Burkinafasoreis2011

Bazoule

Bazoulé en de heilige krokodillen

De prijs van de tour, in alle redelijkheid, wordt weergegeven bij de ingang: 1000CFA (1.50 - 2015) per persoon van buitenlandse nationaliteit. Koop een kip 1000CFA (€ 1,50) in aanvulling op het bezoek is ook een groot genoegen, omdat men, terwijl men de heilige krokodillen voert een bijdrage kan leveren aan de plaatselijke economie.

Het is altijd interessanter om plaatsen te bezoeken die echt bewaard zijn, dan het soort toerisme dat georganiseerd is door het Ministerie van Toerisme, op een aantal belangrijke punten in het land.

De toegang tot Bazoulé is vanaf de weg naar Bobo-Dioulasso. Een piste naar rechts wordt aangegeven middels een richtingwijzer met daarop een krokodil, twintig kilometer vanaf Ouagadougou. Een zestal kilometer min of meer begaanbare piste om daadwerkelijk tot Bazoulé te geraken. Kleine panelen zorgen er voor dat je niet kunt verdwalen.

Eenmaal aangekomen komt men bij de kassa, en van hieruit kan men naar het meer gaan. Tientallen krokodillen bewonen de vijver. De gidsen brengen enkele krokodillen uit het water en ze worden wakker zodra ze de kippen waarnemen. Wie wil kan zelf een krokodil vasthouden of er zelf voor een prachtige foto erop gaan zitten. De gidsen willen daarin graag assisteren.

Ook tref je er enkele souvenirwinkeltjes aan, die vergelijkbare zaken verkopen als ook in Parijs aan toeristen verkocht worden. De prijzen zijn niet hoger dan elders. De verkopers zijn niet al te opdringerig. Bij een kleine bar kunt u rustig wat drinken.
Elk jaar, in het hartje van de winter, vindt de gebruikelijke ceremonie van "koo-m-lakre" plaats onder voorzitterschap van Naba Googhe waarbij aan de beroemde krokodillen verschillende dierenoffers worden gebracht.

 

Een ander krokodillenmeer is gelegen op 90 km van Ouaga en heet Sabou. Dit is gemakkelijker vanaf de grote weg te bereiken en hier tref je dan ook meer toeristen aan.

 

Onwaarschijnlijk wat er zich allemaal afspeelt in het Burkinese dorp Bazoulé, 30 kilometer ten westen van Ouagadougou. Krokodillen (vermoedelijk een 100 tal) liggen er gewoon midden in het dorp bij de hutten, kinderen spelen er tussen de levensgevaarlijke beesten en de dorpelingen voeren de afschrikwekkende reptielen met kippen.

In hun (bij)geloof zijn krokodillen heilige dieren en al 200 jaar leven ze vreedzaam samen. Het dier is heilig, omdat de legende vertelt dat wanneer een oude krokodil dood is of wordt gedood, het de dode ziel is van een oude man van Bazoulé. De inwoners van Bazoulé zijn afstammelingen van Naba Koud, die regeerde van 1358 tot 1400. Uit die tijd stamt de verering van de dorpelingen voor Nijl-krokodillen. Dankzij hen kwam er regen, volgens het geloof van de dorpelingen. Vandaar de heilige status van de krokodillen. De meest opvallende vaststelling van deze magische plaats is dat kinderen rustig spelen terwijl de krokodillen een paar meter verder liggen. Je moet weten dat de Nijl-krokodil na de Australische zoutwaterkrokodil de gevaarlijkste soort in de wereld is.

 

Waterplas

"De waterplas van Bazoulé is de enige plek met water in deze halve-woestijn streek. Daardoor komen er zoveel dieren die water nodig hebben om te overleven". Zo komt het dat onder meer krokodillen hier hun plekje uitkozen en het deelden met vee en andere wilde beesten. Deze krokodillen zijn compleet wild en dragen bij tot het behoud van de waterplas. Door hun verplaatsingen zorgen ze ervoor dat de plas in beweging blijft en dus niet verdwijnt."

