Burkinafasoreis2011

sanitatie

 

Geinteresseerd in dit onderwerp?
Ga dan naar: www-wds.worldbank.org
Het praktische boekje Smart Sanitation Solutions met voorbeelden van goedkope, makkelijk te onderhouden sanitair voor ontwikkelingslanden is gratis downloadbaar op www.irc.nl/page/28448.

Bron: www.Isonline.nl | 2008 09

Jaar van de Sanitatie

De nood is hoog in veel arme landen, vooral waar mensen dicht op elkaar leven. 2,5 miljard mensen moeten het zonder fatsoenlijk toilet stellen. De wereldgezondheidsorganisatie WHO schat dat jaarlijks 1,8 miljoen mensen sterven aan diarree door onhygiënische omstandigheden. Bijna 5500 kinderen sterven dagelijks aan ziektes veroorzaakt door besmet voedsel en water. Onder de millenniumdoelen is doel 7, waar goede 'sanitatie' onder valt, een van de moeilijkst haalbare. De aanpak loopt nog wel eens spaak op het ongemak en de culturele misverstanden die bij ontlasting horen. En op de lage prioriteit bij ministers en beleidsmakers die zelf nooit de bosjes in hoeven omdat er altijd wel een schoon toilet in de buurt is.

 

Stront aan de Knikker
Schoon drinkwater en hygiënisch sanitair zijn belangrijk voor de volksgezondheid, voor welzijn, voor economische activiteiten en voor ontwikkeling. Ten tijde van het formuleren van de millenniumdoelen beschikten naar schatting 2.6 miljard mensen niet over fatsoenlijke sanitaire voorzieningen. Dat aantal moet in 2015 gehalveerd zijn.

“Dat halen we nooit”, zegt Dick de Jong van het IRC International Water and Sanitation Centre in Delft. “Met schoon drinkwater (1,2 miljard mensen zaten zonder, red.)wordt het doel trouwens wel gehaald, denk ik, althans in Azië en Zuid-Amerika. Dat komt doordat voor drinkwater altijd wel een ministerie verantwoordelijk is. Sanitair en hygiëne zitten steevast weggemoffeld bij gezondheidszorg. Als je gezondheidswerkers vraagt naar hun werk, zijn ze altijd bezig met vaccinaties en medicatie. Handen wassen na het poepen en voor het koken staat onderaan de lijst.”


Holle kalebas

Als het met de drinkwatervoorziening beter gaat dan met de hygiëne, lijkt voorlichting een grotere noodzaak dan de aanleg van toiletgebouwtjes en riolering. De Jong beaamt dat, al moeten er natuurlijk wel voorzieningen zijn. “Maar die kunnen heel eenvoudig zijn”, verzekert hij. “Neem nou de tippy tap. Dat is een jerrycan of holle kalebas vol water, met een kraantje. Die hang je op met een stukje zeep ernaast. Dan moet er wel af en toe iemand langskomen die het belang ervan uitlegt.”
Maar dan moeten die voorlichters wel zelf doordrongen zijn van het nut van handen wassen. “Zeker, en daarvoor is training nodig. Die is er veel te weinig. Vaak worden die voorlichters alleen afgerekend op de vaccinaties die ze geven. Persoonlijke voorlichting op lokaal niveau is nodig, maar die krijg je alleen voor elkaar vanuit een nationaal sanitatiebeleid. India laat het over aan de deelstaten. Kerala en West-Bengalen slagen er heel aardig in, maar de rest haalt het niet bij het veel armere Bangladesh. Daar heeft de overheid een enorme inspanning verricht en via districten en lokale gemeenschappen sanitaire voorzieningen en voorlichting geregeld.”
In 1990 beschikte volgens de Wereldbank 51 procent van de mensheid over acceptabel sanitair. In 2007 is dat zestig procent. De toename is grotendeels gehaald in stedelijke gebieden. Daar is het aandeel mensen-met-voorzieningen sinds 1990 gegroeid van 67,6 tot 86,2 procent in 2004. Maar de moelijkst te bereiken sloppenwijken blijven voor het laatst over, de stedelijke bevolking groeit maar door en de inspanningen worden meer naar het platteland verlegd. Daarom is de prognose voor millenniumdoeljaar 2015 dat weer wat minder stadsbewoners sanitair hebben: 83,8 procent.
In steden zijn voorzieningen als riolen en collectieve latrines (pleepotten op beerputten) rendabeler dan op het platteland. In de stad wonen mensen op een kluit en komt veel meer poep en plas op straat terecht. Stedelingen snuiven er de walmen op van het open riool waaarin kinderen spelen. Zij wennen daar niet aan - iedereen wil dat zijn poep verdwijnt. Aan de kust van West-Afrika poepen mensen op het strand, waar de vloed het wegspoelt. In dorpen en steden lozen mensen hun behoeften in de rivier, die vervuild wordt. De Jong ziet voor grootschalige rioleringen echter geen kans. “In sloppenwijken is daar geen ruimte en geld voor”, zegt hij. “Je kunt beter per huishouden voorzieningen regelen, een kleine septic tank bijvoorbeeld met een ondergrondse opslag waarin het composteert. Gecomposteerd kan het zonder gezondheidsrisico’s weggebracht worden.”

