Burkinafasoreis2011

Kathedraal ouagadougou

moskee Bobo Dioulasso

RK kerk Boni

 

 

 

maskers in Burkina Faso

 

Burkina Faso Religie

 

Pag 2 Islam, Christendom en Animisme

Cijfers zijn naar schatting, moeilijk betrouwbare cijfers te krijgen. Statistieken over religieuze overtuiging zijn bij benadering, omdat de meerderheid van de burgers de praktijk van inheemse religieuze overtuigingen in verschillende mate naleven al dan niet gecombineerd met het christelijke en islamitische geloof.      

Religies gaan vaak door gezinsverbanden heen, vader animist, moeder moslima, kinderen christen.

Godsdiensten gaan vreedzaam met elkaar om, feesten mee met elkaars feesten

Niet streng in de leer over het algemeen, bijv dolo drinken, chevre european

Meerderheid Islamieten en Christenen wonen in ‘stedelijk’ centra.

Animisten wonen meer op platte land

 

Pag 3 Animisme – natuurgodsdienst

De bevolking uit Burkina bestaat uit vele kleinere bevolkigsgroepen, zoals Mossi, Bwa, Peul, Gerunsi, Lobi, Bobo, enz.

Eenduidig beschrijven van culturele of religieuze zaken is daarom erg lastig. Soms al per dorp (familiegroep) aanzienlijke verschillen.

Mensen die dit thema bestuderen zullen dus verder dan de horizon moeten kijken om een volledig beeld ervan te kunnen ontwikkelen. Dit doet denken aan Kipling's verhaal van de drie blinde mannen en de olifant. Elke blinde man raakte een ander deel van de olifant, en dus had ieder van hen een ander beeld van deze olifant. 

 

De vraag over de godsdienst stelden we in 2008 aan een in Nederland wonende Burkinabé. Hij gaf aan dat naar zijn mening de cijfers (moslims, christenen en animisten) niet kloppen, want je zou kunnen zeggen dat alle inwoners animistisch zijn. De traditie is het belangrijkste. Hijzelf was geïnitieerd als sjamaan, een soort dominee van het animisme. Zij geloven dat er één god is, de schepper, die geholpen wordt door allerlei kleinere goden. Als iemand sterft wordt hij voorouder, een hulp van god. De goden kunnen gesymboliseerd worden door maskers en ‘poppetjes’. Mensen denken bij animisme vaak aan voodoo, maar dat is slechts een heel klein deel van het geloof. Problemen tussen de godsdiensten zijn er niet in Burkina. Zijn vader is moslim en gaat trouw elke vrijdag naar de moskee, terwijl zijn moeder, een protestantse, in de Bijbel leest. Zowel de islam als het christendom zijn slechts ‘een sausje’ over de traditie. Met het suikerfeest en kerst is iedereen vrij en dan wordt er gedanst, maar wel op de Afrikaanse manier.

Pag 4 etnische indeling

 

 

 

 

 

 

Pag 5 Totemdier

De animisten geloven in één allerhoogste, alles makende schepper, genaamd Wende, die alle aspecten van de wereld bezielt en controleert. Zij geloven dat elke persoon een ziel, sigha heeft.

 

Al in 1921 werd er over het volgende geschreven:

  • De relatie tussen de Mossi-clan en het totemdier:

Deze geest/ ziel kan een slang, krokodil, antiloop of konijn ander dier zijn.

De ziel van de dorpsbewoener is verbonden met dit dier.

Als een dier (slang, krokodil of wat dan ook in een dorp waar de ziel van de bewoners met een dier verbonden is) wordt gedood, gaat ook een mens in het dorp dood, omdat elke persoon in het dorp een verband met dat dier heeft, die hem vertegenwoordigt. Hij zal sterven wanneer zijn zieldier sterft.

Dit  dier is hetzelfde voor alle leden van de clan. Het totem dier van de Mossi-clan is onlosmakelijk verbonden met de zielen van de levenden clanleden en met de zielen (sigha) van de voorouders van de clan. Wanneer een lid van de clan zijn sigha aanroept roept hij zowel het totemdier, als de zielen van zijn voorvaderen aan. Deze totem speelt een rol in de mythe van de oorsprong van de clan, meestal hulpverlenend aan de clan van de voorouder.

 

Verhaal over totemdier: Gazelle

  • Dim Delobsom, een geschiedschrijver van het hof van de Mogho-Naba (keizer van de Mossi) schrijft hierover(1929):

Een dorpje ten noorden van Ouaga heeft de gazelle als totem. Dit dier is, zeggen ze, hun sigha/ ziel/ geest. Daarom is het verboden om de gazelle te doden, maar er is geen verbod op het eten van het vlees van de gazelle zelf.

De legende zegt dat een jager die op jacht ging, zo dorstig werd dat hij flauwviel. Een gazelle zag hem, bevochtigde zijn hoef in wat water en plaatster deze op de schouder. Bij de aanraking door de vochtige hoef kwam de man weer bij bewustzijn en de gazelle ging er vandoor. Hij ging zitten. Het dier keerde terug, maar zodra de jager probeerde hem aan te raken vluchtte hij. De jager kreeg moed en volgde het dier, die hem naar een plek waar zoet water was. Hij kon daar op krachten komen. Als gevolg daarvan geloofde hij dat hij verbonden was met de gazelle en vertelde het toen hij terugkeerde naar zijn dorp. Sinds die tijd is de gazelle voor de inwoners van dat dorp hun totem.

