Met tieners naar Burkina bericht in Halderbergse Bode
Met tieners naar Burkina
HALDERBERGE – Van 13 tot en met 31 december verbleef een groep van 21 leerlingen van het Gertrudiscollege met 4 begeleiders in het Westafrikaanse Burkina Faso. Een van de leerlingen was afkomstig uit Oud Gastel, een uit Bosschenhoofd. De komende weken zal een verslag van dit verblijf in de Halderbergse Bode verschijnen.
Een reis van bijna 3 weken naar een land dat tot de allerarmste van de wereld hoort vraagt een andere voorbereiding dan een reis naar Spanje of Turkije. Ongeveer een jaar geleden kregen de leerlingen van het Gertrudiscollege te horen, dat er na de reis in 2006 opnieuw een reis naar Burkina overwogen werd. De Gastelse Stichting Help Burkina had het verzoek gekregen om in het dorpje Balkiou een dorpskliniek te bouwen en daar was natuurlijk geld voor nodig: alles bij elkaar 73.000 euro. Dank zij enkele acties op basisscholen en een heel grote actie op het Gertrudis kon dit geld bij elkaar gebracht worden. Ruim 30.000 euro werd als subsidie van IMPULSis ontvangen. Afgaande op de ervaringen van 2006 zou de reis (op basis van volpension en inclusief 75 euro zakgeld) ongeveer 1500 euro gaan kosten. Toen alle rekeningen voldaan waren bleek daar overigens nog EUR 400,– vanaf te gaan, dus eigenlijk niets eens zox92n dure reis.
Opstel
De leerlingen die zich aanmeldden moesten om te beginnen een opstel schrijven, waarin zij uitlegden om welke reden zij graag aan deze reis wilden deelnemen. Indien nodig zou op grond van deze motiveringen een selectie tot een aantal van 20 deelnemers gemaakt worden. De eerste voorbereiding op de reis was al eerder gegeven door de leerlingen, die in 2006 mee waren geweest tijdens de eerste reis. Zij waren in 2007 alle klassen langs gegaan om te vertellen over hun ervaringen.
Interessant
Uiteindelijk meldden zich 21 leerlingen. In deze eerste aflevering de motivering van de Gastelse deelnemer:
Ik zou graag mee willen met de Burkinareis, omdat het me interessant lijkt om te zien hoe de mensen in Burkina leven en wat ze overdag allemaal doen. Ook zou ik wel eens willen zien in wat voor dorpjes ze wonen en hoe ze slapen en wat ze allemaal in zox92n dorpje hebben. Zelf hebben wij pleegkinderen uit een paar verschillende landen, ook eentje uit Congo. Als je dan in Burkina ziet hoe ze daar leven, krijg je ook een beetje een idee hoe zij het gehad zou hebben als ze daar nog zou wonen, want in Congo leven ze wel een beetje hetzelfde als in Burkina. Ik ben ook wel benieuwd hoe de scholen er daar van binnen uitzien en wat onze school aan het project gedaan heeft. Wat ze hebben gebouwd en hoe dat er allemaal uitziet. Ook wil ik graag weten hoe het eten er daar aan toe gaat: wat ze eten, hoe ze het klaar maken, hoe ze eten enz. Ook waar de kinderen mee spelen en wat die de hele dag doen om zichzelf te vermaken. Als je in zox92n land bent geweest zie je natuurlijk ook hoe slecht zij het hebben en hoe goed wij het eigenlijk hebben. Want nu sta je daar niet echt bij stil, omdat dat gewoon normaal is voor ons wat wij allemaal hebben. Het lijkt me ook heel erg leuk dat je daar met een hele groep naartoe gaat, want je leert elkaar daar ook veel beter kennen. En het is natuurlijk ook heel erg gezellig om 2 weken met de hele groep bij elkaar te zijn.
Mijn verwachtingen
Ik denk dat de mensen daar bijna niets hebben. Maar ik denk ook, dat ze gelukkig zijn. De moeder van mijn pleegzusje (uit Congo) zei een keer: x93In mijn land zijn de mensen altijd vrolijk en ze lachen altijd, terwijl de mensen hier alles hebben, maar ze zijn niet blij en lachen doen ze ook niet.x94 De mensen in Burkina vinden het, denk ik, ook wel een hele eer om blanke mensen in hun dorp te ontvangen, want zo vaak zie je die natuurlijk niet in zox92n dorpje. Ik denk dat het leven daar heel zwaar is, want alles moet er handmatig gedaan worden omdat er helemaal geen elektriciteit is. En als je water nodig hebt moet je een heel eind lopen om ergens een beetje water uit een put te halen. Ze moeten natuurlijk ook zelf voor hun eten zorgen en dus hun voedsel zelf verbouwen enz. Voor ons zal het ook wel niet meevallen, want wij zijn alleen maar luxe dingen gewend. Het verschil tussen Burkina en Nederland is, denk ik, wel heel erg groot. Ik denk wel, dat het een ervaring zal zijn die ik nooit zal vergeten en dat ik een goede indruk zal krijgen hoe het leven er daar uitziet.