VIP-latrine
Henk Holtslag heeft jarenlange ervaring met drinkwater en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden.Hij richt zich vooral op het platteland. “Volgens Unicef woont zeventig procent van de armen op het platteland. dus om de water- en sanitatiedoelen te halen zal daar de grootste inspanning nodig zijn.
Een waterpomp en een toilet kunnen plattelanders ervan weerhouden naar de stad te verhuizen.” De organisaties waarmee Holtslag werkt bevelen verschillende typen sanitair aan, maar het komt meestal neer op een handgegraven gat met een stevige cementen latrine deksel, waarin een sleutelgatvormig gat zit. Geen waterclosetten en riolen, want die zijn voorbehouden aan de rijken van deze wereld. “Die deksel moet trechtervormig zijn”, zegt Holtslag, “met het gat op het laagste punt. Hij moet de put goed afsluiten tegen de stank. Een verbeterde versie is de geventileerde vip-latrine.”

Schone babpoep
In een vochtige bodem met hoge grondwaterstand zijn latrines bewerkelijker dan in droge grond. Met hoge waterstanden zouden ontlasting en urine in het grondwater kunnen belanden. Als er dan verderop een drinkwaterput is, kunnen bacteriën uit de latrine daarin terecht komen. Bij hoge grondwaterstanden moeten latrines dus waterdicht zijn. In droge bodems drogen de uitwerpselen wel op. Is de latrine vol, dan moet hij geleegd worden. In de gortdroge Pakistaanse deelstaat Baluchistan heeft de Water and Sanitation Agency latrines gepromoot met een dubbele opslagput (zie kader Fossa alterna). Is er één vol, dan wordt de ander gebruikt terwijl de volle indroogt en vervolgens geleegd wordt. De mest kan weer op de uitgemergelde akkers. Want zo zou het natuurlijk moeten: niet de poep een enkele reis naar zee geven door het in de rivier te gooien, maar weer in de verarmende landbouwgrond terugbrengen.
Holtslag en De Jong beamen dat, maar wijzen er allebei op dat zelfs gecomposteerde, bacterie-vrije poep tot dusver een te groot taboe is om met landbouw en voedsel in verband te brengen. “Alleen in China en Vietnam doen ze daar niet moeilijk over”, zegt De Jong. En inderdaad, ook in Nederland injecteren we de diarree van onze varkens ongecomposteerd in de akkerbodem, terwijl het composteren van schone babypoep nog steeds verboden is en het idee tot gegiechel en getrekneus leidt. Oneetbaar hergebruik van ontlasting kan echter ook, bijvoorbeeld als brandstof. “Wat je ook ziet”, zegt Holtslag, “is dat op een volle beerput een boom geplant wordt. Die heeft dan meer dan genoeg mest.”

Geen wc opdringen
Als we ooit de helft van de nu nog 2,4 miljard plee-lozen aan sanitair willen helpen, is er dus vooral veel training en voorlichting nodig. “Ja”, zegt Holtslag, die in Nicaragua eens drie latrines (“van verschillende ontwikkelingsorganisaties”) brandschoon en ongebruikt zag rondslingeren, terwijl de dorpsbewoners hun behoeften onder een boom deden. “Als je arme plattelandsmensen in ontwikkelingslanden vraagt waaraan ze behoefte hebben”, zegt hij, “dan zit een goede plee zelden in de top-5. Ze doen het wel in de bosjes of op het strand. Dat komt ook doordat men de voordelen (zoals privacy) van een wc-hokje nog niet heeft ondervonden. Maar moeten we hen een wc opdringen omdat wij het zo belangrijk vinden dat zij hun behoefte achter een gesloten deur doen? Toch heb ik vaak gezien, dat als latrinedeksels zo simpel zijn dat ze lokaal gemaakt kunnen worden en betaalbaar zijn voor mensen, plaatselijke bedrijfjes ze inderdaad gaan maken. Die bedrijfjes verdienen eraan, weten welke technieken aanslaan en hoe ze die bij de mensen krijgen. Het heeft dus zin handige lieden ter plekke te leren hoe ze een goede latrine kunnen bouwen.”
De Jong kent vrouwelijke metselaars in Bangladesh en een paar Afrikaanse landen die een boterham verdienen aan het aanleggen van latrines en het uitleggen hoe je ze moet onderhouden. “Als de mensen er zelf voor betalen, zijn ze ook bereid om ze te onderhouden”, zegt hij. Het is geen toeval dat die metselaars vrouwen zijn. De Jong. “Sanitair is een probleem voor vrouwen. Vraag mannen in een ontwikkelingsland of ze sanitaire voorzieningen missen. Nee, zeggen ze meestal. Maar vrouwen zeggen vaak ja. Zij kunnen nooit zomaar buiten plassen. Ze moeten wachten tot het donker is, tenzij ze een latrine hebben.”
Darmkwalen zijn voor 88 procent te wijten aan gebrek aan hygiëne. Waar schoon sanitair wordt geïnstalleerd, daalt het aantal darmkwalen met tien tot veertig procent. Aan diarree en andere darmkwalen sterven per jaar naar schatting 1,8 miljoen mensen, grotendeels kinderen. “Als je een grootscheepse campagne voor sanitatie wilt opzetten”, zegt de Jong, “zou ik het daarom op scholen doen. En met gescheiden toiletten voor jongens en meisjes, blijven meisjes langer naar school gaan.”