 

Pag 6 Relaties met voorouders

De Mossi houden zich ook bezig met het onderhouden van goede betrekkingen met de geesten van hun voorouders, die in staat zijn om de natuur krachten te manipuleren. Na de dood hebben de geesten van de voorouders nog steeds invloed op de zaken van hun nakomelingen, net zoals ze deden als levende leden van de groep. Om goede betrekkingen met de geesten van de voorouders te behouden, moeten de levenden zich strikt houden aan de traditionele regels, vastgesteld door hun grootvaders. Afwijken van de weg van de voorouders is risicovol, en wekt hun woede, elke overtreding kunnen de voorouders bestraffen met een ernstige ziekte, met name pokken, met een lichamelijke handicap, vooral blindheid, of met onvruchtbaarheid.

 

Pag 7 communicatie met geesten

De directe link tussen de geesten van de voorouders en de clan is het oudste mannelijke lid van de clan.

Een belangrijke schakel in de keten van communicatie tussen de Mossi en de geestelijke wereld is het clan totemdier, dat vertegenwoordigd is door houten maskers die geplaatst worden op de voorouderlijke heiligdommen en worden gedragen tijdens de begrafenissen van belangrijke stamoudsten. Door het aanbieden van offers aan het totemdier geloven zij te kunnen communiceren met hun voorouders.

De voorouders belonen juist gedrag en de nodige offers door het garanderen van vruchtbaarheid van velden, vee en vrouwen, door het zenden van voldoende neerslag tijdens het groeiseizoen, en door hun nakomelingen te assisteren bij een economische of sociaal streven om te slagen bij, bijvoorbeeld de handelexpedities naar Ouagadougou, trips om seizoensgebonden werk te vinden op plantages in Ivoorkust, of examens voor banen van de regering.

 

Pag 8 maskers

Maskers vervullen belangrijke rol bij veel ceremonies.

Totemdier, via welke men in kontakt komt met geesten voorvaders.

Hout van kapokboom, heel erg licht, waardoor maskers gemakkelijker te dragen zijn.

Het hout is vrij zacht en fijnkorrelig, dus het is gemakkelijk te snijden. Helaas is het hout zeer gevoelig voor schade door insecten, en maskers moeten zorgvuldig worden beschermd door het jaarlijkse inweken om insecten te doden. Deze bomen worden schaars in het centrum van Burkina als gevolg van het snijden van vele maskers, zowel voor traditioneel gebruik als voor de toeristische sector.

Pag 9 kostuum

De meeste volkeren in Burkina Faso dragen maskers met een dik kostuum gemaakt van de vezels van de Hibiscus cannabinus of Cannabinus indica (drugs). De planten worden geteeld in gierstvelden en worden geoogst net voor de jaarlijkse periode waarin maskers worden gebruikt. Bundels van de houtige stengels worden naar natte moerassige gebieden vervoerd waar ze worden geweekt, onder gehouden door stenen, tot de bast en merg verrot, waardoor alleen de vezels overblijven. Deze vezels worden gevlochten en geknoopt tot een soort net. tot een log kostuum dat de Nuna wankuro noemen, "de vacht van het masker." De vezels kunnen worden geverfd. Zwart door de zaaddozen van de Acacia nilotica, rood is de geconcentreerde kleurstof uit gierst (Penisetum colorans). Deze kostuums worden meestal elk jaar vernieuwd, en de vervaardiging ervan is de belangrijkste taak van de initiatiegroepen jonge mannen. Als er periodes zijn van extreme droogte, zoals in 1984 tot 1985, is er niet genoeg water om nieuwe kostuums te maken, en minder maskers dansen dan, of de kostuums zien er verfomfaaid uit.

 

Pag 10  geometrische patronen

Deze patronen hebben een betekenis die alleen voor geinitieerden bekend is.

Let op het mixen van religies, het animistische masker en haar patronen komen terug in een duidelijk (kruis op toren) in de toren.

 

Maskers zijn bedekt met composities van driehoeken, rechthoeken, wassende maan, getande patronen en andere geometrische vormen, die zijn gesneden of met een hete metalen voorwerp ingebrand, en vervolgens rood, zwart en wit gekleurd met behulp van natuurlijke plantaardige of minerale pigmenten. De meest gebruikte maskerpigmenten in de regio zijn rood, wit en zwart. Vóór de revolutie van 1983 had het land een vlag met drie horizontale banden van rood, zwart en wit. De traditionele witte pigmenten die worden gebruikt op maskers zijn de uitwerpselen van de hagedissen (Mossi) of van de heilige Bwa slang. Niet-traditioneel wit is gemaakt door het malen van schoolkrijt. Rood is simpelweg ijzerrijke (hematiet) steen gemalen tot een poeder en vermengd met een bindmiddel. Het meest gebruikte bindmiddel is ei en Arabische gom, die wordt verzameld van acacia's. De Bwa gebruiken dik zwart, dat duur is om te produceren, en een dun zwart. De Bwa, Mossi en gurunsi maken dun zwarte met kool in poedervorm gemengd met ei als bindmiddel. Een dikke zwarte teerachtige vloeistof wordt gemaakt door het koken van de zaaddozen van de Acacia nilotica boom.

