisjes gaan dan voor een tijd in groep samenwonen, bijvoorbeeld op een geheime plek in het bos of in een min of meer afgezonderde woning. Zo'n rituele plaats is enkel toegankelijk voor geïniteerden van hetzelfde geslacht. Gedurende deze afzonderingsperiode leren de jongeren wat hun taak als volwassen mannen of vrouwen in de maatschappij is en welke gedragingen voor hen passend worden geacht. Dikwijls moeten ze ook bepaalde proeven ondergaan, en het geheel wordt afgerond met een plechtige uittrede en een groot feest. Besnijdenis, zowel van jongens als van meisjes, kan een voorwaarde zijn om geïnitieerd te worden of kan integraal deel uitmaken van het initiatieproces.

Initiatierituelen zijn bijzonder belangrijk: ze geven aan de betrokken jongeren hun plaats in de wereld van de volwassenen. Voor jongens betekent het dat ze nu meer en meer met de mannen zullen optrekken, voor de meisjes betekent het in veel gevallen dat ze huwbaar zijn. Dikwijls worden ze dan ook kort na hun initiatie uitgehuwd.

In andere gebieden - zeker daar waar infibulatie voorkomt - wordt de ingreep bij de meisjes op een veel jongere leeftijd uitgevoerd: 3-4 à 6-7 jaar. Daarbij verdwijnt dan ook het aspect initiatie/overgangsritueel. In meer zeldzame gevallen heeft de "besnijdenis" plaats op een oudere leeftijd, bijvoorbeeld vlak vóór het huwelijk.

 

 

Vanaf welke leeftijd word het gedaan?


Welke vorm van besnijdenis, de leeftijd waarop het wordt uitgevoerd, en de manier waarop het gedaan wordt, verschilt naar de omstandigheden. De etnische achtergrond, het land of de regio, stedelijke of plattelandsgebied en de sociaal-economische omgeving. De operatie kan op verschillende leeftijden plaats vinden, variërend van net na de geboorte tot gedurende de eerste zwangerschap. Meestal gebeurt het bij meisjes tussen de vier en acht jaar. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie daalt de leeftijd, wat zou betekenen dat de praktijk steeds minder verbonden is met initiatieriten( het moment dat iemand volwassenen word) naar de volwassenheid. Met name in de stedelijke gebieden zou dit het geval zijn.

Sommige meisjes ondergaan de besnijdenis in hun eentje, maar meestal gaan meisjes, vaak zussen of buurmeisjes, gezamenlijk in een groep onder het mes. Daar waar vrouwenbesnijdenis onderdeel is van de initiatierite (naar de volwassenheid en volledig lidmaatschap van de clan), zoals in Afrika, worden meisjes van dezelfde leeftijdscategorie besneden. De verminking kan thuis uitgevoerd worden of in het huis van de buren, in een kliniek of bij een speciaal uitgekozen plek. Dat laatste is meestal bij de initiatierites het geval. Het gaat dan vaak om een heilige boom of rivier.

 

Wie voert de besnijdenis uit en hoe gebeurt het?

Degene die de besnijdenis uitvoert kan een oudere vrouw, een traditionele vroedvrouw of sjamaan, een kapper of een gekwalificeerde dokter of vroedvrouw zijn. De meisjes weten soms wel en soms niet wat er gaat gebeuren. Regelmatig is het ritueel omlijst met feestelijkheden en cadeautjes. In het geval van de initiatieriten is het een feestelijke gebeurtenis voor de gehele gemeenschap. Bij de feestelijke bijeenkomsten mogen meestal alleen vrouwen aanwezig zijn.

Meestal worden de meisjes niet verdoofd. Soms wordt hen gezegd in koud water te gaan zitten voordat de operatie begint. Allerlei instrumenten worden gebruikt, een stuk glas, een schaar, een deksel van een blikje of iets anders scherps. Na de besnijdenis worden de restanten van de lippen bij elkaar genaaid met draad of met doornen van een struik.

 

Soms worden de benen bij elkaar gebonden voor wel veertig dagen. Antisceptisch poeder wordt gebruikt, maar meestal traditionele zalfjes van kruiden, melk, eieren, as en mest. Bij initiatierites worden de meisjes naar een aparte plek gebracht om uit te rusten en om onderwijs te krijgen. Ziekenhuizen met gekwalificeerde dokters en narcose zijn alleen voor mensen met geld weggelegd.

 

Hoeveel meisjes worden er besneden?

Wereldwijd zijn ongeveer 135 miljoen meisjes en vrouwen besneden, terwijl er jaarlijks rond de twee miljoen meisjes het risico lopen op de ingreep. Dat is ongeveer 6000 per dag. Vrouwenbesnijdenis komt vooral voor in midden-Afrika en in een aantal landen in het Midden-Oosten. Ook wordt het in de andere delen van de wereld gepraktiseerd en dan met name bij migrantengemeenschappen (uit Afrika en Midden-Oosten).

Genitale verminking wordt gedaan in meer dan 28 Afrikaanse landen. Er zijn geen cijfers bekend over Azië. Wel is het geconstateerd bij een aantal gemeenschappen in Indonesië, Sri Lanka en Maleisië, maar er is heel weinig bekend over de methoden. In India bestaat een kleine moslimsekte, de Daudi Bohra, die wel besnijdenis van vrouwen uitvoert. In het Midden-Oosten komt de verminking voor in Egypte, Oman, Jemen en de Verenigde Arabische Emiraten.

Er zijn meldingen van vrouwenbesnijdenis bij sommige indianengemeenschappen in Centraal- en Zuid-Amerika, maar ook hier is heel weinig informatie voor handen. In de geïndustrialiseerde landen wordt het alleen door migranten, afkomstig uit de landen waar vrouwenbesnijdenis wordt uitgevoerd, gepraktiseerd.

 

De wetgeving.

In een aantal landen bestaat er wetgeving die vrouwenbesnijdenis verbiedt. Wetgeving is erg belangrijk in de strijd tegen vrouwenbesnijdenis, ook al zijn er ook enkele risico's en problemen aan verbonden. Want wanneer genitale verminking gecriminaliseerd wordt, is de kans groot dat het clandestien uitgevoerd zal worden en dan heeft men totaal geen controle of overzicht meer over de praktijk.

In Kenia en Soedan werden de wetgevende initiatieven ondermijnd, omdat ze in verband gebracht werden met eerdere tussenkomsten van het vroegere koloniale gezag. Pogingen om de wetgeving te doen naleven leidden in Soedan tot enorm protest van de bevolking en daarom werd besloten om er van af te zien. In Kenia is genitale verminking nu bij de wet verboden, maar het komt in de praktijk nog veelvuldig voor. In verschillende Afrikaanse landen waar er een wetgeving betreffende vrouwenbesnijdenis bestaat, wordt deze niet uitgevoerd uit angst bepaalde machtige groeperingen van zich te vervreemden of de spanningen tussen gemeenschappen die de praktijk beoefenen en gemeenschappen die ze niet beoefenen, te verergeren.

 

Culturele achtergrond.