“Elke Indiër een schoon toilet”


Wie: zakenman Fuad Lokhandwala
Wat: bouwde de eerste openbare toiletten in Delhi, India.

Met een inwoneraantal dat boven de tien miljoen ligt, is het verbazingwekkend hoe weinig mensen in de hoofdstad van India, Delhi, toegang hebben tot een schoon, hygiënisch toilet. Mensen zonder wc in huis moeten hun toevlucht zoeken tot smerige publieke toiletten of hun behoefte doen in de rivier die voor hun huis stroomt – waar ze vervolgens ook hun drinkwater uit halen. Zakenman Fuad Lokhandwala besloot hier verandering in te brengen. Na jaren in de Verenigde Staten te hebben gewoond, besloot hij terug te keren naar zijn geboorteland. Een uitspraak van de Amerikaanse talkshowhost Jay Leno zette hem aan het denken. Lokhandwala: “Leno zei: ‘India kan een raket het heelal insturen maar is niet in staat een normale wc te bouwen voor de Indiase bevolking’. Plotseling schaamde ik mij voor mijn geboorteland en besloot dat ik er iets aan moest doen.” Al snel rook hij zijn kans. Letterlijk, want “de straten van India stinken soms ontzettend. Ik wilde iedereen de kans geven om gebruik te kunnen maken van sanitair dat hygiënisch, esthetisch aantrekkelijk en bovenal gratis is”. Maar een schoon toilet kan alleen gratis zijn voor de gebruiker als iemand anders de kosten voor het schoonmaken betaalt.
“Een publiek toilet is normaal gesproken geen oord waar men vrijwillig zijn entree doet, laat staan dat grote bedrijven zoals LG Electronics er zouden willen adverteren”, vertelt Lokhandwala. Hij biedt bedrijven de mogelijkheid om advertenties te plaatsen op prachtig onderhouden toiletmuren. Op die manier blijven de toiletten gratis. “Het werkt twee kanten op. Zonder advertenties geen toiletten en zonder toiletten geen advertenties. Drie dingen zijn daarom essentieel: onderhoud, onderhoud en nog eens onderhoud. Op een vieze wc-wand gaat natuurlijk niemand adverteren”. Momenteel staan er zo’n twintig toiletten in Delhi en blijft Lokhandwala doorwerken om de standaard in India te verhogen.


Geinteresseerd in dit onderwerp?
Ga dan naar:
www-wds.worldbank.org

Tekst: Diwy Tomassen

 


Toilet als statussymbool?

Stel eerst je eigen opvattingen over hygiëne ter discussie voor je sanitaire verbeteringen in ontwikkelingslanden aandraagt, stelt medisch antropoloog Sjaak van der Geest.

Toen vorig jaar elfduizend lezers van het gerenommeerde tijdschrift British Medical Journal de riolering uitriepen tot de belangrijkste medische doorbraak sinds 1840, kreeg sanitatie (het verzamelwoord voor alles wat met sanitaire voorzieningen te maken heeft) eindelijk de erkenning waar het recht op had. Die voorzichtige erkenning heeft geleid tot wereldwijde bevordering van betere voorzieningen zoals toiletten en schoon water. Terecht, want ruim 2,5 miljard mensen beschikken nog niet over zulke basale sanitaire voorzieningen. Helaas is het inzicht van beleidsmakers in hygiëne op z’n zachtst gezegd simplistisch en worden op grote schaal hygiënische verbeteringen opgedrongen die volgens de betrokkenen helemaal geen verbeteringen zijn.

Facetten van de stoelgang

Ik stuitte op het onderwerp ‘toilet’ toen ik in een Ghanees dorp onderzoek deed naar ervaringen van ouder worden. Ik zat met twee vrienden te praten over het leven van ouderen en het gesprek kwam op toiletbezoek. De meeste huizen in het dorp hadden geen eigen toilet. Mensen gaven er blijkbaar de voorkeur aan het vuil en de vieze lucht op veilige afstand te houden. Er waren slechts twee openbare toiletten voor de ongeveer vijfduizend mensen van het dorp. Sommigen moesten tien minuten of langer lopen vóór ze bij het toilet waren. Hoe deden ouderen dat die slecht ter been waren of helemaal niet konden lopen, vroeg ik. Er ontspon zich een geanimeerd gesprek dat tot de avond duurde. Alle facetten van de stoelgang en alle soorten toiletten passeerden de revue. De situatie in het dorp, maar ook de gebruiken en faciliteiten in Nederland kwamen aan bod.
Vanaf dat moment drong het tot me door welke grote rol vuil – en vooral defecatie (ontlasten) – in het leven van mensen speelt. Ik begon na te denken over de oorzaken van de collectieve verdringing van het onderwerp in de studie van culturen. De afgelopen jaren heb ik daarom geprobeerd stront op de (medisch-)antropologische agenda te zetten; met wisselend succes overigens. Er zijn gefronste wenkbrauwen: poep, dat is iets voor kinderen tussen de een en twee jaar, maar voor een professor? Deze verbazing, met een dosis hilariteit, bevestigt de ongemakkelijkheid van het onderwerp.