 

Kippen

Er komen almaar meer toeristen naar het dorp. Deze zijn erg verbaasd als ze zien hoe de locale mensen kippen klaarmaken en voederen aan de krokodillen. Krokodillen lopen gewoon vrij in het dorp. Kinderen spelen er bij in de buurt in het water. Het stamhoofd en de medicijnman zijn de enigen die kippen mogen offeren. Heel wat dorpelingen kweken kippen om een deel te verkopen aan de vele bezoekers. Het aantal kippen dat voor de krokodillen bestemd is, hangt af van het aantal toeristen die dag.

 

Nijlkrokodil(Crocodylus niloticus), andere benamingen als Crocodilus vulgaris (vertaald 'gewone krokodil'), Crocodilus madagascariensis (vert. 'Madagaskarkrokodil')De Nijlkrokodil is de grootste van de vier in Afrika voorkomende soorten krokodilachtigen Hij wordt gemiddeld 5 tot 6 meter lang. Hij kan een gewicht bereiken van meer dan 700 kilo.

Volwassen exemplaren zijn meestal geheel donkergrijs van kleur, met bijna zwarte dwarsstrepen op de staart, de onderkant is lichter. De jonge dieren zijn licht tot donkerbruin en hebben een afstekende, lichtere bandering op het lichaam en vooral op de staart, deze tekening vervaagt met de jaren. De Nijlkrokodil is te herkennen aan de schijnbaar 'lachende' ogen, maar dat is niet altijd duidelijk te zien. Op de rug zijn rijen knobbels aanwezig, de staart heeft een middelhoge, stekelachtige kam. Het aantal tanden varieert van 72 tot 78; 5 rijen voortanden en 13 tot 14 rijen tanden in de bovenkaak en 14 tot 15 rijen kiezen in de onderkaak.

 

Verspreidingsgebied van de Nijlkrokodil.

De Nijlkrokodil komt voor in verreweg het grootste deel van Afrika. De habitat bestaat uit meren, plassen en watervalmeertjes en ook in brakwater of in zee langs de kustwateren van West-Afrika wordt de soort soms aangetroffen. Na de broedtijd verlaat de krokodil de broedplaatsen en zoekt andere wateren op. De Nijlkrokodil kan zich goed aanpassen aan verschillende omstandigheden wat het grote verspreidingsgebied verklaart. Zelfs in de Sahara komt een populatie voor, de hier levende exemplaren blijven echter veel kleiner dan gemiddeld, door afwijkende levensomstandigheden (2-3 meter)

 

Gedrag

De Nijlkrokodil is voornamelijk in de nacht actief en ligt overdag vaak te zonnen en pakt als de kans zich voordoet langslopende prooien. Bij hoge temperaturen wordt het water opgezocht en de bek geopend, en lijkt het net of de krokodil gaapt. De bek wordt opengesperd om door middel van verdamping enige verkoeling te verkrijgen, omdat de gepantserde huid van een krokodil evaporatie niet toelaat. Net als veel andere krokodillen worden holen gegraven in de oever, soms onder de waterspiegel, waar de Nijlkrokodil zich terugtrekt als het te heet of te droog wordt. Ook verschuilt de krokodil zich onder grote stenen en tussen boomwortels.

Krokodillen zijn niet erg sociaal, alleen de zeer jonge dieren zoeken elkaar op en vormen een soort crèche, oudere dieren foerageren soms in groepen, ze staan elkaars aanwezigheid toe omdat ze als groep efficiënter kunnen jagen. In de paartijd echter vinden felle gevechten plaats.

 

 

Voedsel

De krokodil staat bekend als grote eter maar kan in geval van voedselschaarste zich wel 2 jaar van voedsel onthouden.

De Nijlkrokodil zou zijn bek van voedselresten en parasieten laten ontdoen door sommige soorten vogels zoals de krokodilwachter (Pluvianus aegyptius). Dit gedrag werd al in de 5e eeuw voor Christus door Herodotus beschreven maar toch is van een echte relatie waarschijnlijk geen sprake. De kleine vogeltjes die tussen de vervaarlijke kaken van de krokodil naar voedsel zoeken zijn opportunistisch en hebben geen symbiotische of mutualistische relatie met de Nijlkrokodil, hoewel dit lange tijd werd aangenomen.