Met tieners naar Burkina
Andere deelnemers schreven:
Ik denk momenteel na over de profielkeuze natuur en gezondheid. De reis naar Burkina Faso zou me kunnen doen besluiten om bijvoorbeeld ontwikkelingswerk te gaan doen. Dit lijkt me heel leuk, verrassend en vooral mooi werk. De reis naar Burkina Faso zou me dus ook kunnen bexefnvloeden in de manier waarop ik beslissingen over mijn toekomst neem en hoe ik graag zou willen leven. Dus: ik zou heel graag naar Burkina Faso willen en deze ervaring zal ik vermoedelijk nooit vergeten.
Ik zou ook wel graag willen weten waar het geld dat het Gertrudiscollege inzamelt allemaal naartoe gaat. Ik weet dat onze school al verschillende keren geld heeft ingezameld, maar wat er met dat geld gebeurt is me nog niet helemaal duidelijk. Het lijkt me interessant om te kijken wat er met dat geld gedaan of bereikt is en wat ze er allemaal nog meer willen gaan doen.
De mensen in Burkina Faso leven op een totaal andere manier dan wij: zonder luxe en erg primitief. Ik ken dit alleen maar van plaatjes en internet. Het lijkt me een hele ervaring om dit in x91real-lifex92 te kunnen zien en het ook echt mee te maken. Ik hoop dat ik meer ga beseffen hoe goed wij het hier eigenlijk hebben en dat er mensen zijn die zonder alle spullen kunnen leven die wij allemaal gebruiken.
Ik denk dat ik na de reis wel goed zal begrijpen dat die mensen het soms best moeilijk hebben want ze hebben gewoon veel minder. Bijvoorbeeld: zij eten alleen vlees op feestdagen, terwijl het bij ons heel normaal is om dat elke dag te eten, en voor het drinken moeten ze vaak kilometers lopen. Ik verwacht dat ik van deze reis veel zal leren, over de gebruiken, leefstijl en het voedsel daar in Burkina Faso. Ik denk ook dat ik wat meer ga beseffen hoe goed we het hier eigenlijk hebben ten opzichte van de armere landen.
In Nederland zijn we heel erg verwend. We hebben hier van alles. Als je iets op wilt zoeken, pak je de computer. Als je iemand moet spreken dan pak je de telefoon. En als je honger hebt dan pak je iets uit de koelkast, ga je naar de winkel of laat iets bezorgen. Maar in sommige landen zijn ze niet van die luxe voorzien. Soms hebben ze zelfs niet eens schoon drinkwater.
Burkina is ook zox92n land. Ik ben alle luxe van computer en tv gewend, maar het lijkt me nu eens interessant om een keer te kijken hoe het er in arme landen aan toe gaat. Dat je nog echt hard moet werken voor je eten en dat je kilometers moet lopen voor je drinken. Het lijkt me erg indrukwekkend om dit een keer mee te maken en te zien hoe het er in best veel landen van de wereld aan toe gaat.
Mijn ouders noemen mij vaak verwend. Dan wil ik weer een nieuwe telefoon en dan weer een iPod. De mensen in Burkina Faso hebben soms nauwelijks te eten! Wij lopen even naar de kraan voor water. Maar mensen in Burkina Faso moeten kilometers heen en weer lopen voor een beetje water. Daarom wil ik ook eens zien hoe deze mensen leven. Wij wonen in de westerse wereld en je gaat toch naar een land uit de Derde Wereld. Het is goed om het zelf te beleven.
Met tieners naar Burkina
DEEL 3
Opvallend in de motiveringen van de leerlingen was wel dat zij zich allemaal bewust waren van het feit, dat ze het eigenlijk best goed hebben in Nederland: ze spreken met zoveel woorden uit dat ze best wel verwend zijn en dat er voor bijna alle problemen bij ons vrij gemakkelijk een oplossing gevonden kan worden. Ze willen aan den lijve ervaren hoe dat is in een land als Burkina Faso.
Tot de voorbereiding hoorde ook een weekend in tamelijk primitieve omstandigheden: in feite was dit een weekend in het Gastelse scoutinggebouw, waar het enig primitieve was, dat er met meerderen gezamenlijk geslapen moest worden en dat ze s morgens niet over een eigen wastafel beschikten. Omdat het leerlingen betrof die in verschillende klassen zaten was het wel de eerste keer dat ze allemaal samen waren en dus ook nader met elkaar kennis moesten maken. Dit gebeurde door het uitvoeren van kleine opdrachten die door de begeleiders waren samengesteld, aansluitend bij de ervaringen van de eerste reis, waarbij professionele hulp voor een dergelijk gebeuren aanwezig was geweest. Het weer zorgde er dit eerste weekend in oktober voor, dat de groep veel bij elkaar was, het was binnen beter dan buiten!