Gewoonten en tradities zijn de meest genoemde redenen voor vrouwenbesnijdenis. Het bepaalt, samen met andere fysieke tekenen en het gedrag van het meisje, of zij bij de groep hoort. Dat geldt nog sterker voor die gemeenschappen waar besnijdenis een essentieel onderdeel is van de initiatierite. Voor veel mensen is het een essentieel onderdeel van de identiteit, waardoor ze het gevoel hebben dat afschaffing ervan zou leiden tot de gehele instorting van het tribale systeem. In die gemeenschappen kan een meisje niet volwassen zijn als ze niet besneden is. Ook wordt vaak gezegd dat alleen buitenstaanders en buitenlanders onbesneden zijn.

Vrouwenbesnijdenis vormt een essentieel onderdeel van haar gender-identiteit. Het is onlosmakelijk verbonden met vrouwelijkheid. Een meisje wordt dan pas als een volledige vrouw gezien. Voor een groot gedeelte bepaalt vrouwenbesnijdenis het verschil tussen mannen en vrouwen en hun toekomstige rol in de gemeenschap.


In veel gemeenschappen wordt gezegd dat besnijdenis een seksuele lustvermindering teweeg brengt en daarom goed is voor het huwelijk. De vrouw zou dan niet meer de behoefte krijgen om vreemd te gaan. Onbesneden vrouwen zijn dus gevaarlijk. Zij zouden ontrouw zijn en zich onzedelijk gedragen. In de praktijk kunnen deze vrouwen vaak ook niet aan een man komen. In het geval van infibulatie (de meest extreme vorm van vrouwenbesnijdenis) wordt een vrouw alleen 'dichtgenaaid' en 'opengeknipt' voor haar echtgenoot. Gemeenschappen waar infibulatie een gewoonte is, zijn zeer patriarchaal (vader is baas in het gezin,mannen zijn de baas)


Soms wordt gezegd, dat besnijdenis het genot van de man verhoogt en dat daarom vrouwen besneden moeten worden. Maar vaker wordt gehoord -en dat wordt meer in een informele sfeer gezegd- dat mannen liever een onbesneden vrouw hebben als seksuele partner. Voor mannen schijnt de daad met een besneden vrouw ook fysiek pijn te doen. Hygiëne en reinheid worden eveneens vaak genoemd als reden. In de eigen taal heet het ook meestal niet besnijdenis, maar zuivering -tahara in Egypte of tahur in Soedan- of reiniging -sili-ji bij de Bambarra in Mali.

In vele gemeenschappen worden onbesneden vrouwen gezien als onrein en mogen daarom geen water en voedsel aanraken. Nauw hiermee verbonden is de notie, dat het vrouwelijke geslachtsdeel lelijk is. Bij sommige volken wordt gedacht dat de lippen doorgroeien tot op de grond als de clitoris niet weggehaald wordt. Anderen denken dat de clitoris gevaarlijk is en dat aanraking met de penis een man zou doden en dat aanraking van het babyhoofd tijdens de bevalling tot de dood van het kind zou leiden.

 

Waarom?

Met de vraag naar het waarom van het gebruik komen we bij de essentie ervan. Helaas kan op deze vraag geen éénduidig antwoord worden gegeven. Elk volk heeft zijn eigen verklaring voor het gebruik en voert zijn eigen argumenten aan om het in stand te houden.

De argumenten die worden gegeven kunnen wij in een aantal groepen bij mekaar brengen, nl.: traditie en godsdienst, gezondheid en hygiëne, sociaal-culturele redenen, economische redenen en redenen die verband houden met de genderrelaties.

 

Traditie en godsdienst

Het eerste antwoord zal wellicht iets zijn in de zin van: het is altijd zo geweest, ons volk heeft dit altijd gedaan, het is een kenmerk van ons volk. Dikwijls zal daarbij melding worden gemaakt van een bovennatuurlijke rechtvaardiging: God, de goden, de geesten, de voorouders... zij willen het zo. Ofwel wordt de nadruk gelegd op de vanzelfsprekendheid van het gebruik: àlle vrouwen zijn toch besneden? Het hoort toch zó?

Dit is het soort antwoorden dat de traditie benadrukt: het is altijd zo geweest, dus is het ook goed. En tussen haakjes: het kan best zijn dat men inderdaad gelooft dat overal ter wereld vrouwen besneden worden, omdat dat nu eenmaal zo hoort ...

Dikwijls wordt het argument van de godsdienst gehanteerd, en daarmee wordt op de eerste plaats verwezen naar de grote monotheïstische wereldgodsdiensten: christendom, islam en jodendom. In sommige islamitische gebieden waar het gebruik voorkomt kan men inderdaad van oordeel zijn dat het een religieuze plicht is, maar dat is het helemaal niet. Wanneer we het bij de islam houden, dan zien we inderdaad dat genitale verminking voorkomt in islamitische landen zoals Egypte, Soudan en Somalië, maar helemaal niet in de Maghreblanden of in het Midden-Oosten. Vrouwelijke genitale verminking komt voor in christelijke, zowel als in islamitische, animistische of joodse contexten. In dat laatste geval denken we bv. aan de Ethipische joden, de Falasja's. Geen enkele van de grote godsdiensten schrijft vrouwenbesnijdenis voor - hoogstens nemen ze een neutrale houding aan tegenover het gebruik.

 

Gezondheid en hygiëne

Waar mannenbesnijdenis voorkomt - ook in het Westen - wordt dikwijls het aspect hygiëne aangehaald: besnijdenis zou hygiënischer zijn en ziekten voorkomen. Op een gelijkaardige manier wordt soms ook vrouwenbesnijdenis gerechtvaardigd: vrouwelijke genitalia worden dan als "onrein" beschouwd en de ingreep bevordert de "reinheid", de "zuiverheid". De vraag is dan of men met een dergelijke terminologie wel verwijst naar hygiëne in onze betekenis van het woord. Weliswaar zegt men hier en daar dat besneden vrouwen "lekker ruiken", maar de medische wetenschap leert ons dat besneden vrouwen heel wat meer hygiënische problemen hebben dan niet-besneden vrouwen. Zeker wanneer er sprake is van infibulatie kan het gebeuren dat urine en menstruatiebloed niet tijdig uit het lichaam kunnen wegvloeien en daardoor infecties veroorzaken.

Bij sommige volkeren kan men horen dat besnijdenis kindersterfte voorkomt en dat ze de vruchtbaarheid verhoogt, want "de clitoris zit in de weg". De ironie is dan ook dat vrouwenbesnijdenis in de realiteit dikwijls de oorzaak is van onvruchtbaarheid en van moeilijke bevallingen. Waar infibulatie voorkomt kan men dan weer horen dat dit verhindert dat de baarmoeder uit het lichaam zou vallen.

Medisch gezien staat het vast dat alle vormen van genitale verminking bij vrouwen aanleiding kunnen geven tot een groot aantal schadelijke neveneffecten, gaande van infecties en zware littekenvorming tot moeilijke bevallingen, onvruchtbaarheid, pijnlijke menstruaties, problemen bij het plassen enzo meer. Men kan zich dan ook afvragen hoe de betrokkenen zelf hierop reageren. In de meeste gevallen worden die neveneffecten niet in verband gebracht met de ingreep. Voor de plaatselijke bevolking is het meestal ook moeilijk om te vergelijken: daar waar het gebruik voorkomt, geldt het voor alle vrouwen, en dus kan men niet vergelijken met vrouwen die niet besneden zijn. Al die kwalen worden dus gewoon als "normaal" beschouwd - het is nu eenmaal het lot van een vrouw om gevoelig te zijn voor dat soort kwalen .