Volwassen exemplaren eten voornamelijk grotere vissen, meer dan de helft van de prooidieren bestaat uit vis. Een vis wordt altijd in één keer doorgeslikt en de kop eerst: zo voorkomt de krokodil dat de vis door eventuele stekels in zijn keel blijft steken. Daarnaast wordt op zowel kleine als grotere gewervelden gejaagd zoals antilopen, kafferbuffels, wrattenzwijnen, jonge nijlpaarden en zelfs grotere katachtigen als leeuwen worden soms gegrepen. Alles wat tussen de grote kaken komt en onder water gesleurd wordt is reddeloos verloren omdat de buit al scheurend verdeeld wordt onder meerdere exemplaren.

Ook mensen worden soms aangevallen, exacte data zijn onvolledig maar er wordt aangenomen dat de Nijlkrokodil meer mensen doodt dan alle andere soorten krokodilachtigen tezamen. Waarschijnlijk worden enkele honderden mensen per jaar opgegeten door de Nijlkrokodil, vooral in Tanzania vallen regelmatig slachtoffers. De Nijlkrokodil is niet agressiever dan andere krokodilachtigen, maar is vanwege het relatief grote lichaam erg sterk. Bovendien komt de soort in een groot gebied voor in soms hoge dichtheden en vaak langs rivieren waar ook de meeste menselijke bewoning te vinden is.

Naast levende prooien wordt soms ook aas opgespoord en gegeten. Een vers kadaver wordt binnen korte tijd verscheurd door meerdere exemplaren, die de brokken vlees in de bek klemmen en deze al om de as draaiend van het karkas afscheuren.

Nijlkrokodillen jagen soms in groepen op vissen waarbij de dieren in een formatie die op een halve cirkel lijkt de vissen opjagen.

De eetgewoonten van de Nijlkrokodil hebben een vaak onderschatte positieve invloed op andere dieren in de natuur, zo voorkomt de Nijlkrokodil door het eten van dode dieren dat de rottende karkassen het water vervuilen. Belangrijker is het in evenwicht houden van vraatzuchtige roofvissen als meervallen zodat deze geen plaag worden en alle kleinere vissen opeten. Deze zijn namelijk het voedsel voor vele tientallen soorten vogels, en als deze niets te eten hebben trekken ze weg waardoor ze geen fecaliën meer afzetten in het water. Vogelmest is een belangrijke bron van voedingsstoffen voor vissen waardoor een vicieuze cirkel ontstaat. Hierdoor kan het verdwijnen van de Nijlkrokodil het natuurlijk evenwicht ernstig verstoren.

 

Voortplanting

De Nijlkrokodil is seksueel volwassen na ongeveer 6 tot 7 jaar, vrouwtjes zijn geslachtsrijp bij een lengte van ongeveer 2,6 meter, mannetjes bij ongeveer 3,1 meter. Voor de paring vindt een paringsritueel plaats. Krokodillen zijn eierleggend en maken een nestkuil op het land om de eieren in af te zetten.

 

Paring

Tijdens de balts raken Nijlkrokodillen elkaar vaak aan, vooral rond de kop en nek. Door met hun neusgaten en bek water te laten borrelen proberen de mannetjes indruk te maken op de vrouwtjes en een geïnteresseerd vrouwtje kromt haar rug en tilt haar kop op met open bek. Soms duwen ze elkaar onder water om te kijken hoe sterk hun partner is. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door kleine bultjes onderaan de onderkaak: de muskusklieren. Deze klieren produceren een zoetige, groenige en olieachtige stof, wat de andere sekse aantrekt. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben deze klieren, maar bij de mannetjes zijn ze opvallend groter. Als het mannetje zijn keel over de kop en nek van het vrouwtje wrijft, komt de geur vrij en wordt het vrouwtje voorbereid op de paring.

De balts kan wel 2 uur duren voor de paring zelf begint. Het paar zakt onder water en het mannetje wikkelt zijn staart om het vrouwtje. Hoewel de balts 2 uur duurt, duurt de paring hooguit enkele minuten en dit herhaalt het stel in de loop van de dag. Een dominant mannetje kan wel met 20 vrouwtjes paren, net als vrouwtjes paren met meerdere mannetjes, hoewel het dominante mannetje dat probeert te voorkomen door bij haar in de buurt te blijven en agressief te reageren op andere krokodillen.