Een van de onderdelen van dit weekend was de vertoning op zaterdagavond van de Senegalese film Moolaadxe9, handelend over het verzet van een moeder tegen de besnijdenis van haar dochter. Het verhaal speelt in een Burkinees dorpje en laat duidelijk de machtsverhoudingen in de traditionele samenleving zien. De volgende morgen kwamen twee jonge Burkinese mannen die al enkele jaren in Nederland wonen en die bijzonder goed Nederlands spraken, om ons te vertellen over verschillen tussen de cultuur van Burkina en die van Nederland. Het klikte verrassend goed tussen deze twee en de groep leerlingen, want er werden vragen gesteld over werkelijk alle facetten van de samenleving, tot en met de vraag wat zij ervan vonden dat een man meer dan een vrouw mag hebben. Zij wisten duidelijk te maken dat dit in Burkina juist ter bescherming van de vrouw helemaal niet zo vreemd is. Al het werk in en om het huis zou voor een vrouw gewoon te veel worden. Elke vrouw heeft haar eigen rol binnen de familie, er is geen sprake van onderlinge jaloezie en samen zorgen ze voor de opvoeding van de kinderen. Het was een bijzonder leerzame ontmoeting en het weekend mocht als geslaagd beschouwd worden.
Het was een harde klap voor de hele groep toen een van de begeleiders een maand later plotseling kwam te overlijden. Hij had met name tijdens het weekend een sturende rol gehad en was erg gezien op school. Dan is een plotselinge dood op 33-jarige leeftijd nog minder te aanvaarden dan anders het geval zou zijn. Het stelde ons ook voor de taak een vervanger te vinden, want bijna drie weken naar een Afrikaans land gaan met een groep van 21 jongeren vraagt minimaal de begeleiding van 3 leerkrachten van de school. Gelukkig kon dit probleem redelijk snel opgelost worden. We wisten toen nog niet dat kort daarna ook een tweede begeleider verhinderd zou zijn om mee te gaan vanwege persoonlijke omstandigheden. Daarmee werd het aantal rvarenx94 leerkrachten, die de eerste keer waren mee geweest, tot 1 beperkt. Opnieuw kon het probleem opgelost worden en op 13 december stond de bus bij het Gertrudis klaar om ons bij een temperatuur van min 4 graden naar Zaventem te brengen.
Ondanks alle voorzorgen bleken er toch nog enkele foutjes in de 25 elektronisch biljetten te staan, maar men verzekerde ons, dat in Tripoli de juiste tickets klaar zouden liggen: wij konden met Air Afriqiyah richting Afrika vertrekken! Na een vlucht van ruim drie uur landden we in Tripoli, waar onze groep bijzonder vriendelijk onthaald werd: de hele groep kon meteen doorlopen naar de transitruimte, ik moest alleen zelf even meegaan om de gegevens te controleren. Ook bij het inchecken voor het tweede gedeelte van de vlucht was men ons erg behulpzaam.
Na een vlucht van ruim 3 uur over de nachtelijke Sahara landden wij tegen 23.00 uur in Ouagadougou. De douaneformaliteiten verliepen redelijk snel en ook de bagage kon snel gevonden worden. Hoewel ieder minstens twee stuks bij zich had (toegestaan gewicht 40 kg) bleek er slechts 1 koffer te ontbreken. De aangifte daarvan nam wel enige tijd in beslag, maar intussen konden de overigen al naar het busje gaan dat door onze contactvrouw Pascaline gecharterd was voor de eerste paar dagen.
Voor een gezelschap van 25 personen was het busje aan de kleine kant, maar gelukkig was Pascaline ook met haar auto gekomen, zodat er 3 personen met haar mee konden rijden. Alle bagage werd, zoals in Afrika gebruikelijk, bovenop het busje gestapeld en eigenlijk was het een klein wonder, dat er onderweg niets afviel. De allerbelangrijkste straten in de hoofdstad zijn wel geasfalteerd, maar kom je daarvan af, dan wachten pistes met bulten en kuilen en hopen afval waar je tussendoor moet zien te laveren.
Na een klein half uurtje kwamen we aan bij de school Sainte Mxe8re Teresa, waar we onze intrek namen in twee leegstaande lokalen van een pas gebouwde uitbreiding van de school. Matrassen gexefnstalleerd en klamboes provisorisch opgehangen, gevolgd door toiletbezoek en tanden poetsen bij het enige kraantje op het terrein. De eerste nacht in Ouagadougou begon voor ons laat en zou al vroeg weer eindigen.
Om 7.00 uur was het al volop licht toen de reveille werd geblazen; na een snelle wasbeurt wachtte ons het ontbijt, waarna we onze koffers konden uitpakken. De spullen die in Ouagadougou konden blijven werden apart gezet en tegen 10.00 u stond het busje klaar om ons naar het paleis van de Larlxe9 Naaba Tigre te brengen. Deze man is een traditionele keizerlijke prins. Burkina Faso is een deel van het voormalige grote Mossi- rijk dat bestuurd werd door een keizer. Deze had diverse koningen onder zich die delen van het rijk bestuurden. Sinds de komst van de Europeanen speelt deze keizer nauwelijks nog een rol, maar in de Burkinese samenleving is hij nog steeds een gerespecteerd man met zijn eigen ministers en prinsen.
Dezen hebben meestal geen politieke invloed meer, maar onze Larlxe9 Naaba is ook lid van het parlement. Hij woont aan de rand van de stad aan de noordwest zijde en hij heeft zich ten doel gesteld om zoveel mogelijk uit de historie van het Mossi-volk te verzamelen en vast te leggen. Burkina kent geen schriftelijke traditie en in het verleden werd uitsluitend gebouwd in banco. Dat is klei vermengd met steentjes en fijn gehakt stro. Door toevoeging van water ontstaat er een brij die met handen en voeten x93gekneedx94 wordt en vervolgens in houten mallen wordt gedaan, waardoor de vorm van een baksteen ontstaat.