 

Elk jaar voor het maskerseizoen begint, worden alle maskers gedurende enkele weken geweekt in water, verzwaard met grote stenen. Door het weken worden de insecten gedood die de maskers snel zouden kunnen vernietigen, en verwijderen de rode en witte pigmenten. Alleen de dikke zwarte blijft, want die is niet oplosbaar in water. Elke keer dat de maskers zijn geschilderd door de jonge ingewijden wordt het zwarte pigment dikker.

 

Het droge seizoen wordt gekenmerkt door talrijke maskeroptredens en dansers leggen soms grote afstanden af om familie- of clanvieringen bij te wonen.

 

Pag 11 Functie van maskers

Maskers zijn de geesten van de belangrijke overleden voorouders, de collectieve geesten van de voorouders en de dierentotem van de clan en dus er belangrijk. Elk mannelijk hoofd van een familieclan mag zelf een masker hebben in de vorm van een totemistisch clandier, waardoor hij en zijn familie offers kan brengen aan de geesten van de voorouders. Deze familiemaskers worden bewaard in het geestenhuis van de familie of in het eigen huis. Het oudste masker wordt aangeduid met het "grote masker”, het hoofdmasker op alle begrafenissen en eindejaars offers. De resterende maskers van de clan, worden gezamenlijk aangeduid als "vogel maskers". Dit betekent niet dat deze maskers vogels vertegenwoordigen, maar verwijst naar hun functie bij begrafenissen en andere maskeroptredens als ‘agenten’ voor de beheersing van mensenmassa's. De grote maskers van elke clan verschijnen minder vaak dan de andere maskers. De grote maskers reizen zelden naar andere dorpen om op de begrafenissen te verschijnen van clanleden die zijn verhuisd vanuit de oorspronkelijke woonplaats. Dit is een taak voor de andere maksers.

Maskers zijn actief:

- bij begrafenissen en bij begrafenisceremonies van clanoudsten.

- bij jaarlijkse dorpszuivering en voorouderverering

- als bewakers van het wilde fruit

- bij oogstceremonies

- bij maskerwijdingen

- bij initiatie van jonge clanleden

- bij speciale wereldlijke gebeurtenissen

- op marktdagen

 

Pag 12 Begrafenis en pag 13 begrafenisceremonies

Wanneer een hoofd van een Mossi huishouden sterft wordt onmiddellijk na de begrafenis de deur van het huis waar hij lag geblokkeerd en maakt men een andere uitgang, zodat, als hij probeert terug te keren hij verward zal worden. Als het een belangrijk persoon is wordt een grote begrafenisceremonie gehouden waarvoor alle dorpen van de regio worden uitgenodigd. Bij deze ceremonies verschijnen de "Ouangos”. De maskers verschijnen bij de begrafenis van een mannelijke of vrouwelijke oudste van een gezin en escorteren het lijk van de overledene naar het graf en fungeren als een erewacht en getuige ten behoeve van de voorouders om er voor te zorgen dat alle begrafenisprocedures correct worden uitgevoerd. De maskers "dansen" niet bij het begraven, waar de nadruk ligt op rouw. Hun rol is ondergeschikt aan die van de mensen die belast zijn met het graven van het graf en de begrafenis. Er worden geen offers gebracht op maskers van de clan bij de begrafenis, hoewel belangrijke offers worden gebracht in het clangeest huis (kimse roogo). Het begraven is noodzakelijkerwijs zeer spoedig na de dood.

Tijdens het droge seizoen wordt van enkele weken tot maanden na de begrafenis de grote begrafenisceremonie of herdenking gehouden voor elk lid van de clan die is overleden tijdens het voorgaande jaar. Op dit moment spelen de maskers die behoren tot de clan van de overledene een belangrijke rol. Het masker danst niet voor overleden jongeren. De maskers komen uit de roogo kimse om aan de overledene oudste en de animistische geest (sigha) van de dode eer te bewijzen en te escorteren naar de wereld van de geesten van de voorouders. Hier ligt de nadruk op de viering van de geest, die uiteindelijk vrij is om zich met de voorouders te verenigen. Dit is een vreugdevolle, in plaats van een trieste gebeurtenis. De maskers komen laat in de middag in de woonplaats van de overledene van de laatste dag van de drie (mannen) of vier (vrouwelijke) daagse ceremonie. De eerste twee of drie dagen van de begrafenis zijn bezet met offers om een veilige doorgang van de ziel van de overledene te verzekeren naar het land van de voorouders, offers om de zegeningen van de doden over de levenden te vragen, en af en toe korte optredens van maskers die deze ceremonieën bijwonen. Belangrijke offers worden gebracht op voorouderlijke altaren in de aanwezigheid van de maskers. Na de offers van de kippen, honden en gierst bier in het huis van de overledene, is de geest vrij om de woning te verlaten. Na deze belangrijke offers komen de maskers uit de familiewoning en voeren voor de clanleden en andere gasten op de begrafenis, wervelende dansen op waarbij ze de  karakteristieke bewegingen van de dieren die zij vertegenwoordigen nabootsen. De maskers voeren hun bewegingen uit op de muziek van traditionele Mossi fluitjes (wiré) en lange houten trommels (gangaado). De vele wan-liuli van de clan zweven als een zwerm vogels rond het wan-kasenga ("grote masker") tijdens zijn verschijning om te voorkomen dat de niet-clangasten op de begrafenis te dicht naderen tot het belangrijkste clan masker.