Traditionele stoelgang

Gelukkig zijn er de afgelopen jaren enkele uitstekende antropologische studies verschenen over de culturele betekenis van toiletten, vuil en defecatie. Ze laten vooral zien dat vuil en hygiëne niet louter medische begrippen zijn, maar vervlochten met talloze andere terreinen van de cultuur. Ndonko, een antropoloog uit Kameroen, schreef zijn proefschrift - overigens tot ergernis van veel van zijn collega’s - over toiletten. Aanleiding waren de reacties van dorpelingen in zijn land op het beleid van de regering, dat hen dwong tot de bouw en het gebruik van toiletten. Er bleek veel verzet tegen het regeringsbeleid. De traditionele ‘stoelgang’ in de bush of op het strand was veel aangenamer en schoner (de frisse lucht tegenover een benauwd hokje) en bovendien verweven met religieuze en ecologische principes betreffende natuur en landbouw. Zo was het de regel zich te ontlasten in het open veld waar geen gewassen werden geteeld. Dat veld werd pas enkele jaren later voor akkerbouw in gebruik genomen, tegen de tijd dat de ontlasting gecomposteerd en niet meer ‘vies’ was.

Schoonvader
Mensen dwingen toiletten te bouwen is mogelijk, maar ze overtuigen die ook te gebruiken, is veel lastiger. Een collega vertelde mij hoe de verplichte bouw van een toilet in de achtertuin tot ongemak en gêne leidde bij haar kennissen in een Ugandees dorp. Je behoefte doen was altijd iets dat je in het verborgene deed. Je liep een stukje van huis weg alsof je iets te doen had of iemand ging bezoeken, en dan zocht je een rustig plekje om je te ontlasten. Met een toilet pal achter het huis was dat niet meer mogelijk. En wat nog erger was, je ging precies naar hetzelfde plekje waar zojuist iemand anders gezeten had. Voor de schoondochter die altijd een zekere afstand moet bewaren tegenover haar schoonvader, bij wie ze in huis woont, was het nieuwe toilet een ware verschrikking. Zoiets kon je toch moeilijk een verbetering in de hygiëne noemen. Geen wonder dat sommige toiletten werden omgebouwd tot gereedschappenschuurtje of kippenhok.

Statussymbool

Naast verzet tegen het moderne toilet is er ook een trend dat een eigen toilet juist gezien wordt als een teken van beschaving en vooruitgang. In een studie over social marketing [CURSIEF] van toiletten in Benin, West-Afrika, schrijft de Britse Mimi Jenkins dat mensen met een toilet aan huis demonstreren dat ze modern zijn, een levensstijl hebben zoals de mensen in de stad: voorzien van comfort en gesteld op privacy.
Ook in het Ghanese dorp was die trend merkbaar. Een eigen mooi en schoon toilet is een statussymbool. Vooral tijdens begrafenissen is een toilet belangrijk. Vele bezoekers verblijven urenlang in het huis van de overledene en consumeren - als het een goede begrafenis is – grote hoeveelheden drank. Een mooi toilet is dan ook een belangrijk onderdeel van een geslaagde begrafenis; het hele huis is dat trouwens.

Linker- en rechterhanden
Associaties met beschaafdheid, prestige en aantrekkelijkheid worden ook gemaakt bij lichamelijke hygiëne. Men weet dat hygiëne gezondheid bevordert, maar er is veel meer. Lichamelijke reinheid laat zien wat voor een persoon je bent. Het is een cruciaal element in je zelfpresentatie, evenals schone kinderen, een opgeruimd huis en een aangeveegd erf.
In het Westen is dat niet anders. Onderzoek met een verborgen camera in een openbaar toilet in de Verenigde Staten liet zien dat mensen na het gebruik van het toilet veel vaker hun handen wasten als er andere bezoekers aanwezig waren dan wanneer ze alleen waren.
Eenzelfde onderzoek bij moeders in Ghana leverde zogenaamd ‘alarmerende’ cijfers op: slechts 4 procent van de moeders waste de handen nadat ze naar het toilet waren geweest. Maar de moeders in Ghana maken het verschil tussen de linker- en rechterhand. De rechter is voor sociale contacten – in letterlijke zin – terwijl de linker gebruikt wordt voor onreine handelingen. Het correcte gebruik van rechter- en linkerhand wordt ieder kind vanaf het eerste jaar ingeprent en wordt een automatisme, een tweede natuur. Een goede vriend vertelde mij dat hij tijdens seks automatisch van rechts op links overschakelde als de hand bij ‘onreine’ lichaamsdelen arriveerde. Mij persoonlijk heeft dit strikte onderscheid altijd het veilige gevoel gegeven dat ik, anders dan in Nederland, bij een begroeting in Ghana een schone hand schud.