De mal wordt weggenomen en de baksteen laat men 5 of 6 dagen in de van 6 tot 18 u altijd aanwezige zon drogen. De zo gevormde bouwstenen zijn keihard en loodzwaar, want ze zijn een stuk groter dan onze bakstenen. Met deze stenen kun je goed een hut bouwen, zelfs grotere gebouwen als moskeexebn worden met dit materiaal gebouwd. Bij een juist jaarlijks onderhoud kan zox92n gebouw zelfs tientallen jaren overeind blijven.
Duidelijk is natuurlijk dat stilstaand water in de regentijd funest is voor dergelijke stenen. Het huis kan dan in elkaar zakken. Om die reden zijn er geen oude bouwwerken uit de vorige eeuwen in Burkina bewaard gebleven.
De Larlxe9 Naaba laat dergelijk gebouwen nu in cementsteen reconstrueren en probeert de mondeling overgeleverde geschiedenis op schrift te krijgen.
Ik leerde hem in 2007 kennen via onze voormalige ambassadeur in Burkina. In 2008 was hij kort in onze gemeente en toen hij hoorde dat ik van plan was om met een groep jongeren naar Burkina te komen nodigde hij ons meteen uit voor een bezoek aan hem.
Dit was natuurlijk een buitenkans die we niet mochten missen. Voor de jongeren was het al helemaal een ongekend iets dat je zomaar bij een prins op bezoek kon gaan, hem de hand schudden en zijn woning binnen mocht gaan.
Natuurlijk: er is een geweldig verschil tussen een Nederlandse prins en een Burkinese, maar het was en is nog steeds een eer om door hem uitgenodigd te worden.
Het eerste wat opviel bij aankomst was, dat het paleis midden in een woonwijk staat en dat er geen zwaar bewapende wachters rondliepen. We konden gewoon via de hoofdpoort naar binnen lopen, waar op het binnenplein een aantal mensen rondliep. Een van hen ging de prins waarschuwen, die meteen naar ons toekwam. Er volgde een warme begroeting en een korte uitleg van de doelstelling van deze lokatie.
Een van de leerlingen werd waarschijnlijk door de warmte bevangen en werd door de prins zelf naar binnen gebracht. Samen met een van de begeleiders en nog een leerling die zich niet zo lekker voelde nam hij plaats in een ruime kamer met airco. Ze werden voorzien van voldoende water en konden het voorlopig rustig aan doen.
De rest van het gezelschap had intussen plaats genomen in het busje, want wij zouden met de prins naar een Jatropha- plantage gaan op zox92n 60 km verder naar het noorden. De weg was voor het grootste gedeelte geasfalteerd, alleen het laatste stuk was piste, maar omdat het droog was, was ook dat deel goed te berijden. Alleen werden we gevolgd door een enorme stofwolk! Na enkele kilometers zagen we aan de linkerkant een groot bord staan, waarop stond aangegeven dat de Larlxe9 Naaba daar een plantage had aangelegd om een bijdrage te leveren aan de verbetering van de levensomstandigheden van de dorpelingen. Het hele gebied was 100 ha groot en in juli 2008 in gebruik genomen. Jatropha curcas is een plant die tegen extreme omstandigheden kan. Zij groeit op schrale bodem en heeft weinig behoefte aan water. Uiteindelijk kan zij uitgroeien tot een boom van wel 8 meter hoogte. Omdat de plant giftig is wordt ze van nature beschermd tegen de vraatzucht van de in Burkina alom tegenwoordige schapen en geiten. Als je in Burkina in de droge tijd een groene plant tegenkomt, dan kun je er zeker van zijn dat ze giftig is. Om deze reden werd in het verleden Jatropha ook als heg om tuintjes geplant, maar kennelijk was dit gebruik nog maar weinig in zwang.
Sinds enkele jaren weet men dat de zaden van de Jatropha, die zo groot zijn als koffiebonen en telkens met zijn driexebn in een vrucht zitten, een bruikbare olie bevatten. Deze olie kan vrijwel onbewerkt in dieselmotoren gebruikt worden. Toevallig had men begin december in Nieuw Zeeland een geslaagde proef genomen met een Boeing die op Jatropha- olie vloog. Ook de restproducten die na persing overblijven kunnen nuttig gebruikt worden om er kunstmest, zeep of veevoer van te maken.
De planten die in juli waren uitgezet waren deels al zo'n 70 cm hoog en sommige hadden zelfs al vruchten. In de rij staan ze 3 meter uit elkaar en de rijen hebben een afstand van 6 meter. De bedoeling is om tussen de Jatrophaplanten bonen, aardnoten, katoen, mais en inlandse graansoorten te telen. In een hoek aan de grens van het enorme terrein ligt verder een zgn bouli, een zonk waar zich in de regentijd water verzamelt. Doordat de klei ter plaatse zich goed leent om banco- stenen (in de zon gedroogde modderstenen) te maken, wordt deze zonk steeds dieper en verzamelt hij in de regenperiode steeds meer water. Dit water kan dan weer via een pompsysteem gebruikt worden om een rijstveldje te bevloeien.