De dansers worden geselecteerd onder de jonge ingewijden (ca. 20-30 jaar) die al bewezen hebben talent te hebben voor het dragen van maskers, door de clanoudsten.

Alle leden van deze clans hebben toegang tot de maskers voor het uitvoeren van het offers aan de voorouders tijdens de rouwplechtigheid. Jong en oud, zowel mannen als vrouwen nemen deel aan de maskeroptreden. Het is vrij normaal om vrouwen samen met de maskers te zien dansen en ze te zien omarmen. Alleen in Boulsa zijn vrouwen en kinderen uitgesloten van de maskeroptredens, en jonge jongens die durven er naar te kijken worden achtervolgd en geslagen door de maskers. De dodenoffers vallen onder de verantwoordelijkheid van de oudste mannelijke leden van de clan.

De climax van de begrafenis bij de Gurunsi is de verwoesting door de naaste familieleden en vrienden van de overledene van de boog, pijlen en schoffels van de man, de potten en manden van een vrouw, wat symboliseert het verbreken van de banden tussen de levenden en de doden. De geest is dan vrij om naar de voorouders te gaan.

 

Pag 14 Dorpszuivering / jaarlijkse voorouderverering

Eenmaal per jaar, eind april, een paar weken voor het begin van de regentijd, voeren maskers hun dansen op om kwaadaardige krachten uit de omgeving jagen. Dit is analoog aan een jaarlijkse vernieuwing of nieuwjaar ceremonie elders in de wereld, want het markeert het begin van het jaar en agrarische cyclus. Algemene offers worden gebracht op de clanmaskers aan de geesten van de voorouders. Deze offers doen een beroep op de zegeningen van alle voorouders. De geesten worden gevraagd om een vroege en overvloedige regentijd, om te voorzien in het algemene welzijn van de hele clan het komende jaar, het verstrekken van veel gezonde kinderen, goede vrouwen, goede oogsten en succes bij alles wat wordt ondernomen. Grote hoeveelheden gierst bier worden gebrouwen en aangeboden als offers en om te worden geconsumeerd door de clanleden. De ceremonie begint drie dagen voor de masker presentaties wanneer vrouwen beginnen met het brouwen van het bier. De maskers bezoeken om beurten alle woningen van de families, te beginnen met het huis van het grote masker, het oudste mannelijke lid van de familie. Offers worden gebracht op de  familie voorouderlijke heiligdommen om het huis te zuiveren en de voorouders te eren.

Bij de Senufo duren de festiviteiten vijftien dagen. Getrouwde vrouwen en volwassen mannen mogen deelnemen, maar ongetrouwde vrouwen zijn uitgesloten omdat wordt gevreesd dat ze onvruchtbaar zouden worden als ze het dansen zouden zien.

Bij bladmaskers van de Bwa, wordt na afloop het hele bladkostuum verbrand, waarbij alleen de witte veren van de kuif gespaard worden. Deze veren komen van de Abessijnse hoornraaf (neushoornvogel). Een dier dat inmiddels bijna uitgestorven is in Burkina Faso. De Nederlandse dierentuin Apenheul verzamelt al enige tijd deze veren om de Bwa er mee te helpen en zo hopelijk te voorkomen dat er nog meer gejaagd wordt op deze zeldzame vogel. Bron: BN De Stem 14-04-2010

 

Pag 16 Bewakers van wild fruit Mossi

De plankmaskers (karansé) in Yategna functioneren als de bewakers van bepaalde wilde fruitbomen die, omdat ze groeien in de bush, worden beschouwd als gemeenschappelijk bezit van het dorp. De maskers bewaken niet elk jaar fruitbomen, maar alleen na periodes van droogtes wanneer de oogst mislukt of slecht is, en er is niet voldoende graan is om de dorpsbewoners te ondersteunen tijdens het hongerige seizoen, tussen het planten van het zaad en de eerste oogsten.

Een rol als hoeders van de velden is beperkt tot het bewaken van de kariténotenbomen en de wilde druif bomen [Butyrospermum parkii en Lannea oleosa]. Wanneer de vruchten van deze bomen rijpen zijn gaan ze er op uit om ze te bewaken, zodat niemand hen voortijdig zal verzamelen. Ze houden niet de wacht houden bij de gierstvelden (ieder moet ze zelf bewaken) of de Sint-Jansbroodbomen. Deze bomen behoren tot de chief van het dorp. Maar, wat de gierstvelden betreft, is het de vraag waarom zij hen niet bewaken. Misschien dateert de wango uit een periode lang geleden, toen het verzamelen, vissen, jagen belangrijker waren deze bevolkingsgroep dan de landbouw.