Culturele wezens

Beleidsmakers die zich inzetten voor sanitaire voorzieningen, zouden beter moeten begrijpen dat hygiëne over veel meer gaat dan gezondheid. We weten nog veel te weinig over de cultuur van vuil en defecatie. Niet zo vreemd, want dat is nu niet bepaald het soort cultuur waar de antropoloog met een notitieboekje en videocamera bij gaat staan kijken. Zonder kennis van de cultuur kan beleid voor sanitaire verbetering echter verschrikkelijk mis gaan.
Eén voordeel hebben we echter wel: we kunnen ons eigen gedrag en onze eigen gevoelens onderzoeken. Het zijn niet alleen de anderen die zich cultureel gedragen. Wij – die allerlei gezondheidsvoorlichting bedenken – zijn evenzeer culturele wezens. Als deskundigen cultuurgevoelig beleid voor sanitatie willen ontwikkelen, moeten ze zich niet zozeer in vreemde gewoontes van de anderen verdiepen, maar nadenken over hun eigen hygiënische gebruiken en gevoelens.

Samsom, de poepschepper

Ondanks het Jaar van de Sanitatie worden de toiletten in de sloppenwijk Korogocho in de Keniaanse hoofdstad Nairobi nog gewoon met de hand leeggeschept.

Een modderstraat vol vuilnis. Kinderen rennen op blote voeten achter elkaar aan. Een jongetje springt over het open riool, stopt, bukt en vist er een stuk plastic uit dat hij als een trofee boven zijn hoofd wappert. Een meisje hurkt midden op een hoopje vuil en spant haar buikspieren samen. Ze poept. In een zijstraat, temidden van blikken en houten schuttingen, staat een scheve deur half open. Het is de latrine die de 37-jarige Samsom Macharia en zijn twee collega’s vandaag gaan legen. Samsom schept al vier jaar poep. Sewage cleaner (rioolschoonmaker, red.) noemt hij het zelf. Net als alle poepscheppers is hij zwaar alcoholist. Het is acht uur in de ochtend en hij ruikt naar drank. Voor de latrine staan de werktuigen voor het legen van de latrine klaar: een blik met een touw, gele emmers en een zelfgemaakte houten kar met een olievat erop. Samsom en zijn collega’s dragen schoenen met gaten. “Voor laarzen is geen geld”, zegt Samsom. Ze hebben ook geen handschoenen: “Daar gaan je handen zo in zweten.”

Vuilnishoop
Samsom stapt de toiletruimte in, dompelt het blik aan het touw in het gat van het toilet en haalt het naar boven. Dan gooit hij de poep over in een van de gele emmers. Zijn twee collega’s legen ze vervolgens in een olievat. Uit de emmers sijpelt dikke drab de ton in: poep, urine, stukjes plastic, een capsule van een medicijn en stukken krant en tijdschrift. Die worden als toiletpapier gebruikt.
Na acht emmers is het olievat vol en gaat er een lege maïszak overheen. Samsom gaat voor de kar staan, zijn twee maten staan erachter. Zij duwen. In de rivier, die langs de vuilnishoop loopt, wordt de kar geleegd. Na twee volle tonnen zit het werk erop. Het is inmiddels tien uur ‘s ochtends. De verdiende 400 shilling, een euro of vier, wordt verdeeld. De emmers, het blik en de ton met de kar worden opgeborgen achter een schutting.

De drie mannen gaan zich in hun krot een beetje wassen, om vervolgens hun geld stuk te slaan aan de changaa, een zelfgestookte drank op basis van maïs, aangevuld met op de vuilnishoop gevonden ingrediënten, zoals oude medicijnen of methanol. Het maakt Samsom en zijn maten niets uit. Als het maar bedwelmt.

Tekst: Mary-Ann Sandifort
Mary-Ann Sandifort is schrijfster en bezoekt sinds twaalf jaar de sloppenwijk Korogocho, waarover zij een boek schrijft.

De grote boodschap van Rose George

De waterwereld is laaiend enthousiast over De grote boodschap van de Engelse journalist Rose George. Eindelijk is er iemand die z’n mond opentrekt over de noodzaak van schone wc’s, op een toegankelijke manier. George: “De boeken die er waren, waren academische studies, of ontstegen het niveau van de toilethumor niet.”

Ze staat op het punt om naar de VS af te reizen op uitnodiging van twee waterorganisaties, en presenteert haar boek De grote boodschap begin november in het Chinese Macau tijdens de Wereld Toilet Top & Expo, die geopend wordt door prins Willem-Alexander. Rose moest er wel wat voor over hebben om een meeslepend verhaal over wc’s te schrijven. Ze reisde de hele wereld rond; dook in de rioleringen van Londen en New York, gruwelde van publieke toiletten zonder deur in China, liep een dag mee met poepscheppers in India, probeerde de meest luxueuze toiletten in Japan (“ze doen alles voor je behalve je je krantje voorlezen”), en bezocht toiletactivisten in onder meer Zuid-Afrika.

U hebt de beste en slechtste toiletten ter wereld gezien. Wat is uw conclusie?

“Sanitatie bungelt een beetje onder het zevende millenniumdoel (een duurzaam leefmilieu), terwijl het een enorme invloed heeft op de scores van de andere millenniumdoelen. Daar moet wat aan gebeuren! Hoe kun je naar school als je diarree hebt? Voor 2015 moet het aantal mensen zonder sanitaire voorzieningen gehalveerd zijn. Als we in het huidige tempo doorgaan met aanleggen van wc’s, lukt dat pas in 2080. Vanaf nu moet er elke seconde ergens ter wereld een nieuw toilet bijkomen. We hebben het hier over 2,6 miljard mensen zonder fatsoenlijke wc!”