Hier en daar waren er op het terrein voorraadschuurtjes gebouwd, waar we de inmiddels geoogste aardnoten, katoen en mais konden zien. Voor de mensen die daar wonen is dit project natuurlijk erg nuttig, zeker wanneer over enkele jaren de oogst aan Jatrophazaden zxf3 groot wordt, dat het economisch haalbaar wordt om er ook olie uit te gaan persen. Vooralsnog worden de geoogste zaden gebruikt om ook elders nieuwe plantages aan te leggen op gronden die zich verder nauwelijks voor landbouw lenen.
Tijdens deze excursie kregen wij ook de kans om voor het eerst kennis te maken met mensen op het platteland die misschien nog nooit blanken hadden gezien. Dat gebeurde bij een pomp die op het terrein was geslagen en waar de dorpelingen schoon water komen halen. Daar is ook een plaats om de was te doen en toevallig was er een moeder met een aantal kinderen aanwezig. We zagen hoe zij met zelf gemaakte zeep de kledingstukken waste terwijl de kinderen in de buurt speelden. Voor enkele leerlingen dxe9 gelegenheid om te proberen contact te maken zonder ook maar een woord van elkaar te verstaan. Wonderlijk om te zien hoe gemakkelijk dat lukt!
Inmiddels begon het tegen 2 uur te lopen en werd het tijd om weer naar Ouaga te vertrekken. Het bezoek aan deze plantage was met name interessant, omdat voor ons duidelijk werd dat niet alleen hulp wordt geboden vanuit het rijke Noorden, maar dat er ook in Burkina zelf mensen zijn die vinden dat er hulp geboden moet worden aan de plattelandsbevolking.
Terug in het paleis wachtte ons opnieuw een verrassing, want de prins nodigde ons uit om de lunch te gebruiken in de ruimte, waar het thuis gebleven drietal de afgelopen uren had doorgebracht. De lunch was zeer goed verzorgd, waarbij toch wel rekening was gehouden met onze Europese magen. Er was voor elk wat wils.
Na de lunch reden we terug naar Sainte Mxe8re Teresa om ons een beetje te verfrissen of om even plat te gaan na de vermoeienissen van deze eerste morgen. Maar ons wachtte ook nog een avondprogramma, want de prins had ons op het hart gedrukt, dat wij x92s avonds moesten terugkomen voor een cultureel programma, waarbij ook van onze zijde een kleine bijdrage werd verwacht. Dus reden we tegen 7 uur opnieuw richting paleis, waar we werden verwelkomd in een grote ontvangstruimte. Er stonden voldoende stoelen opgesteld langs de zijkanten en zo te zien werd er nog meer volk verwacht. Dat kwam inderdaad even later, naast een quartet Spanjaarden vooral mensen uit Burkina. Nadat de prins ons uitvoerig welkom had geheten, waarbij hij duidelijk liet merken het erg op prijs te stellen dat jeugdige blanken de moeite hadden genomen zijn land te komen bezoeken, werd ik zelf in de gelegenheid gesteld hem te bedanken voor de onverwachte ontvangst die hij ons bereid had. Daarna kregen een jongen en een meisje uit ons gezelschap de vraag voorgelegd om hun indrukken van deze eerste dag in Burkina te vertellen. Dat mocht in het Nederlands of het Engels en werd vervolgens vertaald.
Na deze inleiding begon het culturele programma, waarbij het spits werd afgebeten door een wat oudere zangeres, familie van de Larlxe9 Naaba, die onder begeleiding van inheemse instrumenten, enkele traditionele liederen ten gehore bracht. Daarna volgde een spetterend dansgebeuren van een zestal danseressen, begeleid door djembxe9s, waar je wel warm van mxf3est worden. Voor ons was het onbegrijpelijk hoe deze jonge vrouwen bij de heersende temperatuur dit tempo zxf3 lang konden volhouden. Het was geweldig! Als afsluiting van hun optreden werden eerst de Larlxe9, en vervolgens enkele leden van ons gezelschap bij de dansen betrokken en tenslotte volgde er een soort van polonaise.
Toen iedereen weer op zijn stoel zat om op adem te komen, volgde het laatste onderdeel: bij de aanwezige djembxe9- spelers sloten zich twee mannen aan met enorme balaphoons. Dat zijn inheemse, traditionele xylophoons, gemaakt van hardhout dat erg welluidend, maar ook lood-zwaar is. Na enige tijd liep xe9xe9n van de spelers naar het midden en begon zijn instrument in de meest fantastische posities te bespelen om te besluiten door het aan een van de lange kanten tussen zijn tanden te nemen en het op te tillen, terwijl hij intussen in een hoog tempo bleef doorspelen.
Hierna is het tijd om aan de inwendige mens te gaan denken, want we zijn uitgenodigd om ook het diner ten paleize te gebruiken. Een van de leerlingen maakt van de gelegenheid ge-bruik om te vragen of zij ook een stukje op de balaphoon mag spelen, hetgeen meteen wordt toegestaan. Het blijkt dat zij zelfs aanleg heeft, maar helaas kan de oefening niet al te lang duren. Opnieuw wacht ons een rijk voorziene dis met rijst, frites, vlees, frisdrank en fruit. Na af-loop van het diner wordt het tijd om de weg te vragen. Dat is in Burkina de gebruikelijke ma-nier om aan te geven dat het tijd is om op te gaan stappen. De prins doet ons uitgeleide en ver-zekert ons, dat hij zijn uiterste best zal doen om op 20 december in Balkiou bij de opening van de CSPS te zijn. De eerste dag in Burkina is zelfs voor mij, het is mijn achtste bezoek, op een wel heel onverwachte wijze verlopen.