Jagen, vissen en het verzamelen van wilde bladeren, bessen, vruchten en andere eetwaren zijn nog steeds erg belangrijk voor volkeren op het Burkinese platteland. Elk jaar, in april, mei en juni, net voor het begin van het regenseizoen, verzamelen vrouwen in geheel Burkina Faso de bladeren van de twega (Baobab Adansonia digitata) om een populaire saus te maken die  geserveerd wordt met hun gierst brij (sagabo of to).

In elk dorp wordt een dag gekozen voor het plukken van karité (shea nuts), en alle vrouwen plukken samen. Als een persoon gezien wordt die in een boom klimt om het fruit te verzamelen vóór de vastgestelde dag, zullen de maskers van de gemeenschap ’s avonds naar zijn huis komen om gierst, een kip of bijvoorbeeld een schaap vragen. Deze zaken offeren ze aan de Waongo’s.

Pag 17 Oogst Ceremonies         

Oogstfeesten worden gehouden in nov/ dec, nadat de gewassen zijn verzameld. Hun functie

is in het algemeen de geesten en de voorouders te bedanken voor  het waken over het dorp en het verstrekken van goede oogsten. Om deze reden nemen geesten, die geassocieerd worden met vruchtbaarheid deel aan de oogstfeesten. Vanwege de nauwe relatie met de natuurlijke wereld en de vitale kracht van de bush en planten, hebben de bladmaskers bij sommige bevokingsgroepen een belangrijke rol in de jaarlijkse oogstriten. De maskers absorberen de giftige krachten die aanwezig zijn in de vers geoogste gewassen die net in het dorp terug gebracht zijn, en brengen de krachten die ziekte en conflict in het dorp veroorzaken terug naar de bush. De geoogste gierst is een van de geschenken van de God Wuro. Als je de boze geest toestaat in het dorp te blijven is het vragen om rampen in de vorm van de ziekte en onvruchtbaarheid. De maskers ‘schonen’ de gierst, zodat zij veilig kan worden gegeten en laat de gevaarlijke geesten terugkeren naar de bush door passende offers.

Bij een oogstfeest in  maart 1984 verschenen negen maskers. De reden waarom ze in maart hun oogstfeest hielden was omdat ze toen hun katoencheques hadden ontvangen van de textielfabriek in Koudougou. Ze vierden toen de oogst van de grote Bwa cash gewassen.

Pag 18 Maskerwijdingen

Tijdens een maskerwijding worden de nieuwe gesneden maskers geïntroduceerd aan de gemeenschap. De ceremonie begint met het verlaten door de maskers van het maskerbewaarhuis, waarin het altaar staat, dat de spirituele kracht van de maskers belichaamt.  De nieuwe maskers paraderen om de woningen van elke stamoudsten van de clan om geïntroduceerd te worden, om eer te betuigen aan de ouderlingen, en om offers te ontvangen. Maskers worden meestal gemaakt om maskers te vervangen, die het jaar daarvoor waren gebroken, gestolen of verkocht op de antiekmarkt. Laat in de ochtend keren de maskers terug naar het maskerhuis, en ontdoen de dansers zich van hun kleden en maskers. Kostuums en maskers werden in de zon geplaatst op het dak van het huis om te drogen, terwijl de deelnemers wachtten de namiddagvoorstelling. Na een paar uur, wanneer iedereen in de gemeenschap grote hoeveelheden gierstbier genuttigd heeft, verschijnen de maskers vlak voor de schemering opnieuw, als de lucht begint af te koelen. Ieder danst op zijn beurt. Terwijl het ritme van de trommels en fluiten toeneemt.

 Pag 19 Initiatie

Om de drie, vijf of zeven jaar worden de jonge jongens (ongeveer 10 jaar) ingewijd in de geheimen van het gebruik en de betekenis van het masker, en in hun verantwoordelijkheid als volwassen leden van de samenleving. De initiatie wordt uitgevoerd en begeleid door de stamoudsten. De inleiding is van essentieel belang voor de samenhang en het voortbestaan van de gemeenschap, waarbij de jongens worden onderwezen in de regels voor het juiste sociale en moreel gedrag dat ze de rest van hun leven moet leiden. Inwijdingen worden gehouden in een bosrijk gebied, niet ver van een moeras of rivier, waar het voorbereidingswerk van het maskerkostuum kan worden uitgevoerd. Tijdens de initiatie, zijn de jongens onderworpen aan fysieke, morele en intellectuele proeven. Vaak begint (begon) de eerste fase van de initiatie met de besnijdenis van de jonge mannen. Ze komen op een verborgen plek waar ze voor het eerst de maskers zien en hun kostuums uitspreiden op de grond. Zij worden onderwezen in de betekenis van de geometrische patronen op de maskers, de zin en betekenis in hun leven als volwassenen en van namen van het masker. Elke naam is een morele les die zorgvuldig is uitgewerkt en besproken door de stamoudsten en geinitieerden. De ingewijden weten de betekenis van de geometrische tekenen die op de maskers staan, uitgelegd door ouderlingen. Aanvankelijk, wordt elk van de tekens, onafhankelijk van andere tekens uitgelegd. Daarna wordt de betekenis van de verzamelde tekens op specifieke plankmaskers toegelicht. De de combinatie van tekens is een morele of historische les, die een essentieel onderdeel is van de initiatie. Ze illustreren ook de mythes van de oprichters van de clans. De betekenis van elk teken kan variëren afhankelijk van de leeftijd en het niveau van inzicht in de initiatie, want alleen de oudsten hebben inzicht in de diepste betekenis van de tekens. Betekenis kan ook variëren met de context, een enkel teken kan verschillende betekenissen hebben op twee verschillende maskers.