 

Sociaal-culturele redenen

Daar waar één of andere vorm van genitale verminking voorkomt, wordt die in de regel beschouwd als een absolute voorwaarde om als volwaardige vrouw te worden aanvaard in de maatschappij. Besnijdenis helpt de meisjes om hun verantwoordelijkheid als volwassen vrouwen te kunnen opnemen, zo heet het dan. Van groot belang is daarbij dat men pijn lijdt: het is precies het doorstaan van de pijn die van kinderen volwassenen maakt.

Wanneer de besnijdenis uitgevoerd wordt op de puberteitsleeftijd gaat ze meestal gepaard met al dan niet uitgebreide initiatierituelen, zoals eerder beschreven. Dat verhoogt uiteraard nog het maatschappelijk belang van het gebruik: meisjes die samen besneden werden zullen een soort van leeftijdscategorie vormen en ook in het latere leven zullen zij een sterke band met mekaar voelen.

Wanneer gezinnen naar het Westen trekken - als migrant of als vluchteling - dan kan het gebeuren dat een gebruik als vrouwenbesnijdenis nog aan belang wint, omdat het een uiting wordt van de wil om de eigen cultuur in stand te houden, en omdat men op die manier de jonge meisjes wil beschermen tegen wat men ervaart als het "westerse zedenverval".

 

Economische redenen

Een initiatie annex besnijdenis kan voor de familie van een meisje een gelegenheid zijn om hun welvaart tentoon te spreiden en om op die manier hun maatschappelijke positie te benadrukken - door bv. het grootste feest te geven of het meest geschenken uit te delen. Maar er kunnen nog andere economische redenen aangehaald worden die meehelpen om het gebruik in stand te houden, nl. dat het de besnijdsters een inkomen en een maatschappelijke status bezorgt.

Op een paar uitzonderingen na wordt de ingreep bijna steeds uitgevoerd door vrouwen. Voor velen onder hen is het één van de weinige mogelijkheden om een inkomen te verwerven - en in ieder geval geeft het heel wat maatschappelijk prestige. Vandaar dat ook dikwijls de vrouwen de grootste verdedigers zijn van het in stand houden van de vrouwenbesnijdenis.

 

Het verband met de genderrelaties

De meeste verklaringen die gegeven worden voor vrouwelijke seksuele verminking hebben op één of andere manier te maken met de man-vrouwrelatie - en wellicht komen we daarmee ook bij de kern van de zaak.

Dikwijls wordt onomwonden verklaard dat een vrouw beheerst wordt door "ongeremde lusten" en dat een besnijdenis helpt om de seksuele verlangens van de vrouw te temperen. In dezelfde lijn liggen dan verklaringen als zou besnijdenis een man verzekeren van de trouw van zijn echtgenote en er dus ook voor zorgen dat er geen buitenechtelijke kinderen worden geboren. Maar in de praktijk blijkt dat helemaal niet te beantwoorden aan de realiteit: zelfs daar waar infibulatie voorkomt blijken bepaalde vrouwen er buitenechtelijke relaties op na te houden en dus ook wel eens buitenechtelijke kinderen te krijgen. Genitale verminking mag dan al het seksueel genot van vrouwen onmogelijk maken, het verhindert duidelijk niet het seksueel verlangen.

Een andere bewering die men wel eens hoort in gebieden waar infibulatie voorkomt is, dat het het genot van de man verhoogt, maar wanneer men mannen in diezelfde regio ondervraagt, dan blijken hun opinies daaromtrent op zijn minst ambivalent te zijn: zij zullen allemaal wel de voorkeur geven aan een geïnfibuleerde vrouw als echtgenote, maar wanneer zij daar ervaring mee hebben geven ze dikwijls de voorkeur aan seksueel contact met niet-besneden vrouwen.

Een zeer algemeen voorkomende bewering is tenslotte dat besnijdenis de eer van de vrouwen beschermt.

Merkwaardig is dat bij veel volkeren die één of andere vorm van genitale verminking toepassen het idee voorkomt dat de clitoris een gevaarlijk orgaan is. In landen als Mali, Burkina Faso, Kenya, Soudan en Nigeria zijn er volkeren die beweren dat de clitoris een agressief orgaan is dat levensbedreigend kan zijn. Een paar voorbeelden van uitspraken die men bij verschillende volkeren kan horen: de clitoris kan een vrouw onvruchtbaar maken en kinderen bij de bevalling doden; hij kan impotentie en verlies van mannelijkheid bij de echtgenoot veroorzaken, hij kan zelfs een man doden, want hij kan als een angel in de penis prikken.

De Bamana van Mali brengen mannen- en vrouwenbesnijdenis met mekaar in verband wanneer zij beweren dat zowel in de voorhuid als in de clitoris een kwade geest zit die het jongeren onmogelijk maakt om volwassen te worden. Daarom moeten zij allebei worden weggesneden.

En tenslotte vindt men hier en daar de bewering dat de clitoris moet worden weggesneden omdat hij anders tot onder de knie zou kunnen groeien - een bewering die men nooit zal aantreffen met betrekking tot de penis!

Het voorbeeld van de Bamana bengt ons waarschijnlijk bij de echte essentie van besnijdenisgebruiken, nl. het wegnemen van de gender-ambivalentie.

In Ethiopië wordt gesteld dat de clitoris teveel lijkt op het mannelijk geslachtsdeel en dat hij daarom moet weggesneden worden. De Bamana en de Dogon van Mali stellen expliciet dat mannen worden geboren met een vrouwelijk kenmerk, nl. de voorhuid, en dat vrouwen worden geboren met een mannelijk kenmerk, nl. de clitoris. Besnijdenis is dus een middel om de seksen duidelijk van mekaar te scheiden.
Daarbij mag men niet vergeten dat dergelijke opvattingen passen in de context van een maatschappij waarin een sterke tweedeling bestaat in een mannen- en een vrouwenwereld, een maatschappij met uitgesproken rolpatronen waarin mannen en vrouwen elk hun eigen positie hebben en op alle terreinen complementair zijn.

Die complementariteit van man en vrouw is in alle traditionele Afrikaanse maatschappijen een bijzonder fundamenteel gegeven en bijna overal komen rituelen voor die dit moeten benadrukken, ook in regio's waar geen vrouwenbesnijdenis voorkomt. Een merkwaardig voorbeeld is dat van de Dii in Kameroen. Zij kennen geen vrouwenbesnijdenis want bij hen wordt de clitoris beschouwd als de essentie van het vrouw-zijn, maar zij kennen wel een bijzonder pijnlijke vorm van jongensbesnijdenis. Men zegt dat het precies de pijn is die van jongens mannen maakt, en men is ervan overtuigd dat niet-besneden mannen nooit in staat zullen zijn om hun echtgenotes te laten gehoorzamen en dat zij door hen zullen gedomineerd worden. Dat maakt meteen duidelijk hoe de relatie tussen mannen en vrouwen gezien wordt.