Maandagmorgen, 15 december, is het al vroeg dag, want de eerste leerlingen komen al om 7 uur naar school. Het zijn de leerlingen van de middelbare school, de basisschool begint een half uur later. Wij kunnen ongestoord het ontbijt in de kantine gebruiken, waarna in groepjes enkele klassen worden bezocht. Zelf heb ik een afspraak met een bevriende bronsgieter voor wie ik wat wat stukjes koper heb meegebracht en met een zus van onze pleegdochter Josephi-ne. Voor haar heeft Josephine een houtbewerkingsmachientje meegegeven en zij komt dat op-halen. Met de directeur van de school is afgesproken dat we vxf3xf3r de ochtendpauze zullen vertrekken, want anders wordt het moeilijk om de leerlingen weer de klas in de krijgen. Dus wordt de bagage weer boven op het busje geladen, zij het iets minder dan eergisteren, want de eerste spullen kunnen in Ouaga achterblijven voor deze school.
De weg naar het oosten is goed. Veel verkeer is er niet, dus de reis verloopt voorspoedig. On-geveer halverwege leidt de weg bij Kougri over de Nakambe, waar zelfs nog redelijk wat wa-ter in staat. We maken een korte pauze, want de ruimte in het busje met de leerlingen is wel aan de krappe kant. Vanaf de weg lopen we naar beneden, naar de oever van de rivier. Ik had gehoopt dat er vissers bezig zouden zijn met werpnetten, maar deze keer is er alleen een vrouw met een ezelskar die water komt halen. Er ontstaat een levendig gesprek tussen haar en de groep, waarbij geen van beide partijen elkaar verstaat, maar wel het wordt wel duidelijk wat bedoeld wordt. Een van onze meisjes wil even op de ezel plaatsnemen hetgeen wordt toe-gestaan. De weg terug nemen we langs een wat andere weg, waarbij we door een stukje van het dorp komen. Er is een nieuwe moskee in steen gebouwd, terwijl de oude in banco er nog vlak bij staat. Als we de grote weg weer naderen zien we dat het toevallig marktdag is in Kou-gri, een eerste kennismaking met een Burkinese markt vormt een nieuwe verrassing. Dat er ook gefrituurde kikkers in de aanbieding zijn, wordt door de meesten niet zo geapprecieerd. x91s Lands wijs, x91s lands eer! Het zal niet de laatste verrassing tijdens deze reis zijn.
Na een half uurtje gaan we weer verder en een uurtje later zijn we in Sapaga, waar we linksaf moeten, richting Pouytenga. Tot onze verrassing staat er een open vrachtwagentje met een he-le band trommelaars ons op te wachten. De mannen in de laadbak hebben diverse soorten trommels die ons verwelkomen. We rijden achter de vrachtwagen aan in een tempo dat door enkele brommers wordt bepaald, bereden door enkele dorpschefs. De belangstelling onder-weg is overweldigend, waarbij te bedenken is, dat we zeker nog een 10 kilometer moesten rijden voordat we op de plaats van bestemming aankwamen. Vooral in Pouytenga, hoofdplaats van een gemeente van 100.000 inwoners, levert veel belangstelling voor onze komst. Direct na het gemeentehuis slaan we linksaf en daar houdt ook het asfalt op. Dit is de weg naar het dorp Balkiou die ik voor het eerst zie. Alle vorige keren moesten we een stuk eerder linksaf slaan en vervolgens over een x93verbreed fietspadx94 het dorp zien te bereiken. Maar in de zomer van 2008 is er een nieuwe brug gebouwd en deze nieuwe weg was daar weer een gevolg van. Overal zien we blije en juichende mensen; de hutten liggen op enige afstand van elkaar, maar xe9cht open terrein is er niet. Hier en daar zien we een huis in betonsteen, daar woont iemand die het al wat beter heeft.
Na een kilometer of twee slaan we tussen een groepje woonerven weer linksaf. Er volgt nu een open stuk en op het eind daarvan zien we de pas gebouwde middelbare school (CEG of collxe8ge) van Balkiou staan. Deze school is in oktober in gebruik genomen en er zijn nog twee lokalen niet in gebruik: daarin zullen wij logeren. Er heeft zich een hele massa mensen rond de school verzameld om ons te verwelkomen; de trommelaars verzorgen nog een laatste concert, waarbij de aanwezige Burkinezen gaan dansen.
Dan is het tijd om de bagage af te laden en onze lokalen in te richten. Zo goed en zo kwaad als het kan worden er koorden van de ene kant naar de andere gespannen, waaraan de klamboes worden bevestigd. Burkina is een land waar regelmatig malaria heerst en ook al slikken we Malarone, het is altijd nog beter om onder een muskietennet te slapen. De lokalen ruiken nog flink naar cement. Intussen heeft de ingehuurde kokkin met haar hulpjes de eerste lunch voor ons gereed gemaakt, onze eerste warme maaltijd in Balkiou. Die wordt genuttigd in de ruimte die waarschijnlijk bestemd is om ooit schoolbibliotheek te worden; nu staan er langs de muren lege rekken die wij gebruiken om de voor Balkiou en deze school meegebrachte spullen te deponeren.