Vervolgens leren ze hoe het maskerkostuum moeten maken, en werken de lange, warme dagen aan de voorbereiding van de vezels terwijl ze 's nachts leren dansen met de maskers. De initiatie eindigt op de 14e dag, en de volgende dag verlaten ze het bos en keren terug naar hun huizen. De maskers keren ook terug naar het dorp, waar speciale offers van gierstmeel zijn geplaatst op de heiligdommen voor Su. Su wordt gevraagd om voor een gelukkig seizoen te zorgen en voor de gezondheid voor de gemeenschap. Elk masker, met zijn nieuw kostuum, danst op zijn beurt voor elke heiligdom in de gemeenschap. De meeste initiaties kennen meerdere fases. Wanneer een man ongeveer 30 jaar oud is bereikt hij de laatste fase.

 

Pag 20 Initiatie Bwa

Bij een bepaalde clan van de Bwa worden jonge mannen en vrouwen samen geïnitieerd, naakt, bij een groepje bomen rondom het dorp. Het bush gedeelte van de initiatie duurt vijftien dagen, wanneer de jonge mannen en vrouwen van de clan de geheimen van de maskers leren, de Bwa "X" wordt aangebracht op hun voorhoofd en de jongens en de meisjes besneden worden.

Naast deze fysieke tests, leren de jonge mannen de praktijk van het dragen van de maskers en de jonge vrouwen de liedjes die gepaard gaan met de masker voorstellingen, waarvan de meeste de bladmaskers van de andere clans bespotten.

Het belangrijkste van de ‘litteken’ bij de Bwa is het kruis, dat verschijnt op de plank maskers en op de voorhoofden van de Bwa en moet diep genoeg worden gesneden in de beenderen van de schedel, zodat de overledene zal worden herkend door de voorouders wanneer hij aankomt in het hiernamaals.

 Pag 21 scarification

Links Mossi met laddervorm. Rechts Bwa met kruis op voorhoofd

 

Pag 22 Speciale evenementen en gebeurtenissen

Maskers kunnen ook  verschijnen bij speciale evenementen, met name wanneer de gezondheid of de welvaart van de gemeenschap wordt bedreigd door een naderende ramp. De maskers wordt gevraagd om specifieke problemen op te lossen. Het meest voorkomende verzoek gericht aan de geesten vertegenwoordigd door maskers is voor de menselijke vruchtbaarheid. Als er geen kinderen in hun familie waren, of dat veel kinderen door ziekte waren overleden, werd er contact gezocht met een geest via een masker en het probleem was opgelost. Bij problemen met ziekte, hongersnood, onvruchtbaarheid kunnen offers worden gebracht op een lokale magisch object, of een masker kan worden gesneden.

Ook treden sommige maskers op voor de wereldlijke feesten, zoals de Nationale Dag van de Onafhankelijkheid of bij rituelen ter ere van de politieke chef, maar bij die gelegenheden blijven de belangrijkere maskers achter in het clan geestenhuis.

 

Pag 23 Maskers op marktdagen

De nieuwe geinitieerde maskerdragers dansen in de droge tijd op elke marktdag tot het begin van de regentijd. Zij ontvangen constante kritiek van de ouderen over de kwaliteit van hun prestaties, en alleen diegenen die als goed worden beoordeeld mogen het volgende jaar blijven dansen. De maskervoorstellingen worden uitgevoerd door de minder heilige maskers. De jonge mannen voeren op marktdag om de beurt de dansen uit vanaf ongeveer 4:30 uur, wanneer de zon laag genoeg staat en de lucht al begint met af te koelen. De dansers zijn meestal tussen de 16 en 25 jaar oud, en hopen dat zij de huwbare jonge vrouwen die op de markt zijn kunnen imponeren. Deze jonge vrouwen kiezen vaak een favoriete artiest en geven hem geschenken om hun belangstelling te tonen. De best presterende kan vele jonge vrouwen als volgers hebben, net als rock sterren in ons eigen land. Hoewel de marktdag optredens geen heilige functie hebben, toont het publiek respect voor de maskers.

 

Pag 24 Masker betekenissen

De vorm van het masker, de geometrische patronen en kleuren vormen de elementen van een communicatie systeem. Elk element heeft een betekenis dat kan variëren per groep, en ook binnen het dorp of zelfs binnen een clan, terwijl sommige symbolen hun betekenis behouden van etnische groep tot groep, zoals de nummers drie en vier, die naar man en vrouw verwijzen.

Deze symbolen worden geleerd aan de ingewijden, en elk heeft een specifieke betekenis in verband met de mondelinge geschiedenis van de clan. Elke heeft een individuele betekenis, een tweede betekenis in combinatie met andere patronen en een betekenis die varieert met het niveau van de kennis van de ingewijde. De betekenis van symbolen kan van familie tot familie, van dorp tot dorp en van een niveau van inleiding variëren.