Samen met de jongens krijgen de meisjes echter ook een vorm van initiatie via een uiterst pijnlijke genitale behandeling. Daarbij krijgen ze de boodschap mee: "zoveel pijn zal je lijden als je te vlug toestemt in seksueel contact". Voor hen betekent de pijn dus iets anders voor de jongens: ze moet hen bescheidenheid bijbrengen.

Vrouwelijke seksuele verminking en sociale context

Hoe vreemd en gruwelijk gebruiken rond genitale verminking voor ons ook lijken, ze maken dus duidelijk deel uit van een ruime sociaal-culturele context. Ze zijn zeer diep geworteld in een maatschappij én in de persoonlijkheid van wie deel uitmaakt van die maatschappij. Daar waar het gebruik voorkomt zal het niet alleen de positie van de betrokkenen bepalen, maar ook die van de andere leden van de groep.

Zo is vrouwenbesnijdenis automatisch een voorwaarde om te kunnen huwen. Niet-besneden vrouwen zullen geen huwelijkspartner vinden want zij zijn "onrein", zij maken geen deel uit van de maatschappij. Geen enkele man zal dus met hen willen huwen. Dat is belangrijk om weten, want in een traditionele maatschappij wordt iedereen verondersteld om te huwen. Huwen is de enige manier om erkend te worden als volwaardig lid van de gemeenschap en in feite is het zelfs de enige manier om te overleven.

Soms is het onbesneden vrouwen verboden om bepaalde zaken te doen: koken voor mannen bv., of aanwezig zijn bij begrafenissen. Telkens gaat het dan om specifieke taken of verplichtingen die van volwassen vrouwen verwacht worden. M.a.w. een niet-besneden vrouw is geen volwassen vrouw.

In bepaalde gevallen heeft het al dan niet besneden zijn van een vrouw een directe weerslag op andere personen in haar omgeving. Bij de Samburu van Kenya bv. kan een jonge man niet toetreden tot de leeftijdsklasse van de krijgers wanneer één van zijn oudere zussen niet besneden is. Toetreden tot de klasse van de krijgers is zeer belangrijk bij de Samburu want het betekent dat de jongeman volwassen wordt. Een dergelijk gebruik zet de vrouwen dus zeer sterk onder druk om de traditie te volgen en zich te laten besnijden.

Het maatschappelijk belang van vrouwenbesnijdenis verklaart waarom het gebruik zo moeilijk verlaten wordt. Er is zelfs een geval bekend waarbij in een zeer recente periode vrouwenbesnijdenis werd ingevoerd op initiatief van de vrouwen zelf.

Bij de Balante van Senegal zijn de vrouwen de laatste decennia economisch zo succesvol geweest dat zij de mannen overtreffen en dat de machtsbalans in het voordeel van de vrouwen is omgeslagen. Traditioneel kennen de Balante enkel een mannenbesnijdenis waarbij ook de opvatting heerst dat de pijn de mannen een superieure positie bezorgt in de maatschappij, dat besneden worden een bijzonder grote eer is.

In het kielzog van de veranderende machtsbalans tussen mannen en vrouwen zien we dat vrouwen een veel grotere rol zijn gaan spelen bij maatschappelijk belangrijke gebeurtenissen: ze spelen een grotere rol bij het regelen van huwelijken en soms hebben ze zelfs rituele taken overgenomen die traditioneel het privilege van de mannen waren. De mannenbesnijdenis is er bovendien op achteruitgegaan, een betekenisvolle trend als men weet dat mannen precies prestige verwerven door die besnijdenis.

Het merkwaardigste is echter dat ook de vrouwen voor zichzelf de besnijdenis hebben ingevoerd als uiting van hun toenemende economische en spirituele macht. Daardoor slagen ze erin om, net zoals de mannen, een groter maatschappelijk prestige te verwerven en een belangrijker rol te spelen in het religieus-rituele leven. Door de besnijdenis worden zij bv. ook geacht om in contact te kunnen treden met de voorouders.

Dat verklaart dan ook waarom bij de Balante de mannen de grootste tegenstanders zijn van vrouwenbesnijdenis!

Vooral het laatste voorbeeld maakt duidelijk hoe compex gebruiken rond vrouwelijke genitale verminking kunnen zijn.

Daar waar ze voorkomen zitten ze zeer diep geworteld in de sociaal-culturele context van de maatschappij. Vrouwenbesnijdenis afschaffen betekent dan ook dat geraakt wordt aan een aantal essentiële en diepgewortelde kenmerken van een cultuur.
Dat betekent dat veranderingen op korte termijn moeilijk zullen te realiseren zijn.

Vrouwelijke genitale verminking bepaalt de identiteit van een vrouw - mét of zonder initiatierituelen. Alleen wie de ingreep ondergaan heeft kan zich een volwaardig lid van de maatschappij noemen en kan deelnemen aan alle aspecten van het maatschappelijk gebeuren.
Dat betekent dat veranderingen moeten rekening houden met de opbouw van een nieuwe identiteit, een andere maatschappelijke rol voor de vrouwen.

Vrouwelijke genitale verminking speelt een primordiale rol in de man-vrouwrelatie: allebei hebben ze hun eigen redenen om het gebruik in stand in stand te houden.
Dat betekent dat veranderingen een engagement vereisen van iedereen in de samenleving, van mannen zowel als van vrouwen.

Vrouwelijke seksuele verminking maakt fundamenteel deel uit van de culturele eigenheid van de betrokken volkeren. Dikwijls hebben zij het koloniale verleden nog niet helemaal verwerkt, de tijd waarin hun eigen cultuur als minderwaardig werd beschouwd tegenover het Westen.


Verandering moet dus rekening houden met die gevoeligheid, en mag niet eenzijdig worden opgedrongen vanuit het Westen. Dan riskeert men een averechts effect te krijgen zoals destijds in Kenya gebeurd is: een verbod op vrouwenbesnijdenis bij de Gikuyu door een protestantse kerk heeft er aan het eind van de koloniale periode toe geleid dat het in stand houden van het gebruik als een strijdmiddel tegen het Britse imperialisme werd gehanteerd.

Belangrijk in de strijd voor de afschaffing van vrouwelijke genitale verminking is dat men vooral steun verleent aan wie vanuit de betrokken gemeenschappen werkt, dat een zeer sterke nadruk gelegd wordt op vorming en voorlichting voor de vrouwen - maar ook voor de mannen- en dat men de steun verwerft van alle plaatselijke autoriteiten, politiek of religieus, traditioneel of modern.

Medicalisering van het gebruik lijkt daarbij uit den boze: door sommigen wordt dit verdedigd om bv. sterfgevallen en fysieke schade te beperken, maar het geeft burgerrecht in een moderne maatschappij aan een gebruik dat eigenlijk alleen een functie heeft - of had - in een traditionele context.

 

 


Waarom wordt een meisje besneden? Waar komt het gebruik vandaan?