Na de middagpauze gaan we allereerst een bezoek brengen aan de chef van Balkiou. Hij woont in een van de erven die we eerder gepasseerd zijn in een eenvoudige hut, vlak bij een grote baobab. Onder deze boom is een met een strodak overdekte ruimte, waar bij onze aankomst bankjes worden neergezet en waaronder normaliter vergaderd wordt. De chefs zijn herkenbaar aan hun kleurige hoofddeksels, waarin veel oranje-rood is verwerkt. Er worden wat vriendelijkheden heen en weer uitgewisseld, waarbij de chef als cadeautje een opwindbare zaklamp krijgt aangeboden. Omdat er nog een aantal van dergelijke bezoekjes op het programma staat, hebben we daar een voorraadje van ingeslagen. Voor dit soort cadeau is gekozen, omdat het in Burkina al om 18.30 uur donker wordt. Men kent wel zaklantaarns, maar daar heb je batterijen voor nodig. Als die leeg zijn worden ze gewoon weggegooid, net zoals wij dat vroeger ook deden. Het milieu wordt daardoor flink belast, en dat willen wij met deze lampen voorkomen. Wij krijgen hier, net als eerder bij de school, welkomstwater aangeboden in een schaal, gemaakt van een halve kalebas. Het is water met wat suiker en meel erin en is in heel Burkina gebruikelijk als er gasten komen.
Na dit beleefdheidsbezoek gaan we weer naar x93huisx94, waar inmiddels de lessen zijn afgeloxadpen. Het is immers pas 15 december, dus de school is nog steeds bezig. Nogal wat leerlingen maken gebruik van deze kans om een eerste contact te leggen met de nassarax92s (blanken) die ruim 2 weken in hun school zijn komen wonen. Ondanks het feit dat er een enorme taalbarrixadxe8re is, want de kennis van het Frans bij onze eigen leerlingen is bedroevend en die van het Engels is aan beide kanten zwakjes, ontstaat er een levendige uitwisseling, dank zij pen en papier, bijgestaan door handen en voeten. Dat dit ook bij de Burkinabxe8 beviel blijkt de koxadmende twee weken, want zelfs tijdens de vakantieperiode komen er elke avond tientallen jonxadgeren uit het dorp naar ons toe.
Tegen 19.00 uur volgt het diner; in Burkina wordt twee maal per dag warm gegeten, althans door de blanken. In de dorpen wordt meestal maar een keer per dag gegeten, x92s avonds. De vrouwen hebben overdag geen tijd om eten te bereiden en doen dit x92s avonds op een met hout gestookt x93fornuisx94. Er wordt voor alle bewoners van het erf, zeg maar een hele familie, tegexadlijk gekookt, dus er staat dan een flinke canari, een grote pot van gebakken klei, op het vuur. Het vuur zorgt tegelijkertijd ook voor verlichting, want elektriciteit is er niet. Bij ons werd de verlichting verzorgd door een aggregaat dat uit Pouytenga was gehaald. Wij hadden dus wxe9l elektrisch licht, als het aggregaat het tenminste deed. Dat was niet altijd het geval en verschilxadlende keren moesten wij dan ook bij het licht van zaklampen eten. In het algemeen genomen waren de maaltijden van goede kwaliteit en er was zeker elke dag voldoende fruit, zoals sixadnaasappels, bananen of watermeloen.
Na het diner wordt er nog wat met de nog aanwezige jongeren x93gepraatx94 of er worden wat spelletjes gedaan, sommigen gaan al slapen, en tegen 21.30 uur is vrijwel iedereen weer in zijn eigen lokaal en gaat slapen.
Dinsdag 16 december: het is alweer vroeg dag, want de lessen beginnen hier om 7 uur en de leerlingen komen dus al wat eerder. Zelf worden we, als we al nog niet wakker zijn, om 6.30 uur gewekt en er ontstaat een run op toiletten en de enige waterpomp. De toiletten liggen op een vijftig meter van het schoolgebouw, heren- en damestoiletten een tiental meters van elxadkaar gescheiden. Beide toiletblocs bestaan uit 3 hokjes, waarvoor een muurtje is gebouwd. Dxe1xe1r weer voor staat een van cement gemaakte x93tonx94 op een verhoog en van een kraantje voorzien, zodat je ook je handen kunt wassen na toiletgebruik. De ton is echter nog niet gexadvuld en het kraantje moet nog bevestigd worden. Een duidelijk teken dat de school nog maar onlangs in gebruik is genomen. Het toilet zelf bestaat uit een gat in de betonvloer met ernaast aan beide kanten een kleine verhoging, waar je je voeten op kunt zetten. Aan xe9xe9n kant daarxadnaast is een wat grotere verhoging, vermoedelijk bedoeld om er eventueel je kleding op te leggen. In Burkina (maar daar niet alleen) is toiletpapier buiten de stad onbekend; je neemt een keteltje water mee op het toilet en na gebruik was je je met het meegenomen water, dat evenxadtueel ook nog gebruikt kan worden als het niet helemaal gelukt is om in het gat te mikken. Voor het toiletgebruik dient de linkerhand; dat is ook de reden waarom je in Burkina nooit iets moet aannemen met je linkerhand en die zxe9ker niet moet gebruiken tijdens het eten uit de gezamenlijke pot. De toiletruimte kun je ook gebruiken om er te x93douchenx94. Je neemt dan een emmertje water mee en sprenkelt het water over je hoofd en de rest van je lijf. Het water loopt netjes weg via het gat in de vloer en je kleding ligt droog op het verhoog.