Maar dit jaar is wel het VN-jaar van de Sanitatie. Dat zet de wc toch in de schijnwerpers?
“Ja, maar het is ook het Internationale Jaar van de Aardappel. Zo zie je maar, dat zo’n ‘jaar’ zegt ook niet veel. Toch is er wel degelijk wat momentum gecreëerd, mede dankzij de grote inzet van de Nederlandse prins van Oranje. Hij steekt echt zijn nek uit, snijdt het onderwerp aan bij de Wereldbank en binnen de VN. Het is heel goed dat hij de link legt tussen schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Als die niet op orde zijn, vervuilt het drinkwater met menselijke uitwerpselen. Ook de Wereld Toilet Organisatie (WTO), die voorheen vooral als een grapje werd gezien, wordt steeds serieuzer genomen.”

Celebrities zoals filmster Angeline Jolie of zanger Chris Martin komen wel op voor de armen, maar je ziet ze nooit op een wc-pot zitten voor het sanitatie-millenniumdoel.

“Klopt, ze hebben het wel over schoon drinkwater, maar over poep en plas zul je ze niet horen. Nou moet ik wel zeggen dat acteur Matt Damon laatst zomaar het woord ‘latrines’ uitsprak tijdens een openbare bijeenkomst van de Clinton Foundation. Dat is alvast een begin. Het klinkt wat oppervlakkig dat sanitatie een beroemde ambassadeur nodig heeft, maar het onderwerp is zo verwaarloosd, dat we echt iemand nodig hebben die zijn mond erover opentrekt.”

Het lijkt wel of we nog makkelijker over aids en seks praten dan over wc’s.
“Toen aids opkwam in de jaren tachtig was het net zo goed een conversatietaboe. Daarom kijken sanitatie-activisten nu naar de succesverhalen van de aidsvoorlichting en baseren daar hun campagnes op. Je moet het onderwerp op een luchtige, grappige manier bespreekbaar maken. Denk bijvoorbeeld aan Dr. Bindeshwar Pathak, de voortrekker van een grote wc-organisatie in India. Zijn Sulabh International museum of Toilets in Delhi is een echte toeristentrekker. Het staat zelfs in de Lonely Planetgids.”

In uw boek vergelijkt u wc’s met de opkomst van mobieltjes. Zoals Afrika de fase van de vaste lijn heeft overgeslagen, zo moeten arme landen nu ook de riolering skippen en meteen door naar ecologische systemen.
“Nu denken we nog: sanitatie begint met een emmer, een gat in de grond of een plastic zakje. Als je steeds verder verbetert, eindig je met het doorspoeltoilet, de riolering, en de waterzuiveringsinstallatie. Dat noem ik de heilige drie-eenheid van de hygiëne, terwijl het doorspoeltoilet totaal ongeschikt is voor veel landen. Het idee van het water closet als hoogste goed, daar moeten we vanaf. Voor de 500 liter urine die jij per jaar produceert, is 15.000 liter spoelwater nodig. Maar in de westerse wereld hebben we dit rioleringssysteem al 150 jaar lang, we gaan die infrastructuur niet zomaar opgeven. Neem China en India, daar is nog amper een rioleringinfrastructuur. Die moeten een stap overslaan en meer innovatief te werk gaan. Ze moeten meteen beginnen met ecologische systemen. Je kunt menselijke uitwerpselen omzetten als kunstmest. Op het platteland van China wordt de poep van mensen en dieren al verwerkt in biogasinstallaties. Mensen gebruiken het gas om te koken.”

Misschien moet u prins William of prins Harry een boek toesturen. Dan kunnen zij ook ambassadeurs worden voor sanitatie.
“Ja, wie weet. Hun vader, kroonprins Charles, heeft wel iets met het onderwerp. Hij schijnt een natuurlijke zuiveringsinstallatie te hebben op het landgoed van zijn buitenhuis Highgrove.”

Tekst: Lonneke van Genugten

€ 19,95
De grote boodschap. Menselijk afval en waarom de nood zo hoog is
Rose George
Uitgeverij Artemis

 

Oneworld.nl mei 2012

Speuren naar een kek toilet

 

Datum:  02-05-2012

Auteur: Hans van de Veen

Een sexy wc voor de armen, net zo aantrekkelijk als het nieuwste model smartphone. Het is een manier om het lang verwaarloosde probleem van slechte sanitaire voorzieningen aan te pakken. 