Ouders laten de besnijdenis uitvoeren omdat zij anders geen enkele kans heeft ooit een man te krijgen, dus om haar toekomst veilig te stellen. Huwbaarheid is de meest constante factor, evenals collectiviteit (mensen zitten gevangen in hun sociale norm: omdat alle anderen hun dochters laten besnijden, is een ieder gedwongen mee te doen). Veel meisjes en vrouwen zien de ingreep als iets vanzelfsprekends: het hoort erbij, iedereen is immers besneden. De meisjes kunnen trots ervaren als het gebeurd is. Het besnijden bepaalt de vrouwelijke identiteit van het meisje en haar toekomst. De pijn hoort bij het leven van een vrouw, zoals ook de pijn bij een bevalling. Mensen die het gebruik praktiseren, geven onder meer de volgende redenen:
• het vergroot haar huwelijkskansen
• het beschermt de maagdelijkheid van het meisje
• het geeft haar status in de gemeenschap 
• een geïnfibuleerde vrouw is mooi
• het is een teken van een goede opvoeding
• het zou een religieus voorschrift zijn

 

Als een meisje niet besneden wordt

In een gemeenschap waar besnijdenis traditie is, kunnen de sociale gevolgen voor een onbesneden meisje groot zijn. De familie en de gemeenschap:
• beschouwen het meisje als onrein
• verdenken haar van seksueel ongeremd gedrag
• oefenen sociale druk uit op de voortzetting van de traditie. Een onbesneden, ‘open’ vrouw maakt de familie te schande maken, wordt doorgaans uitgestoten en heeft minder kans op een huwelijk Onderzoek heeft veel argumenten opgeleverd om de positieve motieven om een meisje te laten besnijden, ter discussie te stellen. Gevolgen voor de gezondheid is daar een zeer belangrijke van. In voorlichtings-campagnes wordt daar dan ook veel aandacht aan besteedt. (Ook) in Afrika gaan voorlichtingsgesprekken over meisjesbesnijdenis vaak gepaard met afbeeldingen van bevallingen van onbesneden vrouwen en van besneden vrouwen. 

 

Waarom wordt een meisje besneden? Waar komt het gebruik vandaan?

Hiermee wordt een direct verband gecreëerd tussen vrouwelijke genitale verminking en de baringservaringen van besneden vrouwen. Tot op dat moment wordt vaak verondersteld dat de complicaties die zij tegenkomen, universeel zijn. Ditzelfde verband wordt vaak gemaakt rondom klachten betreffende menstruatie en geslachtsverkeer. (zie ook gevolgen gezondheid)De wreedheid van besnijdenis roept vragen op hoe het komt dat meisjesbesnijdenis een zo wijdverspreide gewoonte is. Uit onderzoek komt vaak de suggestie naar voren dat het vrouwen zijn die de besnijdenis uitvoeren, organiseren en in stand houden. Momoh (2004) concludeert na onderzoek onder Somalische vrouwen dat vrouwelijke genitale verminking zo verankert is met hun culturele identiteit dat deze vrouwen het eisen voor hun dochters. Voor hun is het de norm voor (een brug naar het) vrouw-zijn, en zij kunnen zich niet voorstellen dat een vrouw niet besneden is. Besnijdenis wordt beschouwd als middel voor sociale cohesie en bescherming van de familie-eer. Om die reden kan het bestempelen van de ingreep als ‘mutilatie’ als een belediging worden opgevat. De term mutilatie is tegenstrijdig met de overtuiging dat zij juist het beste voor hebben met hun dochter.

 

Herkomst van meisjesbesnijdenis

De exacte herkomst van meisjesbesnijdenis is niet duidelijk. Als traditie wordt ze vaak gekoppeld aan de islam, maar in de koran komt ze niet aan de orde. Bovendien zijn er ook christelijke volken die meisjesbesnijdenis toepassen. De eerste beschrijvingen hierover zijn gevonden in Egypte. Waarschijnlijk is het een pre-christelijk, pre-islamitisch gebruik dat in sommige gebieden later verweven is geraakt met het geloof.

 

Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen, waar geen medische noodzaak voor is. 
Er zijn verschillende manieren waarop de vrouwelijke geslachtsorganen worden besneden. Het varieert welk deel van de geslachtsorganen verminkt wordt, en de mate waarin. Dit is afhankelijk van wat lokaal gebruikelijk is, heeft te maken met de wens van de ouder(s) en hangt af van diegene die de besnijdenis uitvoert. De World Health Organization (WHO) onderscheidt vier vormen:
Type 1. Gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris, en/of de voorhuid. Deze vorm wordt clitoridectomie genoemd. 
Type 2. Gedeeltelijk of totale verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen. Dit wordt ook excisie genoemd.
Type 3. Vernauwen van de vaginale opening door wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris. Dit wordt ook infibulatie genoemd. 
Type 4. Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen, zoals prikken, piercing, kerven, schrapen en wegbranden. 

 

   

Niet meer besnijden

In Burkina Faso worden jongens én meisjes besneden. In veel landen (ook in Burkina Faso!) is het officieel verboden om meisjes te besnijden. Het klinkt misschien gek, maar moeders laten hun dochters besnijden om ze te beschermen. Als meisjes niet besneden zijn, worden ze als onrein beschouwd. Het is een traditie van duizenden jaren oud. Niemand praat erover. Toch wordt het taboe langzaam doorbroken. Steeds meer moeders besluiten om hun dochters niet te laten besnijden.
http://www.planstation.nl/Zenders/Planeet+Plan/Burkina+Faso/Meer+info/

 

 

 

Vrouwenbesnijdenis in Europa is een blinde vlek

 

Vrouwenbesnijdenis maakt veel discussie en emotie los. In Europa is vrouwenbesnijdenis volgens de wet verboden. Maar in de praktijk weten Europese artsen, onderwijzers, politiemensen en juristen lang niet altijd goed om te gaan met deze geïmporteerde traditie. Uit onderzoek van Els Leye blijkt dat het tijd is voor meer duidelijkheid rondom vrouwenbesnijdenis.

Els Leye, cultuurwetenschapper aan de Universiteit van Gent, promoveerde deze maand op onderzoek naar vrouwenbesnijdenis, wetgeving en gezondheidszorg in Europa. Wereldwijd worden er 100 tot 140 miljoen meisjes en vrouwen besneden, volgens schattingen van de World Health Organization (WHO). Vooral in Afrika komen deze praktijken voor. Maar sinds de komst van migranten uit landen als Somalië, Mali en Soedan, wordt ook Europa geconfronteerd met vrouwenbesnijdenis. Europese landen hebben vaak geen goed antwoord op de dilemma’s, ethische vragen en praktische problemen rondom vrouwenbesnijdenis, zo blijkt uit het onderzoek van Els Leye.