 

Pag 25

Masker Mythes bij de Gurunsi

Elk masker heeft zijn eigen oorspronkelijke mythe of verhaal van haar ontdekking. Er zijn tal van verhalen die vertellen over de ontmoetingen tussen een man en een geest.

 

De ijzeren schoffel

Een jonge man liep door de bush om te gaan vissen, toen hij over een ijzeren schoffel struikelde. Hij liet het liggen en vervolgde zijn reis, alleen struikelde hij verderop opnieuw over dezelfde schoffel. Toen dit voor de derde keer gebeurde pakte hij de schoffel met grote angst op en keerde onmiddellijk naar zijn vader’s woning terug. Hij en zijn vader brachten een bezoek aan de plaatselijke waarzegger, waar de jonge man zijn verhaal vertelde. De waarzegger wierp kauries en manipuleerde een kleine rotan mat die spontaan leek te openen en sluiten. De waarzegger vertelde, dat een geest uit de bush verschenen was door de schoffel die hij ontdekt had, het zou de jonge man en zijn familie beschermen als hij een masker liet snijden, waarin hij zou kunnen wonen en via welke het kon spreken. De waarzegger plaatste vervolgens op de grond een rij kleine, gegoten messing afbeeldingen van maskers. Hij greep een bewerkte houten stok en hield deze boven de koperen masker modellen. De jonge man hield ook de stok vast, en na het heen en weer bewegen ervan boven de kleine messing maskers, raakt het er plotseling één die de vorm van het nieuwe masker moest krijgen. De jonge man ging naar de smid in het dorp en liet het masker maken, dat vervolgens  in ceremonies aan het eind van het droge seizoen wordt gebruikt om kwaadaardige geesten uit de buurt te houden.

 

Het nijlpaard

Een Winiama man was op een dag jaren geleden op jacht, toen hij op een geest stuitte, die was zo groot dat hij zelfs niet op de vier enorme poten kon staan. Hij vroeg de housnijders in Ouri om een masker te maken, maar zij konden het niet omdat ze nog nooit zoiets gezien hadden. Alleen de oudste mannen in het dorp hadden het wezen ooit gezien. De man vond uiteindelijk een bejaarde beeldsnijder in Soubouy die het masker kon maken zoals het was verschenen aan de jager. Het masker behoort nu tot de zoon van de jager. Het heet kodû, het nijlpaard.

 

De slang

Vele jaren geleden deden de Dossi mannen een inval in een naburig dorp en werden achtervolgd. Een ouderling van Dossi verborg zich voor zijn wraakzuchtige achtervolgers in het hol van een grote slang, zeggende tot de slang, dat hij er niet was om haar schade te berokkenen, maar om zijn eigen leven te redden. Hij werd gedwongen zich twee weken te verbergen, gedurende welke tijd de slang prooien naar de burcht bracht voor de ouderling om te eten. Toen uiteindelijk de ouderling terugkeerde naar Dossi, raadpleegde hij een waarzegger, die hem vertelde een masker te snijden en de slang als een beschermende geest te respecteren.

 

De dwerg

De Bondé familie in Boni vertelt het verhaal van een voorouder die gedurende zijn lange leven een klein kind bleef. Op dat moment was de bush rond het dorp zeer dicht en gevaarlijk, vol met wilde dieren. Hyena's kwamen vaak in het dorp. De dwerg, slechts gewapend met een klein mesje zwierf vrij door de heuvels, dag na dag doorbrengend met de dieren. Zijn vader, uit angst dat hij zou worden gedood en opgegeten door een wilde beest, waarschuwde hem om niet in de bush te gaan, maar hij werd nooit geschaad, hoewel hij vaak nachten doorbracht buiten de veiligheid van het dorp. Op hoge leeftijd lag hij op zijn sterfbed en vroeg zijn familie om hem na de dood te gedenken met een klein masker. Het masker werd gesneden en naar zijn kamer gebracht, maar toen ze binnen kwamen ontdekte zijn familie dat zijn lichaam was verdwenen, met achterlating van alleen het kleine mes en sandalen. Het mes wordt nog steeds gebruikt voor het doden van kippen om  te offeren. Het masker vertegenwoordigt deze dwerg ouderling.

Elk van deze mythes is herschapen door een houten masker.

Mossi Maskers.

In het Mossi gebied is het woord voor masker Wango (meervoud Wando). Wango is het Mooré woord voor elke masker (kleine dierenmaskers en de lange, planktopped maskers), in elk materiaal, context, regio of functie. Hoewel de mensen die maskers dragen heel geheimzinnig zijn, behoren maskers tot families/ clans.

Marc Lucien (1909), een Frans koloniaal ambtenaar schrijft over het gebruik van maskers: Wanneer een hoofd van een huishouden sterft wordt onmiddellijk na de begrafenis de deur van zijn huis gebarricadeerd en maken ze een andere uitgang, zodat als hij probeert terug te keren hij verward zal worden. Als het een belangrijk persoon betreft wordt een grote begrafenisceremonie gehouden waarbij alle dorpen uit de regio uitgenodigd worden. Het is bij deze ceremonies, dat de ‘Wango’s verschijnen'. De `Wangos' hebben een geheime taal. Het is in feite, een heel oude traditie, vóór de komst van de Mossi [Nakomsé] in het stroomgebied van de Volta. Zij bewaarden het, omdat ze er niet tegen durfde te vechten.