In beschaafd gezelschap praat je niet over poep. Dat is bijna overal in de wereld zo. Maar daar komt verandering in. Sanitatie wordt sexy! In laboratoria en proefopstellingen zoeken techneuten naar het gouden ei: de meest winstgevende verwerking van urine en ontlasting. Hergebruik als mest voor de landbouw ligt voor de hand. Het winnen van energie uit poep gaat een stuk verder. Het gebeurt al in de nieuwbouwwijk Noorderhoek in het Friese Sneek. De meeste aandacht van de onderzoekers gaat tot nu toe uit naar de ‘achterkant’ van het toilet: manieren om de afvalstroom zo slim mogelijk te verwerken. Anderen beginnen hun speurtocht aan de voorkant, bij de wc zelf. Zo experimenteert Waterschap Groot Salland met het ‘nieuwe plassen’: wc’s die urine en ontlasting gescheiden opvangen, wat een meer efficiënte zuivering mogelijk maakt. Het waterschap introduceerde het systeem zowel op de hogeschool Windesheim in Zwolle als op een middelbare school in Zuid-Afrika. 

 

Hergebruik
Een flinke stap verder nog gaat de Gates Foundation. Het charitatieve fonds van voormalig Microsoftbaas Bill Gates schreef een internationale wedstrijd uit voor het ontwerp van een nieuw toilet voor de Base of the Pyramid: de 1 miljard mensen die hun behoefte in het open veld moeten doen, onderdeel van de 2,6 miljard die niet over fatsoenlijke sanitaire voorzieningen beschikken. “We willen een toilet dat afval recyclet op dezelfde wijze waarop we papier, plastic en glas hergebruiken”, zei Frank Rijsberman, directeur van het sanitatieprogramma van de Gates Foundation, bij de lancering van de campagne Re-Inventing the Toilet. De aanpak met spoeltoiletten, riolering en afvalwaterzuivering is in het Westen al kostbaar en verspillend, en kansloos in dichtbevolkte sloppenwijken. Alternatieven als biogasinstallaties en composttoiletten zijn nuttig, maar hebben veel nadelen. En hoe inventief ook, verbeterde ‘vliegende toiletten’ zoals de Peepoo-zakjes (zie kader op pagina 19) zijn niet echt aanlokkelijk, tenzij je geen andere keuze hebt. “We zijn niet op zoek naar een toilet dat goed genoeg is voor arme mensen”, aldus Rijsberman. “We zoeken een innovatief product dat wereldwijd een grote stap vooruit betekent.” Hoofd

 

Wireless toilet
TU Delft is door de Gates Foundation geselecteerd om deel te nemen aan de speurtocht naar het nieuwe toilet. Een onderzoeksteam onder leiding van Johan Molenbroek, associate professor Applied Ergonomics, is druk bezig met de klus. Qua techniek denken ze in Delft aan een soort magnetron, die uitwerpselen onder hoge druk en temperatuur droogt en via een brandstofcel omzet in energie. Schoon drinkwater winnen uit urine zou op dezelfde wijze moeten als nu al gebeurt bij ruimtevluchten. ‘Wc-professor’ Molenbroek – die in opdracht van de NS ook werkt aan een nieuw treintoilet – heeft het over een ‘wireless toilet’ voor de sloppenwijken: “Ik zie een gemeenschapsgebouwtje voor me waar je naar de wc gaat, maar ook je mobiel oplaadt en voorlichting krijgt over het belang van handen wassen of preventie van hiv/aids. Of ons ontwerp voldoende energie en drinkwater oplevert én betaalbaar blijft onderzoeken we nog.” Om na te gaan wat cultureel haalbaar is, doen groepen Delftse studenten veldonderzoek in sloppenwijken in New Delhi en het Zuid-Afrikaanse Durban. In augustus presenteren de deelnemende universiteiten hun prototypes in Seattle, op het hoofdkwartier van de Gates Foundation. Wie het meest kansrijke voorstel heeft, mag dat verder uitwerken. 

 

Meststof
“De toiletpot is niet het grootste probleem, dat weet de Gates Foundation ook”, relativeert Hester Foppen, die zich bij de stichting Aqua for All bezighoudt met sanitatie. Toch juicht ze het initiatief toe: “Het helpt enorm om het probleem steviger op de kaart te zetten. En het maakt duidelijk dat innovatie hard nodig is. Maar uiteindelijk gaat het om een goede verwerking van poep en pies, de achterkant van de wc dus.” Aqua for All, opgezet vanuit de watersector, stimuleert met geld van staatssecretaris Knapen van Ontwikkelingssamenwerking veel initiatieven. Het ministerie van Buitenlandse Zaken creëerde ook een subsidiepot voor publiekprivate initiatieven. Een oproep voor goede ideeën leverde veel voorstellen op, waarvan de meest veelbelovende worden uitgewerkt. Zoals Cook & Soapi, een integrale aanpak waarbij urine tot meststof wordt verwerkt en het vrijgekomen biogas wordt gebruikt om op te koken. Het plan komt van een team van jonge trainees van bureau Jelmer, dat zich richt op civiele techniek. Foppen: “Opschaling is het grote probleem. Er zijn veel leuke projecten, maar de uitdaging is daar een businessmodel uit te halen. Uitwerpselen in zee storten is nog altijd goedkoper dan ze bewerken. Dat moet veranderen.” 