 

Nest

Een maand na de paring moet het vrouwtje haar eieren leggen. De eieren moeten op een hoge temperatuur gehouden worden want onder 28 °C kunnen de jongen niet overleven. Een temperatuur van 30 °C tot 32 °C is normaal. De temperatuur van het nest is heel belangrijk: dit bepaalt het geslacht, maar ook de kleuren en patronen van de jongen. Een temperatuur van 32-33 °C levert meestal mannetjes op terwijl 31 °C of lager meestal vrouwtjes oplevert.

Het vrouwtje graaft het nest met haar achterpoten vaak in zandbanken op een diepte tot 50 centimeter, enkele meters van de waterlijn en vaak in de nabijheid van andere nesten. Als er weinig plaats is, kunnen de vrouwtjes onderling elkaar proberen te verdringen: ze duwen elkaar omver. Het tijdstip hangt af van de geografische locatie; in het noorden van het verspreidingsgebied tijdens het droge seizoen, in het zuidelijke deel is het regenseizoen het moment om een nest te graven, in de maanden november tot december.

Sommige vrouwtjes keren elk jaar naar dezelfde nestplaats terug, die ze bewaakt door erbovenop te liggen of het vanuit een nabije schaduwplek in de gaten te houden als er jongen zijn. Varanen stelen in Afrika en Azië veel van de eieren, in Afrika gaat soms meer dan 50% verloren. Een krokodil kan 16-80 eieren produceren, het zijn er meestal 40 tot 60, het exacte aantal verschilt enigszins per populatie. Ze kan er soms wel een uur over doen om ze te allemaal te leggen. Hoe ouder de krokodil is, hoe meer eieren ze legt. Na ruim twee tot ruim drie maanden komen de eitjes uit, gedurende deze tijd blijft het vrouwtje in de buurt van het nest maar moet af en toe het water betreden om af te koelen. Alleen dan hebben roofdieren als rovende zoogdieren en met name de nijlvaraan (Varanus niloticus) een kans om de eitjes op te graven. Een belangrijk deel van de embryo's wordt opgegeten door dieren of opgegraven door de mens voordat ze het ei kunnen verlaten.

 

Het uitkomen

Als de eitjes uitkomen maken de jongen piepende geluiden wat de moeder aanzet tot het opgraven van de jongen en nog niet geopende eitjes zachtjes te kraken met de tanden. Het kleine krokodilletje heeft een eitand zo groot als een zandkorreltje die wordt gebruikt om uit het ei te komen en na een week afvalt. De eischaal is dunner geworden tijdens de incubatieperiode. De moeder graaft het nest open en helpt en draagt de jongen in haar bek naar het water. Het gewicht van alle jongen en eieren drukt op haar tong waardoor een buidel ontstaat die maximaal 20 eieren en jongen kan bevatten. Eenmaal in het water wordt voorzichtig met de kop geschud om de jongen te stimuleren het water in te gaan. Terwijl de moeder een deel van de jongen naar het water draagt, worden vaak een deel van de overblijvende jongen of eieren opgegeten door varanen of andere roofdieren. Vlak na het uitkomen van de eieren begint het natte seizoen en daarom is er volop voedsel zoals insecten, kikkers en kikkervisjes. De net uitgekomen krokodillen blijven enkele weken bij het moederdier en leven daarna in groepjes met oudere soortgenoten, ook met exemplaren uit andere nesten. Ze blijven echter uit de buurt van grote soortgenoten omdat deze erg territoriaal zijn en de jongen niet zelden opeten.

 

Vijanden en bedreigingen

Jonge krokodillen worden door allerlei dieren gegeten, rovende zoogdieren, vogels, grote vissen en grotere soortgenoten. Grotere exemplaren hebben veel minder vijanden, ze worden soms door leeuwen gedood als ze 's nachts op land lopen. Ook nijlpaarden doden soms volwassen Nijlkrokodillen, vermoedelijk ter verdediging van hun eigen kalveren, en Afrikaanse olifanten staan erom bekend krokodillen op een vaste ondergrond te kunnen doden. De voornaamste bedreiging komt van de mens. Ondanks dat de Nijlkrokodil in verspreiding wordt teruggedrongen is de soort niet bedreigd; er zijn zo'n 250.000 tot 500.000 exemplaren in het wild.

Maak jouw eigen website met JouwWeb