 

Vrouwenbesnijdenis wordt ook wel VGV genoemd: vrouwelijke genitale verminking (of in het Engels, Female Genital Mutilation, FGM). Een meisje kan op verschillende manieren worden besneden. De tradities kunnen per regio en per etnische groep verschillen. Soms wordt alleen een kleine snee in de clitoris of voorhuid gemaakt om zo symbolisch een paar druppels bloed te laten vloeien. Een andere, ernstigere, vorm van besnijdenis is het wegsnijden van de (top van de) clitoris, en soms de kleine schaamlippen. Dit heet ook wel een clitoridectomie. De meest verminkende vorm van vrouwenbesnijdenis is als de clitoris wordt weggehaald, maar ook een deel van de grote schaamlippen worden weggesneden, waarna deze aan elkaar worden gehecht (infibulatie). Er blijft dan maar een kleine opening over voor urine en menstruatiebloed. Infibulatie komt vooral voor in Somalië, Eritrea en Noord-Soedan.

 

Verboden

Alle vormen van vrouwen-en meisjesbesnijdenis zijn in Europa verboden. Sommige Europese landen hebben aparte wetten om vrouwenbesnijdenis te verbieden. In Nederland is vrouwenbesnijdenis sinds 1993 illegaal, maar is er geen speciale regelgeving. Hier valt vrouwenbesnijdenis onder het verbod op (kinder)mishandeling en het verbod op het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst. Ouders die hun dochters laten besnijden kunnen dus in principe vervolgd worden. Maar dat gebeurt niet vaak. In 2004 was er nog nooit iemand veroordeeld of vervolgd voor betrokkenheid bij vrouwenbesnijdenis.

 

Percentage besneden vrouwen tussen 15 en 49 jaar. Bron: WHO

 

Onduidelijke wetgeving

Volgens Leye zijn er geen aparte wetten nodig om vrouwenbesnijdenis tegen te gaan. Belangrijker is dat de bestaande wetgeving in de verschillende Europese landen geharmoniseerd wordt. En dat er meer duidelijkheid komt over hoe de bestaande wetten geïnterpreteerd moeten worden. Uit het onderzoek blijkt dat hier nog veel onzekerheid over bestaat, vooral onder gynaecologen en artsen. Een Nederlandse gynaecoloog mag geen besnijdenis uitvoeren, zo veel is duidelijk. Maar hoe zit het met ‘reïnfibulatie’? Dit houdt in dat de vagina van een vrouw die al besneden is opnieuw wordt dichtgehecht. Mag een Nederlandse arts zo’n vrouw opnieuw dichtmaken na bijvoorbeeld een bevalling, als zij daar zelf om vraagt? De wet geeft hier geen antwoord op en reïnfibulatie komt dan ook in Europese ziekenhuizen voor.

 

Besnijdenis brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee. Meisjes worden vaak in onhygiënische omstandigheden besneden. Infibulatie (als bijna alles wordt weggesneden) kan leiden tot infecties, ontstekingen, bloedvergiftiging, HIV-besmetting, incontinentie, beschadigde omliggende organen, onvruchtbaarheid, verhoogde kans op miskramen en voortdurende pijn tijdens het lopen, zitten en de geslachtsgemeenschap. Ook zijn er natuurlijk psychische gevolgen. Een besnijdenis kan een traumatische gebeurtenis zijn. Meisjes kunnen teleurgesteld raken in hun moeder en vaders en het vertrouwen in de omgeving verliezen. Volwassen vrouwen beleven weinig plezier aan seks en kunnen daar dan ook angstig voor worden.

 

Gebrek aan kennis

Om meisjes en vrouwen die besneden (dreigen te) worden, beter te helpen, is meer duidelijkheid nodig. Duidelijkheid over wat wél en wat niét mag, maar ook over wat artsen en politie moeten doen als zij geconfronteerd worden met een besneden vrouw. Leye constateert een gebrek aan kennis bij deze professionals. Zij concludeert dan ook dat professionals beter voorgelicht moeten worden en dat de verschillende betrokken instanties meer moeten gaan samenwerken. Leye adviseert om een ‘Europees kenniscentrum voor schadelijke traditionele praktijken’ op te richten zodat de problematiek rond vrouwenbesnijdenis in Europa beter onderzocht en begrepen kan worden.

http://www.kennislink.nl/publicaties/vrouwenbesnijdenis-in-europa-is-een-blinde-vlek

 

 

 


 

Verbod niet voldoende om vrouwenbesnijdenis uit te bannen

OUAGADOUGOU

10 oktober 2004

Vrijwel direct na de internationale conferentie over vrouwenbesnijdenis in de Keniaanse hoofdstad Nairobi vorige maand, werd in Burkina Faso een vrouw veroordeeld voor het genitaal verminken van zestien meisjes in de leeftijd van twee tot tien jaar oud. De affaire in Burkina Faso laat zien dat een verbod niet voldoende is om de praktijk die in veel Afrikaanse landen zo diep verankerd is, uit te bannen.

 

Ongeveer zevenhonderd afgevaardigden uit de hele wereld bezochten vorige maand de conferentie in Nairobi, waar gesproken werd over strategieën om vrouwenbesnijdenis in Afrika tegen te gaan. Tijdens een top van de Afrikaanse Unie (AU) vorig jaar in Mozambique, werd het African Charter on the Rights of Women in Africa aangenomen. In artikel 5 van het document wordt vrouwenbesnijdenis verboden. Het protocol kan echter pas in werking treden als het geratificeerd is door minimaal vijftien van de 53 lidstaten van de Afrikaanse Unie. Tot nu toe werd het slechts door drie landen geratificeerd, de Comoren, Libië en Rwanda.

In Burkina Faso is vrouwenbesnijdenis sinds 1996 verboden, maar in de praktijk komt het nog steeds voor. Eind september werd Adama Barry veroordeeld tot drie jaar cel, omdat ze zestien meisjes had besneden. Ze was al vier keer eerder voor besnijdenissen veroordeeld tot korte straffen van tussen vier en zes maanden. De twaalf moeders van de kinderen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van drie maanden.

Ik was verbijsterd en geschokt toen ik verhaal het hoorde, zegt Hortense Palm, secretaris van CNLPE, een comité dat strijdt tegen vrouwenbesnijdenis. In Burkina Faso voeren we al sinds 1992 campagne tegen vrouwenbesnijdenis. Je vraagt je af waarom ouders hun dochters nog steeds blootstellen aan deze praktijken. Barry verklaarde in een interview met journalisten dat ze ertoe gedwongen werd. Er werd me verzekerd dat ik geen problemen zou krijgen.

Bij vrouwenbesnijdenis worden de clitoris en de schaamlippen van een meisje geheel of gedeeltelijk verwijderd en soms aaneengehecht. De besnijdenis wordt meestal zonder verdoving uitgevoerd. De ingreep kan leiden tot verschillende complicaties, zoals pijn bij seksuele gemeenschap, problemen bij bevallingen en soms incontinentie. Als verschillende meisjes met dezelfde instrumenten besneden worden, is er bovendien een groot risico op besmetting met aids. Ook overlijden meisjes aan een infectie of raken ze getraumatiseerd. Barry verklaarde tegenover journalisten slechts een lichte vorm van besnijdenis te hebben uitgevoerd. Zo heb ik het geleerd van mijn tante.