Wie geen zin heeft om zich in het toilet te wassen kan naar de forage. Dat is een met de hand bediende pomp waar hier een redelijk hoge muur omheen is gebouwd. Binnen die muur is een ruimte van ongeveer 10m2 met een betonvloer; je kunt van twee kanten naar binnen komen en buiten het zicht een wasbeurt nemen. Het is het enige waterpunt waarover wij beschikken, dus het is elke ochtend redelijk druk als je met 25 man je ochtendtoilet wilt maken. De heren hebben al snel in de gaten dat het zinvol is om de dames vxf3xf3r te zijn.
Na het ochtendritueel volgt om 7.00 uur stipt dagelijks het ontbijt. Dat wil zeggen: als het stokbrood er al is. Verder is er boter en jam. In de keuken zijn enkele grote thermoskannen gevuld met kokend water, zodat ieder ook koffie of thee kan maken. Deze ochtend is het brood er op tijd. Het ontbijt nuttigen we buiten op de schoolbanken die men uit de lokalen heeft gehaald om ons aan slaaplokalen te helpen. Intussen beginnen de eerste leerlingen alweer naar school te komen, want men maakt graag gebruik van de nog redelijk frisse och-tenduren, zodat er op het heetst van de dag een pauze van enkele uren kan worden ingelast.
Na het ontbijt maken we ons klaar om naar het gemeentehuis te lopen. Moxefse, de voorzitter van de Association die de CSPS heeft aangevraagd, begeleidt ons voortdurend. Ongeveer halverwege onze route is links van de weg een gebouwtje met een kruis erop. Er omheen staan nogal wat boomstammen die een gevarieerd dak schragen, zodat er schaduw is voor de mensen die eronder staan of zitten. Moxefse vertelt dat hier elke dinsdag van ongeveer 8 tot 12 mensen tot zelfs uit Ouagadougou bij elkaar komen om te bidden tot Maria. Er zouden zelfs gebedsgenezingen hebben plaatsgevonden. Ook deze morgen, het is immers dinsdag, zijn er honderden mensen bijeen. Vlak bij de kapel spreekt een voorganger hen toe.
Even over negen zijn we bij het gemeentehuis. Dat is eigenlijk voor een gemeente met ruim 100.000 inwoners best wel klein; de burgemeester is op de hoogte gesteld van onze komst en komt ons buiten verwelkomen. Hij verontschuldigt zich, dat hij ons niet binnen kan bexadgroeten, maar een ruimte waar 25 mensen in kunnen is niet voorhanden. Hij vraagt vervolxadgens een van zijn medewerkers om ons het gemeentehuis te laten zien. Wij volgen hem door een kleine hal, waar een gewapende militair voor de veiligheid zorgt. De ruimten zijn inderxaddaad allemaal piepklein, de kamer van de burgemeester zelf krijgen we niet te zien. Dan gaan we langs een stenen trap, waarvan nogal wat tegels gebroken zijn, naar de 1e verdiexadping. Er wordt wel al met computers gewerkt, maar allerlei kasten puilen uit van de papieren dossiers. Soms is het wat wringen om allemaal binnen te kunnen of we doen dat in groepjes. Op het eind van dit bezoek krijgen we te horen dat men bezig is om het terrein van het gexadmeentehuis te omheinen en om een aantal nieuwe gebouwen neer te zetten die beter zijn toegerust voor een moderne administratie.
Na dit bezoek steken we de straat over om daar lekker in de schaduw plaats te nemen op een terrasje en een verfrissing tot ons te nemen. Zelf loop ik nog een 200 meter verder om te kijken of de parochiegeestelijkheid aanwezig is. Twee van de priesters in deze parochie zijn al bij ons in Oud Gastel te gast geweest en voor xe9xe9n van hen heb ik een aantal pakketjes meegekregen vanuit Nederland. Kort voor ons vertrek werd ik namelijk gebeld door een broer van hem, die in Twente bleek te wonen. Hij kwam enkele dagen later de af te leveren pakketjes brengen.
De priester voor wie de pakketjes bestemd waren blijkt niet aanwezig, maar komt net aanxadrijden als ik weer terug wil keren naar de rest van de groep. Ik vertel hem waarvoor ik gekomen ben en hij stelt voor om met de auto de pakketjes in Balkiou op te gaan halen. Nadat ik dit aan de overige begeleiders heb meegedeeld rijden we in een grote stofwolk naar Balkiou, laden de pakketjes over en keren terug naar Pouytenga. Halverwege komen we de groep al tegen, waar ik me vervolgens bij aansluit.
wordt vervolgd