 

Innovatie
Een van de meest veelbelovende initiatieven is Safi Sana, waarbij bedrijven als Shell, Rabobank, DHV en het waterschap Regge & Dinkel zijn betrokken. In sloppenwijken worden schone, openbare sanitaire voorzieningen gebouwd. Bewoners kunnen er naar het toilet, douchen en water kopen. Uit de opgevangen urine wordt energie gewonnen. De fosfaten en biogassen uit de ontlasting worden gebruikt als kunstmest of brandstof om te koken. Inmiddels draait een verwerkingsfabriek op kleine schaal in de sloppenwijk Aishaman bij de Ghanese hoofdstad Accra. De inzameling gebeurt door een lokaal afvaltransportbedrijf. Het plan is dit concept grootschalig te introduceren in Afrika. Foppen: “Internationaal is er veel belangstelling voor. Er is in ontwikkelingslanden nog nauwelijks ervaring met het verwerken van menselijk afval tot nieuwe producten. Iedereen zit te springen om dit soort voorbeelden. De wc-innovatie is nog maar net begonnen.”

 

Internet? Eén drol alstublieft.

 

Datum:  27-04-2012

Auteur:  OneWorld

Even wegen. Hoe groot is deze drol? Dat wordt dan 5 minuten internet. U wilt langer op het wifi-netwerk? Ja, dan had uw hond maar wat beter zijn best moeten doen.

In de parken van Mexico-city kun je in ruil voor hondenpoep gratis wifi krijgen. Wanneer de baasjes van de vrolijke viervoeters netjes de uitwerpselen droppen in de ‘’Terra Poo Wifi’’ vuilnisbakken krijgt het hele park even wifi. Afhankelijk van de grootte en het gewicht van de drol wordt het aantal minuten bepaald.

Initiatiefnemer is reclamebureau DDB Mexico die de vuilnisbakken bedacht voor de Mexicaanse internetprovider Terra. Het onderstaande promotiefilmpje belooft geërgerde Mexicanen de wandelhemel. Nooit meer slalomen om drollen heen. Wel is de vuilnisbak te hacken door er bakstenen of ander afval in te gooien. DDB vindt dat niet erg. ‘’Het gaat er uiteindelijk om dat het park schoner wordt’’, verklaart een woordvoerder.

 

Runaway bruid krijgt bonus voor toilettenopstand

 

Datum: 25-03-2012

Auteur:  Wilma van der Maten

Tijdens haar eerste huwelijksnacht rende Anita Bai terug naar haar familie, omdat er geen toilet in het huis was. De bruid, die uit een eenvoudige familie in de deelstaat Madhya Pradesh komt, weigerde de rest van haar leven haar behoefte in de bosjes te moeten doen. Haar schoonouders verzekerde haar als ze terugkwam een toilet voor haar te zullen bouwen. Maar de bruid wachtte net zolang tot er daadwerkelijk een hok met een pot voor haar klaar stond.

Haar revolutionaire daad leverde Anita een flinke bonus op. De Indiase NGO Sulabh International, die al jaren strijdt voor betere hygiëne in India, beloofde haar tienduizend Euro. In de hoop dat meer bruiden het voorbeeld van Anita volgen en schone toiletten eisen.

Anita’s schoonouders zijn geen uitzondering. Meer dan de helft van de Indiërs heeft geen toilet. Uit de laatste volkstelling blijkt dat 660 miljoen mensen geen toilet bezitten. Geen wc is niet alleen onhygiënisch, het leidt bij veel vrouwen tot chronische darmproblemen en infecties aan de urinewegen. Vrouwen worden geacht alleen in de vroege ochtend en als het ’s avonds donker wordt hun behoeften te doen. De rest van de dag dienen ze het op te houden.

Mijn Indiase cameravrouw Ankur en ik maakten er ooit een tv onderwerp over, samen met de NGO Sulabh International die ons ’s ochtends in vroegte met twee autobusjes vol nieuwsgierige medewerkers kwam ophalen.

De vrouwen zelf hadden er helemaal geen moeite mee, nadat we alle medewerkers van de NGO hadden gesommeerd in de auto’s te blijven zitten. Ze wilden graag over de pijn en frustraties vertellen.

In de vroege ochtend zoeken miljoenen arme Indiërs gewapend met een fles water en een handdoekje een plekje op de rails. Soms zijn ze nog zo slaperig dat ze niet eens een trein horen aankomen. ‘We moeten wel als het nog schemert, willen we nog enige privacy’, zegt een vrouw die vertelt in een van de sloppenwijken te wonen, waar geen toiletten of stromend water zijn. Vervolgens moet ze wachten tot het donker is. ‘Vaak moet ik halverwege de dag zo nodig maar dien ik tot het donker op te houden. Vaak kan ik dan niet meer, raak ik verstopt met alle problemen die daarbij horen’. Haar grootste droom is een wc.

De NGO Sulabh bouwde tot nu toe 10 miljoen toiletten, maar dat is slechts een druppel op de gloeiende plaat. De Indiase overheid heeft opnieuw beloofd dat er meer wc’s zullen komen.

Misschien dat de regering is geschrokken van de uitkomst van de laatste volkstelling, dat India meer mobiele telefoons dan toiletten telt. ‘Het is toch godgeklaagd dat techniek voor hygiëne gaat’, zegt de voorzitter van de Indiase NGO. Begin april komt Anita naar India om haar bonus in ontvangst te nemen. Hij hoopt dat ze van het geld nog een paar wc’s in haar dorp bouwt.