Op vrouwenbesnijdenis staat in Burkina Faso maximaal drie jaar gevangenisstraf en een boete van omgerekend 1370 euro. Als het meisje overlijdt aan de ingreep, dan is de maximumstraf tien jaar. Wie weet van een besnijdenis en dat niet meldt, kan een boete krijgen van maximaal 150 euro. Dat is in Burkina Faso, waar 46 procent van de inwoners van minder dan een dollar (80 eurocent) per dag moet leven, een hoog bedrag.

Vorig jaar werden honderd Burkinezen gearresteerd en veroordeeld voor het uitvoeren van een vrouwenbesnijdenis of medeplichtigheid daaraan. De genitaliën worden verminkt omdat het de seksuele lust van meisjes zou verminderen. Dat zou een betere garantie zijn dat ze als maagd het huwelijk ingaan en daarna trouw blijven. De besnijdenis wordt ook wel gezien als een initiatie tot volwassene of noodzakelijk gevonden uit hygiënische overwegingen. Sommige moslims geloven dat hun geloof de besnijdenis voorschrijft, maar volgens deskundigen werden vrouwenbesnijdenissen al uitgevoerd voor het ontstaan van de islam.

Jaarlijks worden naar schatting twee miljoen meisjes besneden. Vrouwenbesnijdenis komt het meest voor in Afrika bezuiden de Sahara en het op Arabisch schiereiland. (JS)

http://www.mo.be/artikel/verbod-niet-voldoende-om-vrouwenbesnijdenis-uit-te-bannen?quicktabs_1=0


 

Acties van Amnesty

Amnesty International is al meer dan vijftien jaar begaan met de implicaties van genitale verminking op de mensenrechten. In 1981 werd dit onderwerp voor het eerst behandeld tijdens een belangrijke internationale vergadering van Amnesty. Sinds 1995 werd het onderwerp opgenomen in het promotiewerk over mensenrechten. Hierdoor erkende Amnesty hoe dringend het was om een standpunt in te nemen tegen deze wijdverspreide vorm van geweld tegen vrouwen.

Amnesty deed dit nog vóór de Vierde Wereldconferentie van de Verenigde Naties over Vrouwen werd gehouden in Beijing in september 1995. Deze beslissing was één van de stappen die Amnesty dat jaar ondernam om geweld tegen vrouwen en meisjes op een efficiëntere manier aan te pakken dan in het verleden.
In april 1996 nam Amnesty het initiatief voor een congres in Ghana, met als titel "Samenwerken voor verandering- stop vrouwelijke genitale verminking". De deelnemers waren afgevaardigden van Amnesty uit West-Afrika, vijftig vertegenwoordigers van diverse NGO's, lokale traditionele leiders en regeringsvertegenwoordigers.

Er werd besproken welke middelen men kan gebruiken om het publiek te informeren over vrouwenbesnijdenis om zo een massale campagne tegen deze praktijk in gang te zetten. Eén van de resultaten van dit congres was het opstellen van een nationaal actieplan om genitale verminking af te schaffen in Ghana. Er werd ook een Amnesty International Werkgroep gevormd die de activiteiten met andere NGO's coördineert en de initiatieven van Amnesty beoordeelt.

Deze Werkgroep heeft vertegenwoordigers in Benin, Ivoorkust, Ghana, Mali, Nigeria, Sierra Leone en Togo. Het congres kreeg veel aandacht in de media en vormde de inspiratie voor vrouwenbe-snijdenisprogramma's in andere landen met Amnesty-afdelingen. In mei 1997 organiseerde Amnesty voor het eerst een congres in Oost-Afrika, namelijk in Tanzania, met als thema "Mensenrechten zijn vrouwenrechten: schaf vrouwelijke genitale verminking af".

In Tanzania bestaat er geen wetgeving over deze praktijk. Er werd geconcludeerd dat de afschaffing van genitale verminking alleen bereikt kan worden middels een multidimensionele aanpak en samenwerking tussen regeringen, religieuze instellingen, internationale organisaties en NGO's. Amnesty beseft dat vrouwenbesnijdenis diepe wortels heeft in de tradities van een aantal samenlevingen en daarom zeer voorzichtig benaderd moet worden.

De organisatie kan een belangrijke rol spelen in het beschermen van miljoenen meisjes en vrouwen die het risico op genitale verminking lopen. Haar activiteiten bestaan uit de politieke lobby voor de afschaffing van vrouwenbesnijdenis, het mobiliseren van de publieke opinie middels voorlichting en uit het versterken van de internationale lobby en netwerken.

Amnesty wil de activiteiten van andere organisaties en individuen, die werken voor de afschaffing van vrouwenbesnijdenis ondersteunen en aanvullen. De bijdrage van Amnesty is het ter beschikking stellen van haar expertise en ervaring op het gebied van campagnevoeren voor mensenrechten en haar kracht als internationale en onafhankelijke organisatie met een groot aantal leden en een groeiende aanwezigheid in Afrika.

http://www.korps-politie-suriname.com/dossiers/vrouwenbesnijdenis/vrouwenbesnijdenis.htm

 

 

Per jaar worden drie miljoen meisjes en vrouwen besneden in Afrika en het Midden-Oosten. Vrouwenbesnijdenis komt meer voor dan tot nu toe werd aangenomen....

Volgens het kinderfonds nemen Egypte en Ethiopië jaarlijks de helft van het totale aantal gevallen van deze schadelijke praktijk voor hun rekening. Unicef spreekt over een fundamentele schending van de rechten van meisjes en vrouwen. Zij worden lichamelijk en psychisch verminkt en lopen een groot gevaar omdat de besnijdenis vaak door ongekwalificeerde personen wordt uitgevoerd.

In de 28 landen ten zuiden van de Sahara en in het Midden-Oosten, waar vrouwenbesnijdenis voornamelijk wordt toegepast, wonen naar schatting 130 miljoen vrouwen en meisjes bij wie ooit genitale verminking is uitgevoerd.

De praktijk is nog altijd wijdverbreid in Egypte, Sudan, Burkina Faso, Kenia, Mali en Ivoorkust. In andere Afrikaanse landen is vrouwenbesnijdenis de afgelopen jaren afgenomen, maar in westerse landen worden bij migranten juist weer meer vrouwen besneden. De besnijdenis vindt ook op steeds jongere leeftijd plaats.

Volgens recent Egyptisch onderzoek is iets meer dan de helft van de meisjes tussen 10 en 18 besneden, ruim 61 procent is van plan hun eigen dochters te laten besnijden. Unicef wil dat regeringen maatregelen nemen om vrouwenbesnijdenis te verbieden. Opinieleiders en lokale autoriteiten moeten actief campagne tegen de praktijk voeren. Op deze manier zou er volgens Unicef in één generatie een eind aan de besnijdenis van vrouwen kunnen komen.

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/686607/2005/11/25/Besnijdenis-vrouw-komt-vaker-voor.dhtml

 

Bron: IPS, januari 2004

Vrouwenbesnijdenis loopt sterk terug

OUAGADOUGOU, 26 januari 2004 (IPS) - Het einde van de vrouwenbesnijdenis lijkt stilaan in zicht in Burkina Faso, twaalf jaar nadat de regering een programma opzette om de traditie uit te roeien. In sommige provincies wordt volgens de meest recente schattingen nog maar een kleine minderheid van de meisjes genitaal verminkt. In de provincie Nayala, in het westen van het land, valt nog wel meer dan een derde van de jonge vrouwen ten prooi aan de praktijk. Maar in 1992 werden in heel het land nog gemiddeld twee derde van alle meisjes besneden.