Elk masker is een wild of tam dier, dat vaak gezien wordt en soms een mens. Deze personages, van mens of dier, zijn totemistische, want zij participeren in de mythen van herkomst van de clans waartoe zij behoren. In het zuidwesten zijn de kleinere Ouagadougou stijl dierenmaskers, die genoemd worden naar het dier dat zij vertegenwoordigen, voorafgegaan door het woord wan, afkorting van het woord wango voor masker. Deze totempaal maskers omvatten de wan-silga (havik), wan-pesego (ram), wan-nyaka (kleine antiloop), wan-wid-pelego (grote antiloop), wan-rulugu (neushoornvogel), wan-mwegha (menselijke albino) enz. In Yatenga hebben de lange, plankbedekte maskers de kop en de horens van de antiloop, of vogelvormen boven het gezicht. De kop met korte, S-vormige hoorns van de kleine antiloop, en het hoofd met langere, rechte hoorns vertegenwoordigt de grote antiloop.

Zeer weinig maskers in verzamelingen buiten Afrika, hebben het zwarte vezelkostuum (bindu) waarmee ze traditioneel worden gedragen. Het kostuum is gemaakt door lange vezelstrengen te knopen aan een netachtige kleed, dat bevestigd is aan de gaten rond de basis van het masker. Alle volkeren in Burkina gebruiken dezelfde vezel en op precies dezelfde manier bereid. De takken of twijgen van de wilde hibiscus (Hibiscus cannabinus), die de Mossi beranga noemen, worden geweekt in water om de schors los te maken. De planten worden vervolgens met houten hamers geslagen om de schors los van het hout te krijgen, en de lange, draderige vezels die zo verkregen worden zijn zwart geworden door het weken in de modder op de bodem van stilstaande poelen. Strengen worden in elkaar gedraaid om koorden te vormen van waaruit het kostuum wordt gemaakt. De strengen van vezels lopen losjes naar beneden en het zwarte kostuum verbergt de drager van het masker volledig, zodat het geheel lijkt op een geanimeerde zwarte hooiberg. In sommige dorpen valt het kostuum alleen tot aan de knieën van de drager, maar meestal strekt zij zich uit tot de grond.

Vaak zijn zowel menselijke als dierlijke maskers voorzien van schuine lijnen, die met een hete staaf gegraveerde zijn van de brug van de neus over de wang. Extra ingebrand markeringen in een laddervorm tussen de ogen en oren, en patronen op de wangen, kin en voorhoofd vertegenwoordigen traditionele Mossi littekens. Zoals geldt voor alle Mossi maskers, zijn ze gesneden uit één stuk hout.


Mossi

Ouagadougou stijl maskers worden altijd gedragen met een zeer zwaar vezelkostuum dat de identiteit van de drager volledig verbergt. Men wordt lid van de maskergroepen door geboorte in een van de maskerdragende clans. De clans in deze dorpen hebben twee tot twintig maskers. Maskers in deze stijl zijn over het algemeen klein, tussen35 cm. tot65 cm. lang. De meeste zijn niet voorzien van kijkgaten, want ze worden niet gedragen over het gezicht. De traditionele Mossi maskers staan gewoon boven op het hoofd van de drager, met het zware kostuum dat aan alle kanten naar beneden valt en het masker stevig op zijn plaats houdt.

 

Twee stijlen maskers mogen nooit op hetzelfde moment dansen in hetzelfde gebied, en indien bijvoorbeeld op weg naar een begrafenis, de twee elkaar op een pad ontmoeten, vluchten de kleine maskers in de bush. Hoewel de Mossi alle maskers Wango noemen, gebruiken ze de term Karanga (mv. Karansé) om de lange, plankbedekte maskers met antilopenhoorns uit Yatenga te onderscheiden van de kleinere, dierenmaskers uit het zuidwesten. Bovendien heten de maskers die een vrouwelijke figuur dragen Karan-Wemba.

De Winiama (Gerunsi) maksers zijn vaak bedekt met lagen roet uit de keuken, of met vuil van frequent gebruik, zodat de oorspronkelijke rode, witte en zwarte geometrische vormen moeilijk te onderscheiden zijn, en alleen zichtbaar zijn in laag reliëf. Winiama informanten vertellen dat dergelijke maskers donkere kwaadaardige en onvoorspelbare geesten uit de bush vertegenwoordigen, die, net als mensen met psychische problemen, onverzorgd en vuil zijn, zodat de maskers niet elk jaar opnieuw overgeschilderd worden.

 

Masker Patronen: Alle maskers zijn bedekt met geometrische patronen. De geometrische patronen vertegenwoordigen de littekens die gedragen worden door mannen en vrouwen. De meest prominente van deze littekens is de "X" of kruis op het midden van het voorhoofd. De Bwa maken ook gebruik van het "target Volta motief", zwart-witte damborden, halve manen, zigzaggen, zwarte en witte driehoeken, gebogen lijnen en ruitvormen, allen gekleurd met natuurlijke kleuren, rode, witte en zwarte pigmenten. Net als elders in het centrale Volta gebied, bestaan deze geometrische patronen uit een systeem van tekens en symbolen die worden gebruikt in initiaties.