In 1992 werden in sommige provincies van Burkina Faso nog zo goed als alle meisjes besneden. Maar de intensieve voorlichtingscampagnes die de overheid de afgelopen twaalf jaar rond het thema opzette, hebben vruchten afgeworpen. In de noordelijke provincie Oudalan is het aandeel van de meisjes dat besneden wordt teruggelopen van 97,49 naar 13 procent; in Nayala van 99,6 tot 38,7 procent. Dat zijn de slechtste cijfers. In de provincies Sanguié, Mouhoun en Ziro, waar het aandeel besneden meisjes in 1992 nog 50 tot 77 procent bedroeg, worden nu nog respectievelijk een, drie en twee procent van de meisjes genitaal verminkt. Een indrukwekkend resultaat voor een land waar vier op vijf inwoners op het platteland leven, waar tradities nog altijd in ere worden gehouden.

Volgens imam Adama Sakandé, kreeg de campagne de wind in de zeilen toen onderzoek in 1993 en 1994 aantoonde dat de islam vrouwenbesnijdenis niet voorschrijft. Daarmee verloren de voorstanders een belangrijk argument. Ongeveer de helft van de Burkinezen is moslim.

Volgens het CNLPE zijn er nog altijd dorpen waar niet-besneden vrouwen niet op het gewone kerkhof mogen worden begraven.

In 2003 werd een honderdtal dergelijke vrouwen gearresteerd en veroordeeld. Op vrouwenbesnijdenis staat in Burkina Faso maximaal drie jaar gevangenisstraf en een boete van omgerekend 1370 euro. Als het meisje overlijdt aan de ingreep, dan is de maximumstraf tien jaar. Wie weet van een besnijdenis en dat niet meldt, kan een boete krijgen van maximaal 150 euro. Dat is in Burkina Faso, waar 46 procent van de inwoners van minder dan een dollar (80 eurocent) per dag moet leven, een hoog bedrag. 

 

http://www.unicef.org/infobycountry/burkinafaso_statistics.html

Vrouwelijke genitale verminking/ besnijdenis 1997/2005

Generally, there are three recognized types of FGM/C: clitoridectomy, excision and infibulation. Clitoridectomy is the removal of the prepuce with or without excision of all or part of the clitoris. Excision is the removal of the prepuce and clitoris along with all or part of the labia minora. Infibulation is the most severe form and consists of removal of all or part of the external genitalia, followed by joining together of the two sides of the labia minora using threads, thorns or other materials to narrow the vaginal opening.

 

Vrouwen genitale verminking/ mutilation/ besnijdenis 1997-2005,vrouw 15-49 jaar, stedelijk

75

Vrouwen genitale verminking/ mutilation/ besnijdenis 1997-2005,vrouw 15-49 jaar, landelijk

77

Vrouwen genitale verminking/ mutilation/ besnijdenis 1997-2005, % vrouwen tussen 15-49 met minsten een besneden dochter, totaal

32

Totale vruchtbaarheid – Het aantal kinderen dat geboren zou worden per vrouw als ze zou blijven leven tot het einde van haar vruchtbare jaren en kinderen zou dragen overeenkomstig de geldende leeftijdsspecifieke vruchtbaarheid

Totale vruchtbaarheid, 1970 - 7.6

Totaal vruchtbaarheid, 1990 - 7.3

Totaal vruchtbaarheid, 2005 - 6.5

 

Bron: http://www.afrikanieuws.nl
 
“Huis van plezier”helpt besneden vrouwen in Burkina Faso
Geplaatst op maandag 8 juni 2009
 
Een vrouwenorganisatie in Burkina Faso bouwt in Bobo-Dioulasso een medisch centrum waar besneden vrouwen hun clitoris gratis zullen kunnen laten reconstrueren. Er zijn al 200 vrouwen ingeschreven voor een operatie in het langverwachte 'Huis van Plezier'.

De AVFE, een niet-gouvernementele vrouwenorganisatie uit Burkina Faso, heeft van de Amerikaanse hulporganisatie Clitoraid 115.000 euro gekregen voor de bouw van het centrum in Bobo-Dioulasso, in het westen van het land. Volgens de AVFE zullen er ook vrouwen uit de buurlanden behandeld worden.

Herstel kan altijd
Mariam Banemane, de 54-jarige voorzitster van de AVFE, werd zelf besneden toen ze 13 was. In 2006 onderging ze een clitorisreconstructie door Burkinese gynaecologen. Haar getuigenis en de verhalen van andere vrouwen die de operatie lieten uitvoeren, overtuigde Clitoraid geld bijeen te brengen voor de bouw van een centrum in Bobo-Dioulasso.

Volgens professor Michel Akotionga, een van de pioniers van de operatie in de regio, hebben in Burkina Faso sinds 2006 al meer dan 200 vrouwen hun clitoris laten herstellen. De specialisten in Ouagadougou krijgen zelfs patiënten uit Europa en de VS op bezoek.

Volgens de experts kunnen de gevolgen van een besnijding in bijna alle gevallen weggewerkt worden. Het grootste deel van de clitoris bevindt zich immers inwendig en wordt bij een besnijding niet weggehaald. De chirurgen verwijderen het littekenweefsel en halen de overgebleven clitoris wat meer naar buiten. Vrouwen kunnen daardoor weer zonder pijn vrijen en genieten er ook veel meer van.

Toch is de ingreep is niet voor iedereen weggelegd. Banemane telde er 360 euro voor neer. Dat is een hoop geld in het arme land. Maar het moet gratis kunnen, vindt Banemane. “Niemand heeft er tenslotte om gevraagd om besneden te worden.”

Geen prioriteit
Marie Rose Sawadogo, uitvoerend secretaris van het Nationaal Comité Voor de Strijd tegen de Besnijding (CNLPE), vindt clitorisreconstructie een luxe-ingreep. Volgens haar moet de prioriteit liggen bij operaties die gevolgen wegwerken waar de slachtoffers echt onder lijden, zoals infecties, aanhoudende pijn, fistels of steriliteit. Sinds 1989 zijn er in Burkina al zeker 700 vrouwen geopereerd om dergelijke problemen te verhelpen.

Maar professor Akotionga en de vrouwen van de AVFE werpen op dat clitorisreconstructie besneden vrouwen ook kan helpen de zware psychologische problemen waarmee ze kampen te overwinnen. Ze zien de operatie ook als het weer goedmaken van onrecht.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie leven er wereldwijd 100 tot 140 miljoen vrouwen en meisjes die besneden zijn, en komen er daar nog elk jaar drie miljoen meisjes bij. De traditionele praktijk, die vooral wordt toegepast in islamitische gemeenschappen in Afrika, is wel op de terugweg. In Burkina Faso is het aandeel jonge meisjes dat besneden wordt gedaald van 77 procent begin de jaren 90 tot 49 procent in 2005, zegt het CNLPE.y